Opeens kwam een hongerig gevoel opzetten. Hmm... Waarom is hier nu geen eten? dacht ik bij mezelf.
Ik mokte nog een beetje door, tot ik besloot om gewoon te gaan liggen, en te hopen dat dit alles voorbij zou zijn wanneer ik terug wakker werd...
Ik werd wakker van een kou gevoel en ging schrikkend overeind zitten.
En als ik al niet genoeg schrok, schrok ik nog een keer door m'n lichaam. Ik was nog steeds niet normaal...
Waarom kon dat gewoon niet stoppen...
Opeens hoorde ik wat rommelen in m'n maag. Had ik honger?
'Ik heb honger!' brabbelde ik tegen niemand in het bijzonder.
Niemand reageerde, en ik mokte verder.
Waarom moest dit mij toch allemaal overkomen?
Kon het niet een keer gewoon goed gaan? Zonder het gevangenschap? Ik had er nooit voor gekozen om vast te zitten! Ik wilde vrijheid! Meer vroeg ik niet! Maar blijkbaar verstond niemand mijn verlangen...
Welke dag was het wel niet? Hoelaat zou het wel niet zijn? Dag, nacht, avond, middag, alles leek even donker te zijn. Er waren ook geen ramen. Alleen dit verdoemde grot. Ik zuchtte. Ik wilde hier uit. Maar hoe. Dat werd mij niet verteld.
Waarom moest ik van die man zo leven? Als een gelijke als Yandri en Rho. Ik haatte Rho op deze manier nog meer dan daarvoor. Ik voelde me zo zwak nu. Rho zou me vermoorden omdat zij in het voordeel is omdat zij haar hele leven zo is. En ik?
Ik zit hier nu alleen. Te wachten op niks. Geen vooruit gang. Geen punt om naar uit te kijken.
Waarom wilt die man mij?
Zoals hij al zei. Ik ben uniek...
'Je hebt het weer eens grondig verpest, is het niet?' hoorde ik iemand naast me zeggen. Met een ruk draaide ik me om en keek ik recht in de fel-bruine ogen van Pi. Ze glinsterden een beetje.
Arg... Aan hem had ik ook geen nood. Ik had niemand nodig die tegen me kwam zeggen hoe erg ik alles vergald had. En als zeker niemand die zo betweterig als Pi was.
'Ga weg...' gromde ik. En tot m'n grote verbazing was deze zin nu wel verstaanbaar.
'Dus je wilt m'n hulp niet?' vroeg Pi plagend, met een overdreven opgetrokken wenkbrauw.
'Ik heb op dit moment veel te veel hulp nodig. Jij denkt dat je me kan helpen?' Begon ik weer.
'Het eerste wat ik wil is weer worden voor deze vervloekte lichaam...'
'Wees blij dat je van lichaam kan veranderen. Sommige wezens dromen daarvan'
'Vertel me dan hoe het moet. Please. Ik word gek van mijzelf... Vertel me hoe ik weer kan worden voor ik dit lichaam werd...'
'Als dat je gelukkig maakt vertel ik het wel.' Zei hij rustig.
'Maar weet je het zeker?' ging hij verder. 'Je hebt de leuke kantjes van dit lichaam nog niet ontdekt!'
'Leuke kantjes?' vroeg ik ongelovig.
Pi lachte heimelijk en ik zag hoe hij naar boven zweefde. In het donker zag ik hem amper, maar plots vielen er een paar dozen op de grond en zag ik een smal raampje.
'Dacht je nu echt dat je daar met die dikke drakenkont van je door kon?'
'Die is niet dik.... Alleen wat opgezet....'
Pi begon vermakelijk te lachen....
'En wat dan nog. Hoe kom ik nu bij die raam? De enige manier om zo hoog te komen is door er heen te vliegen.'
Pi begon weer te lachen....
'Gebruik je hersenen eens een keer,' zei hij, nog steeds lichtelijk geamuseerd.
'Kan ik niet,' zei ik droog. 'Rho zei dat ik ze niet heb.'
En deze keer verdween Pi's glimlach. 'Rho zegt zoveel. Vertrouw me maar!' Ik kon enkel wensen dat ik ooit weer iemand zou kunnen vertrouwen...
Ik begon te staren naar dat raam.
Ik begon te springen. Maar kwam niet zo hoog. Bij lange na niet. Hoe moet je het dan doen? Ik keek om mij heen en zag enkel alleen die dozen.
Die dozen zijn redelijk groot. Ik duwde ze doelloos richting het raam en begon erop te klimmen. De dozen zakte niet in. Wat verbazend was maar ze waren blijkbaar heel sterk. Normaal gesproken zakte ik er al lang doorheen. Met springen kwam ik er net niet. Ik zag een randje op een steen en klom omhoog Het raam was een open gat. Was ik gered?
Half kronkelend kroop ik door het kleine raampje. Een keer dreigde ik vast te zitten, maar uiteindelijk kreeg ik mezelf er toch door, met veel moeite wel te verstaan.
Maar... Ik had niet echt rekening gehouden met wat daarna kwam, dus eenmaal uit het raam, sukkelde ik naar beneden en kwam ik hard op de grond terecht. Het deed dramatisch veel pijn. Ondraagbaar...
Ik keek omhoog - want ik viel op m'n rug - En zag dat het niet zo hoog leek vanaf hier... Zwak! dacht ik. Waarom... Ik wilde zo graag weer mijzelf zijn... Maar hoe?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen