De Alfa loopt de Vila binnen en wenkt ons dan.
'Jullie moeten buiten blijven,' zegt hij tegen de wolven die ons hier heen hebben gebracht. Ze lopen meteen weg.
'Kom binnen, maar verander wel in een mens alsjeblieft.' Ik verander en loop achter de alfa aan. De heerlijke geur van appeltaart stroomt mijn neus binnen. Ik kijk om me heen en zie een keuken waar een prachtige appeltaart in staat te koelen.
'Laten we naar mijn kamer gaan. Dan kunnen jullie daar alles over jullie zelf vertellen.' Mijn vader knikt. We lopen een prachtige trap op van hout met rode versieringen. Boven aan de trap is een deur, de werkamer van de Alfa. Mijn hart begint sneller te kloppen, daar wordt
Zo meteen besproken of we in de pack mogen ja of nee.
'Kom binnen, en ga maar op een stoel zitten.' We stappen de kamer bInnen en gaan zitten. Na een lange kille stilte begind de Alfa met het gesprek.
'Waar komen jullie vandaan?'
'Wij kwamen uit een pack hier ver vandaan, maar daar zijn we weg gestuurd.'
'Wie zijn wij?'
'Ik en mijn echtgenoot, Elena was toen nog niet geboren.'
'Waardoor kwam het dan dat jullie werden weg gestuurd?'
'Nou ja, we luisterden nooit echt naar de bevelen.... En we deden wat we zelf wilden.'
'Ik denk dat we een soort proeftijd zullen instellen. Dan zal ik zeggen of jullie bij de pack mogen.'
'Mag ik nog wat vragen,' vraag ik voorzichtig.
'Natuurlijk, vraag maar raak.'
'Hoe van het dat iedereen goud bruine ogen heeft?'
'Dat heeft er mee te maken bij dat ze bij deze pack zitten, elke pack heeft andere kleur ogen. De genen die jou vandaag aanvielen hadden rode ogen, dus kwamen ze van THE blood pack.' Ik krijg een plotseling een rilling over mijn rug..
'Ik neem aan dat jullie gewoon nog in jullie eigen huis blijven wonen zolang jullie niet officieel bij de pack horen.'
'Dat klopt.'
'Oké ga nu maar, maak kennenis met de pack.' We lopen naar de deur en gaan er door heen. De trap af en naar buiten. Daar staan verschillende wolven en mensen nieuwschierig naar ons te kijken. Ik loop langs ze om de huisjes te kunnen bekijken, mijn ouders blijven staan om met mensen kennis te maken. Ik hoor dat iemand naar me toe komt rennen.
'Hallo!'
'Hai.'
'Dus jij ben nieuw hier.' Ik draai me om kijk recht in het gezicht van een vijftien jarig meisje. Ze steekt haar hand uit en zegt:' Alisia. En jij?' Ik schud haar hand
'Elena. Jullie hebben hier mooie huizen.'
'Dankje! Ik hoop dat je er bij mag!'
'Hoezo?'
'Nou ik denk dat wij erg goede vriendinnen zullen worden. Zullen we een potje rennen?' Ze verandert in een grijze wolf met een bruinige tekening op haar kop. Ik verander ook in een wolf en kijk haar aan. Ze begind te rennen. Ik ren achter haar aan. Ik voel de wind door mijn vacht blazen en reuk verschillende greuren van herten en konijntjes. Al snel heb ik Alisia in gehaald die speels naar mij gromt waardoor ik nog harder ga rennen. Elke keer als mijn poten de grond raken voel ik meer energie door me stromen. Ik sprint over een kleine beek heen en ren weer verder. Na een kwartier te hebben gerend laat ik me op de grond vallen en kom op adem. Niet veel later komt Alisia ook aan en komt naast me liggen. Ik verander terug en ga recht op zitten.
'Nou dat was leuk!'
'Als je zo echt zo hard kan rennen word je zoizo jager.'
'Hoe beldoel je?'
'Bij onze pack zijn verschillende dingen om te doen een soort banen bijvoorbeeld: jager, bakker, kinderoppas, leraar en natuurlijk beta. Als je bij de pack komt word er een soort test gedaan om te kijken wat je het beste kunt. Bij de baan beta zit het anders, elke keer als er een nieuwe Alfa en Luna komt. Elke kiest zijn eigen beta die hem of haar raad geeft als het nodig is. Maar laten we terug gaan naar de pack, je moet waarschijnlijk terug naar huis.' We veranderen in wolven en rennen terug mijn ouders staan al op mij te wachten.
'Kom je Elena? Morgen komen we terug hoor.' Ik knik met mijn kop. Mijn ouders veranderen in wolven en we rennen terug naar huis en ik loop meteen naar boven plof op mijn bed neer en val meteen in slaap.
S'ochtends word ik wakker en ga meteen naar beneden om mijn ondbijt te eten. Ik pak gewoon een broodje en wat drinken. Snel eet en drink ik alles op en schrijf een briefje
Ik ga alvast naar de pack, dus word niet ongerust.
Kort maar kragtig. Ik pak mijn telefoon en ren naar buiten de frisse lucht in. Bij het bos maak ik een sprong en verander in een wolf. Meteen ren ik naar de pack toe en zie dat haast iedereen al wakker is. Ik verander in een mens en loop het dorpje in meteen rent Alisia op mij af en begroet me.
'Hai! Hoe gaat het?'
'Goed hoor! Met jou?'
'Ook goed, ik heb mijn telefoon bij me zodat we nummers kunnen uit wisselen.'
'Goed dit is mijn nummer.' Ze geeft me haar nummer en begind hard te lachen.
'Weetje wat grapig is, mijn broer heeft een oogje op je.'
'WAT!? Wie is dat?'
'Die jongen daar!' En ze wijst naar een jongen met bruin piekerig haar en een licht bruine huid. Ik kan zijn kleine zusje echt niet in hem herkennen. Zij heeft juist een lichte bleke huid en zwarte haren. De jongen komt naar me toe rennen en steld zich voor.
'Hallo ik ben Alexander, en jij bent toch Elena?'
'Klopt, dat heeft je zusje zeker verteld.'
'Dat is waar, heb je zin om met ons me te jagen,'vraagt Alexander.
'Ja we waren van plan om te gaan jagen toen jij plotseling kwam.'
'Maar ik dacht dat jagers dat alleen deden.'
'Nee de jagers die jagen maar die verdedigen ook de grenzen.'
'Dus iedereen mag jagen,' vraag ik voorzichtig.
'Jup, maar kom je nog?' We veranderen in een wolf en rennen weg. De lucht was licht grijs, niks voor de tijd van het jaar. Het eerste prooidier dat voorbij komt is een hert. We pepalen een techniek waarbij Alisia het hert op jaagt en Alexander en ik het doden. Ik wacht in een bosje en zie al snel het hert er een komen rennen. Ik spring voor het hert en grom hard waardoor het dier zich omdraait, maar Alexander staat daar. We springen te gelijk en doden het dier. Als het dood op de grond valt hoor ik een takje achter me breken. En ruik de geur van de Alfa, hij heeft al die tijd staan kijken hoe wij het deden. Ik reageer er niet op maar begin aan mijn eerst zelf gevangen dier.
Na het eten lopen we terug naar de pack en ruik inderdaad de geur van hem. Als we terug zijn zie ik mijn ouders staan ik ren met een kwispelende staart naar hun toe. Ik verander in een mens en vertel het hele verhaal. Ik loop weer weg als de Alfa me plotseling aan spreekt.
'Je kan goed jagen.'
'Dankje maar de andere twee deden het ook heel goed, trouwens ik merkte wel dat je in de bosjes zat.'
'Klopt, ik zei toch dat je een soort proeftijd had waarden ik zal bekijken of jullie mogen blijven. Ik denk dat jij zoizo mag blijven. Je ouders twijfel ik nog een beetje over.'
'Hoezo? Het is toch al heel lang geleden dat ze het hadden gedaan?'
'Het is lang geleden dat klopt, maar ze kunnen het. En dat spreekt me niet.'
'Oww, dus meschien mogen ze niet. Maar voor dat je dat zegt wil je heel meschien wat langer na denken?' Hij knikt en zegt.
'Ik heb me nog niet eens voorgesteld. Ik ben Spike, de Alfa maar ik denk wel dat je dat weet.' Ik knik en loop weg.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen