Prologue
but your soul was black
Daar zat hij weer, zoals elke zondagavond. Elke zondagavond maak ik een kleine wandeling door het park vlak bij mijn huis. Sinds een paar weken terug zit daar steeds een jongen. Ik heb geen idee wie hij is, of wat hij hier doet, maar ik weet wel dat hij ontzettend knap is. Ik loop langs hem heen en glimlach klein naar hem. Opeens staat hij op en gaat naast me lopen. Mijn hart begint sneller te kloppen. Gaat hij me nou eindelijk aanspreken? Ik schrik als hij mijn pols vast grijpt. Zonder te laten merken dat ik geschrokken ben draai ik me naar hem toe. Hij drukt zijn telefoon in mijn hand. "Je nummer." Ik grinnik even en zet mijn nummer in zijn mobiel. "Alsjeblieft." Ik geef zijn mobiel terug, waarna hij hem meteen terug in zijn broekzak doet. Van dichtbij is hij nog veel knapper. Zijn ogen zijn felblauw, terwijl zijn haren vrij donker zijn. Hij heeft iets mysterieus over hem heen, wat ook enorm aantrekkelijk is. Opeens buigt hij zich naar me toe en drukt hij zijn lippen op die van mij. Ik glimlach klein en zoen hem zonder na te denken terug. Normaal zou ik nooit zomaar een vreemde jongen zoenen, maar deze jongen heeft iets speciaals. Na een paar minuten stopt hij met zoenen. Voordat ik nog naar zijn naam kan vragen voel ik een harde klap in mijn gezicht. Tranen prikken achter mijn ogen terwijl ik geschrokken naar mijn wang grijp. Het blijft niet bij deze ene knap. Hij geeft me een trap in mijn maag, waardoor ik op de grond val. Hulpeloos grijp ik naar mijn maag, in de hoop dat de pijn verminderd. Ik krijg nog een trap tegen mijn hoofd en dan rent de jongen weg. Kreunend van de pijn blijf ik alleen achter.
Er zijn nog geen reacties.