Chapter five
Juliette's POV
'Ik wéét dat het een zeldzaam boek is maar ik moet dát boek hebben, dat specifieke boek!' 'Luister meisje, ik heb het niet, het is nu bij iemand anders,' Ik slaak een luide zucht, de hoeveelste winkel is dit ook al weer? Oh ja ik was opgehouden met tellen na nummer veertig. 'Wáár is het boek heen gegaan!? Ik ben overal geweest!'
'Sommige geheimen willen gewoon geheim blijven.' Met een zucht draai ik me om. 'Ga toch weg! Ik hoef je hulp niet, je weet niet eens waar het over gaat.' Jonah haalt grijnzend een hand door zijn haar, hij zou zelf een boek moeten schrijven, tien manieren om er uit te zien als een arrogante zak, manier een, ben mij.
'Ik weet er meer van dan jij klein vogeltje.' 'Ik heb hier geen tijd voor,' Zeg ik geërgerd. Ik heb geen tijd voor dit gesprek, geen tijd voor hem, en geen tijd om nog een keer dat rot boek mis te lopen. 'Natuurlijk heb je er wel tijd voor-' 'Dag!' Roep ik uit en snel been ik de zaak uit. Dat irritante joch dat me achtervolgd maakt dit er niet echt makkelijker op. 'Juliette!' Oh god, hij weet mijn naam, waar heeft hij die nou weer vandaan? Misschien, als ik niet reageer druipt hij af en laat hij me voorgoed met rust. 'Juliette!' Je kunt het gewoon niet menen! Wát een koppige eikel. Gewoon blijven negeren, hij moet het wel opgeven...of niet. Het nog steeds irritant grijnzende gezicht van Jonah verschijnt voor het mijne. 'Ieder normaal mens zou geschrokken zijn, waarom jij niet? En waar zijn die tatoeages goed voor?' 'Zoals je zegt,' Zeg ik vermoeid 'Het zijn tatoeages, die zijn nergens goed voor, ze zijn er gewoon oké? En ik schrik gewoon niet snel.' 'En die in je nek,' Vraagt hij dan. 'Gore stalker!' Roep ik uit. Wáárom kan het geluk me niet een handje helpen en een boom op deze jongen laten vallen? Is dat zo veel gevraagd? 'Sorry vogeltje,' 'Heb ik een snavel?' Vraag ik zonder aandacht de schenken aan zijn..nou wat hij excuses noemt. 'Nee..' 'Heb ik vleugels?' 'Nee.' Zucht Jonah. 'Dan ben ik dus duidelijk geen vogel, ik dacht dat je dit soort dingen ook hier wel zou leren,' 'Hoe bedoel je hier?' Vraagt Jonah. En daar is die neiging weer, de neiging hem de tanden uit zijn grote irritante rot mond te slaan. 'Ik kom uit een ander land, ik ben hier pas net,' 'En je zoekt naar een of ander boek, wat maakt dat boek zo belangrijk?' 'Wat doet jou denken dat ik jou een verklaring schuldig ben? Ik kén je niet, je zou net zo goed een kinderlokker kunnen zijn.' Zeg ik terwijl ik in mijn rugzak zoek naar iets waarmee ik hem zou kunnen laten verdwijnen, op welke manier dan ook. 'Ik heb het idee dat ik jóú volg en niet probeer jou mij te laten volgen.' Zegt Jonah met een blik op mijn handen die wild in de rugzak graaien 'Wat zei je? Ik stopte met luisteren toen je je mond open deed.' Zeg ik met een grijns. 'Ik wéét dat je het gehoord hebt.' 'Wát!?' Roep ik uit.
Hopelijk gaat hij mij net zo irritant vinden als ik hem vindt. Nee, dat is onmogelijk. 'En hoe kom je aan dat soort haar?' 'Je bedoeld zwart haar?' Vraag ik met een zucht. 'Nee, die donkerblauwe plukken, heb je het geverfd?' Verven? Wat bedoeld hij daar nu weer mee..hoe zou je je haar moeten verven? 'Ja.' Zeg ik zonder precies te weten waar ik net op geantwoord heb. 'Oh..' Zegt Jonah duidelijk teleurgesteld. Mooi, misschien is hij nu wel klaar met me. Zou je haar verven iets slechts zijn? Misschien is het wel een teken van de rebellen of zo. 'Heb je een telefoon bij je?' 'Een telefoon?' Flap ik er uit. Wat is in hemelsnaam een telefoon.
In welke wereld ben ik nu weer terecht gekomen? Telefoons geverfde haren, irritante stalkers. 'Ja, jeweetwel zo'n communicatie systeem.' 'Nee, die van mij is kapot.'
Zeg ik niet wetend wat ik anders zou moeten antwoorden. Een ding is zeker, dit is de raarste parallelle dimensie van allemaal. Ik snap er helemaal niets van en dat bevalt me niet. 'Juliette pas op!' Ik kijk verbaasd naar Jonah maar knal dan tegen een jongen op. Met een doffe dreun kom ik op de grond terecht. 'Een beetje laat!' Snauw ik. De jongen waar ik tegenaan ben gelopen raapt zijn boeken op en staat op. 'Sorry,' Mompelt hij waarna hij weg wil lopen. 'Wacht!' Roep ik uit als ik een glimp opvang van een van zijn boeken. 'Wacht!' Ik krabbel overeind en ren hem achterna. 'Blijf staan!' Alsof ik hem net bedreigd heb met een mes begint hij ook te rennen. Ik schreeuw allemaal beledigingen als de jongen het hoekje omslaat. Maar dan besef ik mijn vergissing, dit zijn dingen uit mijn wereld...oh nee, je kunt het niet menen. 'Juliette wat was dat.' En toch meen je het. Dit is gewoon niet normaal meer.
Reageer (2)
Het is echt spannend, ik hoop dat je snel nog verder schrijft.
9 jaar geledensnel verder ^^
9 jaar geleden