De ziel
Hij raakte de hand van het meisje aan. Ze trok haar hand weg en rende een andere kant op als de man. Het meisje kwam in een bos terecht. Ze keek hevig om zich heen. Het enige wat ze zag was bomen. Rijen bomen stonden om haar heen. In de verte schalde de stem van de man. Hij zocht haar. Het meisje rende verder. Toen kwam ze bij een huisje. Ze klopt aan. Geen gehoor. Het meisje klopte nogmaals. Dit keer werd de deur open gedaan. Een lange, slanke vrouw stond in de deuropening. 'Kan ik je helpen?' Vroeg ze vriendelijk. 'Ja, ik zoek de weg terug naar huis. Ik ben verdwaald.' Antwoordde het meisje. De vrouw vroeg haar binnen. Het werd al donker en als je alleen door de bossen dwaalde, kon je opgevreten worden door de wolven. "Dit bos is gevaarlijk, ga er daarom nooit in je eentje heen." Had haar vader gezegd. Het meisje geloofde niet in sprookjes. Ze wist wat ze deed. Ze kon de vrouw vertrouwen. Zo'n vriendelijke stem had ze nog nooit gehoord. Maar toch was de vrouw anders als andere moeders die goed voor hun kinderen zorgden. Er was iets wat het meisje niet beviel aan het huis in het bos. De vrouw bood haar een slaap plek aan. Het meisje viel in slaap en werd nooit meer wakker. De vrouw was een verschrikkelijke heks die kinderen eette. Haar man was jaren geleden beschuldigd van tovernarij en op brute wijze vermoord. De vrouw was nooit zo ongelukkig. Ze beloofde de geest van haar man terug te krijgen. Met dit meisje was haar verzameling compleet. Nu kon ze met de laatste toverspreuk haar man terug roepen. Dat deed ze, maar had één ziel te weinig en kwam zelf ook om het leven. Dat was haar einde, maar niet voor de vermiste kinderen. De kinderen die ze al het leven had afgenomen, kwamen terug naar hun ouders. De heks, kwam nooit meer terug.
Einde.
Er zijn nog geen reacties.