Hoofdstuk 26
'Hoe heet je trouwens?' vroeg ze, waarschijnlijk om het gesprek naar een ander onderwerp dan de onderwereld te leiden.
'M-mijn naam zeg je?' Ik keek even verbaast en schrok er een beetje van omdat ik zelf nooit een naam heb gehad.
'Ja je naam. Hoe heet je?' Ik moest wat verzinnen. Rho zei elke keer een naam tegen me. Wat was die naam ook al weer?
'Dave... Denk ik...' Zei ik met veel Verwarring.
'Denk je?' Het meisje moest opeens lachen. Wat was er nou weer grappig aan mijn reactie?
Opeens knorde m'n maag een beetje... Een geluid en gevoel wat me niet zo blij maakte. Uit een reflex legde ik mijn hand op mijn buik. Het meisje moest nog meer lachen en huppelde bijna de keuken in. Ze riep uit de keuken dat ze wel iets voor me ging maken.
'Wat ga je maken?' vroeg ik nog steeds verward. 'Het is nu niet bepaald het moment om te gaan knutselen, hè!'
Het meisje antwoordde niet. Dus ik bleef wachten, tot een heerlijke geur mijn neusgaten binnendrong. In de wolken volgde ik de deur en botste ik bijna tegen het meisje op. Ze stond in een paar potten te roeren.
En terwijl ik als gehypnotiseerd naar de potten staarde, vroeg ik: 'Hoe heet jij trouwens?'
'Mijn naam? Ow sorry. Ik was inderdaad vergeten mijzelf voor te stellen. Ik heet Delayla.’
'Leuke naam heb je dan. Euhm. Wat maak je?'
'Iets wat jij toch niet zal kennen. Je oude dieet is veel te eentonig om ander voedsel te bevatten. Of überhaupt te kennen. Dus wacht jij maar af draakje.'
Ik grom een beetje. Moest ze me per se draakje noemen... Ik houd niet zo van verklein woorden. Ik liep weer terug de kamer in en ging weer zitten op m'n stoel wachtend op eten...
Na ongeveer tien minuten riep Delayla dat het eten klaar was. Snel haastte ik me naar de keuken, waar ik aan een andere tafel schoof. Het bord stond al voor me klaar, keurig bedekt met allerlei lekkers. Of... Ik hoopte toch dat het lekker was, zo rook het alleszins toch wel...
Voorzichtig porde ik met mijn vork in het eten. Ik had dit inderdaad nog nooit gezien. In mijn 'vorige' leven at ik enkel vlees... Al het andere was me dus nog onbekend.
'Probeer maar,' spoorde ze me aan.
Ik stak mijn vork in het groene spul en bracht het naar mijn mond...
Ik stopte het voer in m'n mond. Het smaakte naar iets wat ik nog nooit heb geproefd. Het smaakte lekker. Maar anders dan dat ik gewend ben. Ik kauwde erop en het kraakte lichtelijk in m'n mond. M'n tanden voelden niet scherp maar plat soort van, met hobbels.
'Lekker?' Het meisje vroeg dat met een heel blij gezicht.
'Ja het is lekker. Maar wat is het?'
'Een soortement van groente.'
'Groente! Maar dat is toch giftig!?!' Het meisje moest toen weer lachen.
Het meisje trok haar mond open om iets te zeggen, maar net op dat moment vloog er iets door de lucht. Het belande met een harde klap tegen haar slaap en ze viel geluidloos neer.
Ik keek geschokt naar de lege stoel tegenover me...
Wat...?
'Wat had je gedacht?' hoorde ik een duistere stem vragen en onbewust kromp ik ineen. 'Dat je zomaar weg kon lopen?'
'Ne-nee... Ik vind je eng...'
'Eng? Als je me nu al eng vind. Dan moet ik je ook maar misschien gaan leren wat eng is. Je bent niks gewend.' Hij zei het op alle verschillende manieren qua emoties die ik ken dat ik er helemaal gestoord van word.
'En je gaat nu mee! Begrepen!?!' Zei hij op een strenge toon.
'Ik wil niet mee.' Ik wilde mijn angst bedrukken, maar het kwam er op een trillende manier uit...
'Je wilt niet?' De man schaterde het uit van het lachen, maar nu niet bepaald op een leuke manier. 'Denk je echt dat je een keuze hebt?' vroeg hij terwijl zijn ogen bijna uit zijn kassen puilden van woede.
Ik slikte en wist niet wat te zeggen.
Wat zou hij doen als ik nu op de vlucht sloeg?
Zou hij me bij kunnen houden?
één ding wist ik wel. Die man wilde mij.
Die man kwam naar me toe gelopen en wilde me mee sleuren met stoel en al.
'Kom mee jij!'
'Nee!!'
Ik zag aan de beweging die de man maakte dat hij me wilde slaan toen opeens...
'Stop!' Het meisje keek ons aan en ik zag een lijntje bloed lopen van de plek waar ze geslagen is richting de wang.
'Je was beter op de grond blijven liggen,' snauwde de man woest terwijl hij op het meisje afstapte.
Ik wist dat ik iets moest doen, maar wat?
Ik keek om me heen en mijn oog viel op het scherpe mes dat op het aanrecht lag...
Ik liep er geluidloos naar toe terwijl de andere twee tegen elkaar aan het schreeuwen waren. Ik pakte het mes geluidloos op en liep geluidloos weer terug. Ik hief de mes omhoog richting de man... Toen...
Er zijn nog geen reacties.