De Zuidelijke Waterstam - 78

“Als iemand niet kan betalen, kan je dat altijd aanvullen door wat meer te vragen aan wie dat wel kan missen, of een deel van het geld dat jullie gekregen hebben daarvoor te gebruiken.”
“Kan dat dan?”, vroeg hij verbaasd.

“Natuurlijk, dat geld is voor heel de stam”, zei ik met een glimlach.
“En u zou dat niet erg vinden?”, vroeg Sicho aarzelend.
“Nee, dat is geen enkel probleem”, zei ik. “Er zijn even goed stammen die iedere week meer vragen aan hun mensen dan er nodig is voor de belastingen, en dat teveel opzij leggen om ook gezamenlijk te gebruiken voor de opbouw.”
“Dus, eigenlijk… Dan mogen we gewoon met het geld doen wat ons uitkomt, als we maar iedere week genoeg betalen?”
“In principe wel, ja. Al zou ik wel protesteren als een paar mensen van al het geld genieten en anderen bijna niets krijgen.”
“Dat is logisch”, zei Sicho met een glimlach.
“De vraag is nu alleen wie het geld beheert, wie het gegeven geld aanneemt en de belastingen ophaalt en aan de Vuurnatie doorgeeft”, zei Yue kalm. Sicho beet op zijn lip.
“Met andere woorden, wie de leiding van de stam krijgt”, mompelde hij.
“Inderdaad”, zei ik met een glimlach.
“Weet u al welk advies u uw zuster wilt geven?”
“Jazeker.” Ik keek naar Yue. Die knikte me toe. “Van wat ik heb gezien, Sicho, denk ik niet dat je stam iemand van de Vuurnatie zou accepteren. Mij schelden ze intussen niet meer uit, maar ik denk dat de kans dat er problemen komen als ik een andere commandant zou aanstellen, behoorlijk groot is.”
“Dus… iemand van de stam zelf dan?”, vroeg Sicho aarzelend, maar hoopvol.
“Als dat kan”, zei ik ontwijkend.
“De vraag is dan, wie”, zei Yue.
“Onze eisen zijn nogal hoog, Sicho”, zei ik. “Het moet iemand zijn die door de hele stam aanvaard wordt, die gezag heeft, tegen wie niet geprotesteerd zal worden. Maar tegelijk ook iemand die het vertrouwen van de Vuurnatie kan genieten.”
“De stam zou naar Jirou luisteren”, zei Sicho zacht.
“Ja, maar ik ben bang dat hij geen kans maakt op vertrouwen van de vuurnatie”, merkte ik op.
“Maar hij heeft toch niets meer verkeerd gedaan?”, vroeg Sicho.