Foto bij Onweer!

Dit is het langste hd datk tot nu toe heb geschreven! Wel bijna 3x zo lang! Maar ja... je hebt ook vrij weinig te doen als je ziek bent... :'(

Na school deed Roos, samen met de andere stalhulpen van vakantiepark Sunshine Valley, de gebruikelijke klusjes. Het werk was een stuk makkelijker nu het dikke pas sneeuw was weggespoeld door de regen van pas geleden.
Je kon niet alleen aan het mooie weer, de fluitende vogeltjes en pas geboren veulens (waar de stalhulpen trouwens hun handen aan vol hadden, de lente was altijd druk!), merken dat het lente was. Het vakantiepark zat namelijk flink vol.
Mevrouw Brown (de vrouw van de baas die een tijdje samen met Roos voor Wonder had gezorgd toen ie doodziek was), had het maar druk. Zij werkte achter de receptie van Sunshine Valley waar alle gasten inchecken en terecht kunnen met vragen, problemen of leuke dingetjes om te doen.
Je kon ook merken dat het lente was door de mensen die een paard huurden. Ze wilden erop uit met dit mooie weer. Roos gaf ze groot gelijk. Het liefste wilde ze ook wel even met Jolly op het strand gaan rijden om van het mooie weer te genieten, maar helaas was Jolly, net als vele andere paarden (in ieder geval even wat minder werk met het verzorgen van de paarden), al ingehuurd door
een klant. Dat vond Roos wel jammer.
Roos twijfelde of ze niet tóch hulp in moest schakelen voor James, ondanks zijn bezwaren. Dit kon toch zo niet doorgaan? Uiteindelijk had ze besloten het maar niet te doen. Ze wilde haar relatie met James niet op het spel zetten.
Het uur daarna had Roos haar handen vol aan de stallen uitmesten, het erf vegen, paarden die net gereden hadden of nog moesten rijden verzorgen en op en afzadelen, hoofdstellen en zadels poetsen, het stalpad schrobben, de paarden voeren, de paarden uit de wei halen en naar de wei brengen en zelfs de ramen van de stallencomplexen boenen want die hadden echt weer eens een keer een beurt nodig!
Het was zes uur. De klusjes voor Roos zaten erop. Morgen zal ze wel over haar hele lichaam spierpijn hebben. Godzijdank had ze pas donderdag weer gym. Dan zou ze, bewapend met een racket, een tennisbal tegen iemands hoofd aan meppen! Ten minste... daar was ze wel goed in! Per ongeluk natuurlijk! Meestal dan, haha! Ze lachte in zichzelf. Nee, zoiets zou ze niet éxpres doen. Bij niemand. Zelfs niet bij Avery. Zelf wist ze ook niet waarom ze soms toch zo'n zachtgekookt ei was. Avery zou het wel bij háár doen. Met alle plezier zelfs.
Roos schudde lachend haar hoofd. Sinds dat gedoe op het kerstbal leek het wel of Avery en Jonathan er ineens niet meer bijhoorden. Roos vond het eigenlijk wel zielig. Hoe gemeen ze ook tegen mij heeft gedaan, dacht Roos. Ze weet hoe het voelt en dat wenst ze niemand toe.
Roos is wel bang voor de wraak van Avery die hoe dan ook nog gaat komen. Tot nog toe heeft ze vrij weinig ondernomen. Maar het Avery weet je het nooit...
Roos spoelde de lege voeremmers om en zette ze terug in de voorraadschuur. Ze zei Joey, Jessey en de anderen gedag, en sprong op de fiets. Ze hoefde zich niet officieel af te melden bij meneer Brown wante ze werkte hier eigenlijk niet. Niet officieel ten minste. Ze werd niet voor haar werk betaald zoals de andere. Ze werkte hier vrijwillig, en dat deed ze graag! Eigenlijk zou ze alleen in de zomervakantie hier werken maar dat werd uiteindelijk toch langer.
Roos moest moeite doen om te trappen. Ze merkte het nú al in haar benen! Hoe erg zal de spierpijn morgen dan wel niet zijn! Nou ja... morgen is morgen en dat zien we dan wel weer, dacht Roos. Voor nú; trappen en zorgen dat je om half zeven thuis bent.

Kwart voor zeven. De wind tegen had niet heel erg geholpen. Uitgeput kwam ze thuis. Ze nam vlug een douche en schoof aan de eettafel. Oma Bettie zette net het eten op tafel.
"O god, ik dacht echt dat ik te laat zou komen!"
Oma Bettie glimlachte en schepte voor haar schoonzoon en kleindochter flink wat spinazie op. Roos snoof tevreden. Net als haar vader.
Jeffrey keek zijn dochter plagend aan. "Ik wed dat je mijn beroemde verbrande aardappelen niet mist," plaagde hij.
Roos schudde haar hoofd en nam een grote hap.
Oma Bettie zette de pan weg en begon zelf ook te eten.
"Het is zoals altijd heerlijk Bettie," zei Jeffrey genietend.
Oma Bettie glimlachte dankbaar. "Dankje Jeffrey. Jullie hebben zeker weer hard gewerkt."
"Druk druk druk!" antwoorde Roos en Jeffrey tegelijk. Ze moesten alle drie lachen.

Na een heerlijk toetje wilde Roos niks liever dan eventjes naar de kudde toe, ook al had ze maar zat huiswerk.
Roos aarzelde even. Zal ze het vragen? Het was langer licht nu het lente was en de winter voorbij. Dan kon ze eindelijk weer een keertje 's avonds naar de kudde toe in plaats van 's morgens. Al was ze niet zo bang uitgevallen hoor! In de winter is het in de ochtend ook nog donker, ook in het bos, dus Roos heeft flink wat moed gekweekt! Al zegt ze het zelf!
Roos nam een besluit. Ze stapte op haar vader af die in de woonkamer een boek zat te lezen, met zijn leesbril op het puntje van zijn neus. Roos moest toegeven dat het een grappig gezicht was. Haar vader droeg eigenlijk geen bril. En nu had ie hem op het puntje van zijn neus! Haha!
"Uh pap?" Hij keek haar vragend aan.
"Mag ik even Harry gaan helpen in het vogelpark?"
Haar vader wierp een blik naar buiten. "Het kan ieder moment gaan regenen!"
"De vogeltjes moeten dus snel in hun binnenhokje," drong Roos aan. Het was haar meestgebruikte smoes en haar vader zag hem al aan komen.
"Goed dan, het is nu kwart voor acht, om negen uur thuis dan! Huiswerk is ook belangrijk!" hielp Jeffrey haar herinneren. "Je hebt net alles weer opgehaald. Het moet niet weer naar beneden."
Roos knikte vlug en gaf haar vader een kus. Hij was dankzij de goede maaltijd van Bettie in een goede bui! "Bedankt pap!"
Roos sprong op de fiets. De lucht boven haar begon donker te kleuren door de donkere wolken die zich boven haar aan elkaar vastplakten. De lucht rommelde gevaarlijk voorspellend. Misschien kwam er zelfs wel onweer. Roos wist één ding zeker; ze zou vóór negenen weer thuis zijn. Want twintig minuten door onweer heen fietsen was niet erg aantrekkelijk!

Roos gooide haar fiets in de natte struik; het was gaan motregenen. Ze controleerde of haar fiets niet te zien was. Daarna kroop ze door het zelfgevormde gat in het prikkeldraad. Ze keek links en rechts. Niemand te zien. Je moest ook echt gék zijn om nu te gaan wandelen met onweer op komst. Fijn, en dan is zíj zo slim (of eerder dom) om zich tussen hoge bomen en een open vlakte te begeven. Stel dat het ook ging bliksemen! Nou ja... dan had ze in ieder geval de grot waar ze al zo vaak met de kudde is gaan schuilen.
Roos rende vlug het onbeschermde veld over richting de bomen.

De lucht rommelde. Ze zigzagde tussen de bomen door. De kudde was zoals ze al verwachtte niet op de vlakte met dit weer. Roos zocht in het bos maar tot hun verbazing kon ze hen nergens vinden!
Roos floot op haar vingers. (Hier had ze ik weet niet hoe lang op geoefend!). Meestal kwam Lively of in ieder geval iemand van de kudde naar haar toe, hoe ver ze ook weg waren, ze konden haar fluitje altijd horen! Maar het bleef angstvallig stil...
"Misschien zijn ze wel in de grot," opperde Roos tegen zichzelf.
Ze ritste haar jas zo hoog mogelijk op. Het begon ineens keihard te regenen. Binnen de kortste keren was ze drijfnat! Van haar haren tot haar sokken.
Mopperend stapte Roos met haar voet uit de plas modder waar ze net was ingestapt, om vervolgens haar haren en jas los te trekken van de tak waar ze achter was blijven hangen. Er kwam een tweede scheur bij in haar jas. Zoals altijd was ze weer lekker handig bezig. Boven haar gaf de lucht opeens een ontzettend harde knal. Roos gaf van de schrik een harde gil die gepaard ging met een felle lichtflits. Waar ze al bang voor was: bliksem...

Aan het einde van het bos aarzelde ze even. De vlakte strekte zich voor haar uit. Géén beschutting. Niks...
Roos haar gezicht werd nog een keer door de bliksem verlicht voordat ze de sprong waagde. Ze dook naar voren en rende! Ze rende en rende en rende! Zonder om te kijken denderde ze door. Anders had ze zichzelf uitgelachen. Zoals ze daar liep. Helemaal doorweekt, tot op haar onderbroek! Compleet onder de modder, bloed op haar wang doordat een tak haar geraakt had, twee scheuren in haar jas (eentje die ze al eerder had opgedaan aan het prikkeldraad, ze was er pas achter gegekomen toen ze er een tweede scheur bij kreeg). Kortom: ze zag er niet meer uit.
De lucht donderde en rommelde. Het leek wel of de goden boos waren dat ze de gok gewaagd had om naar de overkant te rennen!
Eindelijk! De grot kwam in zicht!
Nog twintig meter, nog vijftien meter, nog nog tien nog...
Zoals altijd 'hielp' haar onhandigheid haar een beetje. Haar uitgeputte voeten waren blijkbaar zó óntzettend móé van het harde werk dat ze vandaag allemaal hadden verricht, dat ze (hoe kan het ook anders!) achter EEN STEEN BLEVEN HANGEN!!!
Roos kon nog net bedenken hoe erg ze zichzelf haatte op dit soort momenten, toen alles zwart werd voor haar ogen...

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen