Het bevalt me niet, waarom heb je niet iets meer van Hades zo als je broertje...EN BEDANKT!
'Focus eerst ontsnappen.' Voorzichtig leg ik een hand op Caspers schouder. 'Kom eventjes mee.' Zeg ik terwijl er tranen in mijn ogen opwellen. Casper gaat staan en hij loopt zonder protest met me mee. 'Wat is er?' 'Doe niet zo tegen Jazz.' Zeg ik opeens ijzig kalm. 'Lyra-' 'Nee, jij houd nu op want je gedraagt je echt als-' Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om het te zeggen. 'Wat is er met jou?' Vraag ik dan maar. 'Niets!' Zegt Casper nors. 'Cas,' Begin ik 'Je hoeft je niet meer vijandig op te stellen, je hebt het al gedaan sinds we op straat gezet zijn.' Casper werpt me een woedende blik toe. 'Jij weet niet hoe het voor mij is geweest! Jij weet het niet!' Een klont withete woede welt op in mijn borstkas. 'Inderdaad! Dat weet ik niet! Mij is verteld dat jij gelukkig was terwijl ik van pleeggezin naar pleeggezin gestuurd werd! Niemand wilde mij hebben! Laat Jazz met rust!' Schreeuw ik. 'Laat jij mij maar met rust! Waarom zou mijn leven je nu wel interesseren!? Je bent nooit langs gekomen! Ik heb maanden gewacht op jou bezoek! Ik ben geslagen.' Het laatste zegt hij zo zacht dat alleen ik het gehoord kan hebben. 'Ik heb het geprobeerd! Maar ze lieten me niet binnen! Geloof me nou eens!' Casper geeft me een duw. 'Ik geloof helemaal niets,' Ik struikel en val op de grond. Woedend krabbel ik weer overeind. 'Hou. je. kop.' Snauw ik. 'Oh net als Jazz?' Vraagt Casper op een spottende toon. 'Laat haar er buiten!' Schreeuw ik. 'Lyra.' Fluistert Jazz achter me. 'Het is het niet waard, kom.'
Ik draai me om. 'Dat is het wel.' Zeg ik dan. 'Je moet stoppen je te gedragen als een kleine kleuter! Je bent verdomme zeventien! ZEVENTIEN! Jij moet me helpen, ik reken op je, je moet het me niet moeilijker maken! En je moet al helemaal mijn vrienden niet staan te beledigen, je bent dan mijn broer maar ik ben er totaal overheen, ik ben niet bang om je op je nummer te zetten, en blijkbaar, als de kleuter die je bent heb je het nog nodig ook!' Roep ik kwaad uit. 'Lyra..Het is genoeg.' Zeg Abby zacht. Ik kijk haar dankbaar aan om niet de indruk te wekken dat ik boos op haar ben 'Ja, dat is het inderdaad.' Snauw ik naar Casper en ik baan me een weg naar de andere kant van de kamer.
Ik wordt gewekt door een tedere kus op mijn lippen. Mijn ogen schieten open en ik kijk recht in die van Argus, blauw en met een sprankeling zo als altijd.
Maar deze keer is het niet zo als altijd..Het zijn tranen. 'Lyra, je moeder komt jou en je broer halen,' Na een korte aarzeling voegt hij er aan toe 'Ga alsjeblieft niet.'
Ik sta slaperig op en ik loop naar een van de wanhoopsgeesten die voor de deur van de cel staat..Nou zweeft. 'Als ik niet ga, gaan jullie dood dus ik ga, en Casper ook.' Zeg ik zonder hem ook maar aan te kijken. 'We zijn hopelijk zo terug.' Zeg ik tegen Jazz en de anderen om ze gerust te stellen...
'Ah, mijn favoriete strijders.' Snerpt mijn moeders stem. 'Zal ik laten zien wat ik voor jullie heb?' Ik maak een buiging en kom dan zonder ook maar iets terug te zeggen weer overeind. 'Mnnmm, dat is anders,' Zegt mijn Nyx terwijl haar in nacht gehulde gestalte om me heen loopt. 'Jij mijn liefste bezit natuurlijk ook iets van de krachten van Artemis...Net zo als de kinderen van Apollo ook iets van Hephaistos hebben, want de zon is een vuurbal en hij is god van vuur..Maar jij, jij hebt wel heel veel van die godin mee..Het bevalt me niet, waarom heb je niet net iets meer Hades net als je broertje?' Ik kijk haar kwaad aan. Bedankt mam! 'Maar voor jou 'Kleding' kan ik toch wel iets van haar gebruiken.' Als ik naar beneden kijk zie ik een zilveren harnas. 'Wauw..' Mompel ik er hangt een perfecte zilveren boog op mijn rug en mijn haren zijn in een klap weer aangegroeid.. 'W-wat is er gebeurd?' Vraag ik verward. 'Oh, ik heb je wat mooier gemaakt, zorg nu dat je haar wel lang blijft schat.' Casper staart me verbaasd aan. 'Lyra..Je bent..Knap..' Zegt hij verbaasd. 'Bedankt.' Mompel ik nors. Hoe zou het met de rest zijn. Ik bekijk mijn wapens en tot mijn verbazing hang Aletheia gewoon aan mijn zij. Glunderend laat ik het wapen ronddraaien in mijn handen. 'Lyra?' Vraagt Casper dan onzeker. Ik kijk op en dan zie ik hem..Hij is zojuist van een ongewassen kleine jongen naar een knappe man gegaan. Mijn mondhoeken krullen omhoog. 'Je lijkt wel een ridder.' Zeg ik grijnzend.
Net op dat moment knipt Nyx met haar vingers. 'Bijna vergeten zeg.' Zegt ze en ik kan het niet met zekerheid zeggen maar ik dacht dat ze glimlachte. 'Jullie paarden.' Er verschijnen twee zwarte paarden. 'Jullie zullen zo in de arena verschijnen met zijn alle, dan zal ik bekend maken wie er tegen wie zal strijden.'
Reageer (1)
Casper is niet aardig -,- arme Lyra, vind je net je broer weer en dan krijg je ruzie wel weer heel leuk geschreven
9 jaar geleden