De Vampier

De man viel dood op de grond. De Vampier liep naar de vrouw van de man. Ze lag te slapen. Hij stook zijn tanden in haar nek en dronk haar leeg. Het dochtertje liep de slaap kamer van haar ouders binnen. De Vampier was verdwenen. Het meisje liep naar haar moeder. Er stroomde tranen over haar wangen. Van binnen voelde ze een gevoel van wraak opkomen. Wraak op de moordenaar. Het meisje liep naar haar vader. Hij lag stervend op de grond. Zij ogen waren open. Zijn ademhaling was zwak. 'Lieverd, ik weet dat je om ons geeft maar maak je geen zorgen. Het is beter zo. Voor je moeder en mij. Geloof me maar.' Zei hij zacht. 'Vertel me nog één verhaal voor je gaat, papa, laat me niet achter zonder een verhaal.' Smeekt zijn dochter. 'Het spijt me.' Dat waren de laatste woorden van haar vader. Het meisje liep naar het raam. Ze schreeuwde en rouwde de hele nacht. Toen gebeurde het. De Vampier kwam terug. Hij nam haar mee naar het bos. Hij bracht haar naar een put. Het meisje pakte een steen van de grond en liet hem los boven de put. Het duurde even voordat ze iets hoorde. Het was een kreet. Een kreet van pijn. De Vampier pakte haar hand en trok haar de put in. Hij hield haar stevig tegen zich aan. Een paar minuten later zette hij een voet op de grond. Hij bracht het meisje naar een tafel. Ze moest gaan liggen. Gehoorzaam ging ze liggen. De Vampier beet in haar nek. Het meisje werd net als hij een Vampier. Ze werd verliefd en trouwde met hem.
Einde.