43. Plannen veranderen
“We zijn allemaal zo gezond als we kunnen zijn.” zegt Carlisle met een geheimzinnige ondertoon.
Ik kijk hem vol ongeloof aan. Na dit zeer bijzondere gesprek verwachten ze dat ik denk dat alles normaal is? Daar komt niks van in.
Renesmee kijkt met een vragende blik naar Edward. Ik snap niet waarom ze vragend naar Edward kijkt. Maar Edward begint met zijn hoofd te schudden, alsof hij ergens een negatief antwoord op geeft.
Ik snap er alweer niks van, maar net als zonet lijkt iedereen het normaal te vinden. Het enigste wat ze doen is nieuwsgierig toe kijken wat er gebeurd.
“Dit bedoel ik dus.” zeg ik. “Er gebeurd hier iets, ik weet niet wat. Maar jullie allemaal wel. Jullie willen mij helpen en daar ben ik dankbaar voor. Maar daarvoor moet ik jullie kunnen vertrouwen en dat kan ik niet wanneer jullie je zo gedragen.” vervolg ik.
Weer kijkt iedereen mij verbaasd aan. Ik zucht diep. Ze geven me echt het gevoel alsof ik degene ben die gek is.
“Toe nou, pap.” zegt Renesmee.
Ik kijk op verwachtend dat ze naar Carlisle kijkt, maar ze kijkt naar Edward. Daardoor wordt mijn vermoeden van eerder bevestigd. Maar ik ben ook verbaasd, ik snap niet waarop ze het geheim zouden houden dat Renesmee de dochter is van Edward en Bella.
Bella zucht waardoor ik naar haar kijk. Ze kijkt mij verontschuldigend aan.
“Wat is er aan de hand, Edward?” vraagt ze.
Iedereen kijkt nu afwachtend naar Edward. Edward kijkt een beetje ongemakkelijk naar mij.
“Geef eerlijk antwoord, Ed. Ze moet weten dat ze ons kan vertrouwen.” zegt Bella, waarna ze mij even glimlachend aankijkt.
“Maar dat kan niet.” zegt Edward op geïrriteerde toon.
Bella zucht maar voor ze iets kan zeggen begint Jacob te praten.
“Oké, Piper. Je hebt gelijk. Hier gedragen ze zich als een stelletje idioten,” hierop geeft Renesmee hem een stomp. “Wat zou je ervan vinden om bij mij te logeren? Het is misschien niet zo vol met mensen als hier, maar je zal er veilig zijn. Dat beloof ik je.” vervolgt hij alsof er niks gebeurd is.
Ik kijk Jacob verbaasd aan. “Waarom zou je dat aanbieden? Je kent me niet eens en je weet wat mijn vader gezegd heeft.”
Jacob kijkt bedenkelijk.
“We kennen je niet goed.” zegt Embry. “Maar dat betekend niet dat we niet vinden dat je veilig hoort te zijn. En daar kunnen we voor zorgen.” vervolgt Embry.
Ik kijk Embry en Jacob verbaasd aan. Ik snap er helemaal niks meer van, iets wat me vaak gebeurd de laatste tijd. Maar ik snap niet hoe wild vreemde mensen opeens ervoor willen zorgen dat ik veilig ben. Ze hebben gehoord hoe mijn vader is, wat hij van plan is te doen. En nog willen ze mij helpen.
Iedereen kijkt mij afwachtend aan terwijl ik na denk.
Ik voel me veilig bij Embry, waarom snap ik niet maar het is nu eenmaal zo. Het klinkt beter om bij Jacob te logeren dan om hier te blijven, omdat ik er echt van ondersteld ben dan de mensen hier gek zijn, zeker Edward. Tevens vind Embry het een goed idee.
“Oké.” zeg ik. “Jacob, ik zal graag bij je logeren. Maar alleen als je eerst je ouders het goed vinden.” vervolg ik.
Embry en Jacob kijken elkaar lachend aan. “Dat zit wel goed.” zegt Jacob.
Ik schud mijn hoofd. “Ik wil dat je jouw ouders op belt en hen uitlegt hoe de situatie is en dan vraagt of ik mag komen logeren. Het is niet niks, dus je kan er niet vanuit gaan dat het wel oké is.” zeg ik serieus.
Jacob kijkt mij verbaasd aan, maar pakt dan toch zijn mobiel.
Ik luister hoe Jacob aan zijn vader de situatie uitlegt en daarna hoor ik verbaasd dat zijn vader het geen probleem vind.
Jacob zegt nog even gedag tegen zijn vader waarna hij ophangt. Hij kijkt mij lachend aan. “Ik zei toch dat het wel goed was.” zegt hij vrolijk.
“Misschien is het tijd om te gaan.” zegt Embry.
Jacob kijkt op de klok waarna hij verontschuldigend naar Embry kijkt. “Ja. Sorry, je moeder zal vast boos worden.” zegt Jacob tegen Embry.
Embry zucht daarop en haalt zijn schouders op.
“Bedankt voor jullie hulp.” zeg ik tegen de Cullen familie.
“Tuurlijk” zegt Carlisle. “En als er wat is kan je altijd bellen.” vervolgt hij.
Ik knik daarop, waarna ik mijn spullen pak.
Jacob en Embry gaan mij voor naar de auto. Embry pakt mijn tas en legt die in de kofferbak.
Ik wil instappen maar wordt tegengehouden door een koude hand. Ik kijk om.
Alice kijkt mij bezorgd aan. “Doe alsjeblieft voorzichtig.” zegt ze dringend, waarop ik knik. Daarna laat ze me in de auto stappen.
Wanneer we wegrijden kijk ik achterom. Ik zie dat Alice ons bezorgd na kijkt.
Reageer (2)
Verderrrrrrrrrr
9 jaar geledenAoooo... wat heeft ze gezien...
9 jaar geledenze gaat bij Jake logeren snel verder!