Tring! De bel gaat. Robin Skywalker doet voor het laatst haar rekenboek dicht en legt het op de stapel voor in de klas, op een tafel. ‘Fijne vakantie. Het ga je goed op het middelbare.’ Zegt meester Stefan. Robin groet. Ze loopt geruisloos voor het laatst groep 8 uit, de gang op en trekt haar jas aan. Er staan een paar meiden bij de kapstok te giechelen en wijzen naar haar. Robin loopt de school uit. Het is een zonnige middag in Zandvoort. Eindelijk zomervakantie, daarna een nieuw avontuur, op het middelbare, denkt Robin.
‘Wat ga jij doen, deze zomer?’ Vraagt Els, het meisje dat naast haar zat in de klas en haar beste vriendin. Ze zal haar gaan missen.
‘Ik weet niet, skateboarden, boeken kaften, piano spelen, zingen, noem maar op. Ik woon bij mijn tante Satien, maar ik noem haar mam. Zoals je al weet. Wat ga jij doen?’ Vraagt Robin.
‘Ik ga op vakantie naar Mexico. Samen met de hele familie.’
‘Leuk, ik wou dat ik dat ooit zou kunnen. Ik ben wel rijk, maar hier zijn de golven goed genoeg. Trouwens, mijn tante wil toch niet op vakantie. Veel plezier.’
‘Dank je. Ik ga je missen. Zeker op het middelbare. Allebei een andere school. Veel plezier.’ Robin omhelst haar. Dan loopt ze het school plein af. Langs de kroeg, waar ze iedere vrijdag op zaterdag nacht zichzelf probeert dronken te maken. Langs het park, de skate baan en de gamehal waar ze het wereld record heeft verbroken met wat van de spellen. Dan door een steegje. Het is tussen twee rijen huizen. Vervolgens nog door de HeerEgmondvanWillemstraat en dan over het plein van het verlaten schoolgebouw. Er schijnt een oude man in te wonen. De weg is Robin al bekend, ze woont al in Zandvoort zolang ze zich kan herinneren.
Er verschijnt een duisternis. Een enorme schaduw. Robin kijkt naar boven. ‘Robin, doe die deur eens dicht. Het wordt koud hier!’ Roept haar tante van binnen. ‘Moet u zien.’ Zegt Robin. Haar mond valt open van verbazing. Tante Satien komt naar buiten gelopen.
‘Dat is een Republikeins schip. Die zag ik dagelijks.’
‘Dagelijks?’
‘Ja, je weet dat ik op Mandalor Hertogin ben. De belangrijkste van de planeet.’
‘Maar wat doet het hier?’
‘Ik denk dat ik het wel weet.’ Uit het schip komt een jonge man.
‘Hij komt me bekend voor.’ Zegt Robin. Tante lacht en zegt: ‘Ik weet wie het is.’
‘Alsof ik daar wat aan heb.’ De jonge man land voor Robin’s voeten op de grond. ‘Nu weet ik het weer. Dat is Anakin, van Star Wars.’
‘Hoe heb je het ontdekt?’
‘Van Tv.’ Anakin steekt zijn hand naar haar uit. Ze doet een stap naar achteren. ‘Ga je mee?’ Vraagt Anakin. 'Geen zin in.’ Antwoord Robin en rent weg. ‘Veel plezier.’ Zegt tante. Ze draait zich om, loopt naar binnen en doet de deur achter dicht. Anakin rent achter Robin aan.
‘Ik krijg je wel!’
‘Dat dacht je maar!’ Robin rent richting het schoolplein. Op het plein, zijn een aantal kinderen tikkertje aan het spelen. Robin rent rondjes om het nieuwe speeltoestel met Anakin op haar hielen. Dan naar een speeltuin, naast de school. Het wordt “het rode speeltuintje” genoemd. Vanwege de toestellen; ze zijn allemaal rood van kleur. Dan klimt ze zo snel als ze kan een van de bomen in, bij de rekstokken. Op een tak verschuilt ze zich achter de dichtbegroeide bladeren. Hopelijk is hij weg, denkt Robin. Dat heeft ze mis: ‘Leuk je weer te zien.’ Zegt Anakin. Hij zit op de tak achter haar.
‘Waarom mij en niet een ander? Zo boeiend ben ik anders niet.’ Zegt Robin.
‘Omdat ik jou moet hebben.’ Robin springt van de tak. Anakin volgt haar voorbeeld. Robin rent het oude schoolgebouw in. Nou, ja. Wat er van is overgebleven na de brand, die zes jaar geleden plaats vond. Robin herinnert zich nog vaag dat er nog kleuters in de school waren. Zelf stond ze buiten met de rest uit haar klas. ‘De brand is onblusbaar.’ Zei een van de brandweermannen. ‘Er zijn nog kleuters binnen!’ Riep de kleuterjuf Gerda met tranen in haar ogen. Robin schrok ervan en rende richting de brandende ingang.
‘Ga niet naar binnen! Het is levens gevaarlijk!’ Riep de brandweerman weer. Robin luisterde niet en rende naar binnen. Drie in het computerlokaal en twee in de gymzaal. Dat wist ze nog, want dat zeiden de kinderen die zaten te tutor lezen.
Ze rende naar de gymzaal. Het was er benauwder dan anders. ‘Hier!’ Riep een van de kleuters zacht en kuchte. ‘Ik ben er!’ Zei Robin en rende op het geluid af. In de hoek lagen twee bijna zwart gekleurde kinderen. Robin pakte beide beet en bracht ze naar buiten. ‘Er zijn er nog drie in het computerlokaal.’ Zei de directeur. ‘Weet ik.’ Zei Robin en rende weer naar binnen. In het computerlokaal was er geen uitweg meer. Overal was er vuur. Ze liep door het vuur. Ze wist dat het moest. ‘Ug, ug.’ Hoorde ze zacht onder wat puin. Robin haalde de drie er onderuit. Het vuur sloot haar in. Robin zette door en bracht ook de drie kleuters veilig via de nootuitgang naar buiten. Er stonden ambulances en broeders al te wachten. Robin legde de drie kleuters ieder op een brancard. Daarna werden ze naar het ziekenhuis gebracht. Sinds toen was alles volledig wazig. Robin weet alleen dat de vijf het hebben overleeft en ze is ze vaak komen opzoeken in het ziekenhuis. Niemand heeft haar ooit nog lastig gevallen met flauwe grappen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen