Schrijfwedstrijd One Simple Idea - Opdracht 3
Soms fluisterde ze verontschuldigingen. Als hij haar hoorde, liet hij dat niet blijken.
Zes maanden. Dat was hoelang ze officieel samen waren, al zat het er al veel langer aan te komen. Toen het nieuws zich verspreidde wisselde er onder zijn vrienden een hoop geld van eigenaar, want er bleken weddenschappen te hebben gestaan op wanneer ze eindelijk tegenover zichzelf zouden toegeven dat ze al drie jaar om elkaar heen draaiden.
Zes maanden. Dat was hoelang het had geduurd tot ze zo paranoïde was dat ze zijn mobieltje van tafel pakte toen hij tijdens het kijken van een film naar de wc ging. Ze vertrouwde hem wel, hield ze zichzelf voor. Dat was het probleem niet. Het probleem was dat hij zich vreemd gedroeg de laatste tijd. Ze was zich er bijna zeker van dat er iets mis was, maar ze wist niet of het beter zou zijn als ze gelijk bleek te hebben, of als het allemaal in haar hoofd bleek te zitten. Dat zou immers betekenen dat er iets mis was met haar.
Ze hield de telefoon een paar seconden besluiteloos in haar handen voordat ze toch het scherm tot leven bracht.
Ze bracht hem bloemen. Hij reageerde niet.
Na die zes maanden en die ene blik op zijn telefoongeschiedenis, kostte het nog maar nauwelijks twee dagen tot ze het niet meer uithield over haar ontdekkingen te zwijgen. In haar hoofd had ze geoefend hoe ze dit onderwerp aan wilde snijden, maar helaas gingen dingen in werkelijkheid nooit zoals in haar fantasie. Deze relatie was daar alleen al een goed voorbeeld van. Dit was niet wat ze voor zich had gezien, zelfs niet op de momenten waarop ze realistisch had geprobeerd te zijn en er rekening mee hield dat ook verliefdheid soms niet lang leefde.
En dus schreeuwde ze voor zo’n vijf minuten tegen hem. Ze had verwacht dat hij daarna wel wat te zeggen zou hebben, dat hij zichzelf zou willen verdedigen of op z’n minst een excuus zou hebben voor hoe vaak hij met iemand gebeld had die Michelle heette, maar nee. Niets. Hij fronste en keek verdrietig, maar zei geen woord.
Pas toen ze de volgende ochtend haar tas had gepakt en meldde dat ze voor onbepaalde tijd op reis ging, had hij opeens wel weer wat te zeggen. Hij had haar wat te vertellen, zei hij, en dat het allemaal niet was wat het leek. Ze gooide de deur achter zich dicht voordat hij meer clichés uit de kast kon trekken.
Ze bracht hem nog meer bloemen, want ze kon niet aanzien dat zijn buurvrouw een groter bloemstuk had dan hij.
Het vinden van een slaapplek was niet lastig. Ze had een tante in Berlijn die haar al een jaar lang probeerde over te halen eens voor een langere periode op bezoek te komen.
Veel moeilijker was het om hem dood te blijven zwijgen, zoals ze zichzelf had beloofd. Er was een reden dat ze was vertrokken. Ze zou dat allemaal nutteloos maken als ze nu meteen weer haar telefoon opnam om met hem te praten, zelfs al bleef het ding maar rinkelen en rinkelen. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen om het ding uit te zetten, want ergens was het toch wel prettig om er voortdurend aan herinnerd te worden dat hij haar nog niet had opgegeven.
Uiteindelijk was het haar tante die de definitieve beslissing nam over of ze op moest nemen of niet. De telefoon belandde in een prullenbak ergens in een winkelstraat in Berlijn, waar hij af en toe voorbijgangers aan het schrikken maakte door plotseling af te gaan.
Ze vroeg zich soms af of hij überhaupt wel wilde dat ze langskwam. Het was lastig daar een antwoord op te vinden.
Toen ze twee weken van Berlijn had genoten, was ze voldoende afgekoeld om erover na te denken toch nog eens terug te gaan. Ze kon niet voor eeuwig wegblijven, tenslotte. De waarheid was echter dat ze dat wel het liefst zou willen. De confrontatie was onvermijdelijk, maar dat betekende niet dat ze niet kon proberen te doen alsof er een andere optie was.
Ze bleef dus nog een week bij haar tante, wat geen straf was, aangezien er nog steeds voldoende steegjes en gigantische gebouwen in Berlijn waren die ze nog niet had gezien. Toen nog een week. En nog één. Tegen de tijd dat ze uiteindelijk toch weer op de trein stapte richting huis, waren er twee volledige maanden verstreken.
Ze had de sleutel van zijn appartement nog. Toen ze binnenkwam, stonden zijn vrienden daar, die van de weddenschap. Hij was er niet meer. Michelle, die op de afdeling oncologie werkte in het ziekenhuis, nog wel.
Hij zei tegenwoordig net zo weinig als die ene middag, maar dit keer kon ze het hem nauwelijks kwalijk nemen. Een meter onder de grond liggen was een goed excuus voor stilte.
Er zijn nog geen reacties.