Hoofdstuk 2
Toen ik weer in het huis van mijn oom kwam dacht ik voor de zoveelste keer dat deze man een veel te groot huis had terwijl hij het helemaal niet nodig had zo in zijn eentje met zijn butler en een schoonmaakster als enige gezelschap, op haar nu na. Ik had het verder de weg terug vanaf de notaris geen woord meer met mijn oom uitgewisseld, en dat was ik nu ook niet van plan. Ik liep haastig over het zwarte marmeren vloer van de gang op naar boven. Zodra ik de 3de deur zag aan het einde van de gang begon ik mijn pas in te houden. Ik opende de deur en liet het achter me in het slot vallen en plofte op mijn bed samen met het boek. Ik keek naar het boek in mn handen en dacht hardop na.' Wat heb ik hier nouw aan. Ik houd helemaal niet van lezen'. Ik zuchte nogmaals en wenste dat het iets was zoals een paard ofzo. Niet dat ze kon paardrijden ,maar alles was beter dan een saai boek.
Na een paar uur te hebben zitten mokken besloot ik toch maar eens dit boek te gaan bekijken. Ik pakte het boek en opende het. Tot mijn verbazing was het boek uitgehold en gaf zo een perfecte schuilplaats voor wat er in zat. Een nogal apparte handschoen kwam tevoorschijn. Het was ook geen paar zoals je normaal zou verwachten. Ik weet ook niet wat ik hier aan heb maar het is wel het enige wat ik van mijn moeder heb dacht ik bij me zelf. Ik besloot het met trots morgen te dragen wanneer ze met zora, de Schoonmaakster van haar oom, en daarmee ook de enige andere vrouw in huis, naar de stad zou gaan.
Er zijn nog geen reacties.