Hoofdstuk 25
Terwijl het meisje terug naar de rek liep, zakte ik verder weg in de zachte zetel. Het voelde goed, hier te zijn. Voor de eerste keer had ik het gevoel dat er helemaal niks meer mis kon lopen.
'Ik maak wel wat rustgevende thee.'
'Thee?'
'Ja...' Ze zuchtte. 'Ik had kunnen weten dat je het niet kende. Je ziet het zo wel.'
Ze begon wat te rommelen en ik hoorde wat rammelen. Zonder te weten wat ze eigenlijk aan het doen was. Ze maakte water warm op een vage wijze en deed daar iets in en nog iets. Ik wist niet wat het was. Maar ik keek er redelijk geïnteresseerd naar. Later schonk ze het goedje in een bak of kom en zette het op de tafel. Ik keek haar vragend aan.
'Wat is dat?'
'Dat is de thee...'
Ik rook er even aan. Ik kon de geur niet meteen een plaatsje geven. En toch, ook al wist ik niet wat het inhield, nam ik de mok in mijn handen en nam ik een klein slokje. De warme vloeistof gleed door mijn keel, wat een aangenaam gevoel was. 'Lekker,' lachte ik.
Het meisje knikte. 'Geniet er maar van. Ik ga ondertussen verder zoeken.' En ze huppelde de kamer bijna uit.
Ik keek weer terug naar de mok. Het smaakte lekker. Maar kende het niet. Zou het komen omdat ik nu niet mijzelf ben. Waardoor de smaak ook niet van mijzelf is? Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik weet ook niet wat ik er wel van moet verwachten nu ik niet mijzelf ben, een verlosser? Ik heb nu het verhaal gehoord maar ik, ik geloofde het niet. Ik wilde het niet geloven. Al genoeg in mijn leven voelde ik me alleen. En misschien was ik wel bang om weer alleen te zijn met die status. Eigenlijk was ik heel veel op mijzelf. Maar ook die wezens willen wat gezelschap.
En nu was ik hier. Niet meer alleen, maar bij het meisje. Hoe lang zou dat nog duren? Zou ze bij me blijven? Of me in de steek laten, of verraden zoals alle anderen? Ik wilde het weten, maar een antwoord op al m'n vragen had ik niet. Dat had niemand.
Ik wilde een gesprek aanknopen met het meisje, maar vond de woorden niet, waardoor ik gedwongen werd om te zwijgen en af en toe eens een slokje van m'n thee te slurpen.
Het meisje kwam met niks weer terug en ze zei dat ze weer wilde praten.
'Je ziet er naar uit dat je niet geniet van je huidige vorm.'
'Nee dat doe ik ook niet. Het enige nut is dat ik niet zo groot ben en niet zo opval. Het erge is nog, dat ik niet weet hoe ik normaal kan worden.'
'Alles op z'n tijd. We moeten even je vloek verminderen. Die man heeft je geclaimd. Dat hij daar überhaupt tijd voor heeft. Hij is normaal bezig met de onderwereld.'
'Onderwereld? Wat zeg je nu!?!' Zei ik verrast terug.
'Laat maar,' mopperde het meisje. 'Ik wil je niet nog meer zorgen bezorgen.'
Ik liet even een grom horen. Het was niet fijn als mensen dingen voor me achter hielden, ook al gebeurde dat zo vaak...
Er zijn nog geen reacties.