Tegen het einde aan...
Er ging een week voorbij. Alles was klaar voor de strijd. In alle 3 de kampen waren de nodige voorbereidingen getroffen. Ritus had een flinke uitbrander gekregen van zijn generaal Nicolaï. De volgende dag zouden ze het kamp van Purotus aanvallen. Hij kreeg de opdracht om alle zonen van Purotus te doden. Hij zat in tweestrijd met zichzelf. Aan de ene kant wilde hij gehoor geven aan dat bevel, maar iets belette dat. Kwam het misschien door zijn zoon, die hij gevangen had zien worden? Of dat hij hem miste? Hij wist het niet. Aan de ene kant was hij ongenadig, maar ver weg, diep in zijn hart, hield hij van zijn gezin. Met pijn in zijn hart had hij Alandra gedood. Hij zag geen angst, alleen de liefde die ze voor hem koesterde. Hij had haar verloren, en dat zal niet gebeuren met zijn zoon. Dat zweerde hij op zijn leven.
“Iedereen klaar? Dan vertrekken we!” riep Purotus. Iedere vrijwilliger (bijna iedereen, buiten de zwangere vrouwen) had zich bij het monsterleger van 110.000 mannen en vrouwen aangesloten. Ze gingen naar het afgesproken slagveld. Deze slag zou de geschiedenis in gaan als ‘De drakendood’. Heel de familie van Halambra deed mee.
Ze waren er klaar voor. In alle ogen brandde het vuur van haat jegens elkaar. Geesten, Doders en Rijders gingen tegen elkaar vechten, in deze beslissende slag.
Reageer (1)
Ik vind het een goed verhaal, ik zou het spijtig vinden als je ermee stopt.
9 jaar geledenEn een tip: misschien kan je beter elk hoofdstuk aan één persoon wijden, dus iets langere stukjes uit één standpunt, saus is voor lezers gemakkelijker om te volgen.