Hoofdstuk 2 ~ Een nieuw begin
Ik was bezig met mijn haar aan het borstelen toen er werd geklopt op de kamerdeur. " Kom binnen." " O, je bent nog niet klaar." Het was die jongen met die rode sjaal. " Ik ben net klaar. Wat kan ik voor je doen?" Hij liep verder de kamer op en keek me onderzoekend aan. " Uther heeft gevraagd of je bij hem kon komen en je moet even bij Gaius op controle komen vanwege je wond." Ik knikte " Dat zal ik doen, Merlin." Merlin wilde net weglopen maar draaide zich om en zijn blik zei genoeg. Ik kon mezelf niet verraden, althans, nu nog niet. "Hoe weet jij mij naam? Ik heb me nog niet voorgesteld." " O, sorry mijn excuses. Ik zag je voordat ik flauw viel, een paar dagen geleden en ik vroeg aan Guinevere wie je was, vandaar. Maar ik ben Lucia." en ik stak mij hand uit in de hoop dat hij in de gaten kreeg dat ik geen kwaad in de zin had. Hij lachte en pakte mijn hand vast. " Ik ben Merlin en ja, ik ken het gevoel van nieuwsgierigheid wel." Een schok ging door mijn lichaam en ik zweerde dat mijn ogen van kleur veranderen, zoals dat ook gebeurde als ik een spreuk uitsprak. Nee, dit kan niet. Ik kon het niet geloven. Merlin keek me heel even verbaasd aan en keek rechtstreeks naar mijn zij. " Ik denk dat je eerst naar Gaius kunt gaan voordat je naar Uther gaat." " Dan zal ik dat als eerste doen." Ik kon de glimlach niet van mijn gezicht afhalen. Merlin verliet de kamer en ik draaide me om naar de spiegel. Mijn ogen gloeide nog na van de aanraking met Merlin. Beter gezegd Emrys. Een druïde in de aanwezigheid van een grote tovenaar ging niet zonder gevolgen, vooral niet als diegene ook magische krachten bevatte. Ik keek naar mijn zij. Er zat weer een enorme bloedvlek. Met mijn hand op de wond sprak ik twee spreuken uit. Eentje om het bloeden te stoppen en er een korst op te laten groeien en eentje om de vlek te verwijderen. Gelukkig hadden mijn ogen hun eigen, groene kleur teruggekregen en ik kon naar Gaius.
Nadat ik me drie keer had verlopen in het kasteel, had ik uiteindelijk aan een bewaker gevraagd om mij te brengen naar Gaius en ik klopte op de deur. Merlin maakte open. " Nou dat heeft lang geduurd zeg. Gaius zit al lang op je wachten." "Merlin, moest jij niet iets doen voor Arthur?" Ik moest lachen om de toon waarop Gaius het zei. "Merlin, ik wil jouw wel eens zien als jij totaal vreemd bent in een kasteel. Gaius lachte " Dan had je hier moeten zijn toen hij hier in het begin woonde, toen verdwaalde hij de hele tijd." Merlin gaf Gaius een blik alsof hij hem wat kon aandoen. "Moest jij niet naar Arthur?" " Pff hij kan goed voor zichzelf zorgen." " Merlin, ik ga me echt niet half uitkleden waar jij bij staat!" Merlin keek me van boven tot onder en ik rolde mijn ogen. Voor een grootste tovenaar moest hij toch echt manieren leren om om te kunnen gaan met vrouwen. Opeens viel mij op waar hij naar keek. Mijn rechterzij! Verdomme! Ik moet dingen echt beter plannen. Merlin keek me heel achterdochtig aan. "Merlin, het is nu echt tijd om te gaan! Ik moet ook nog vandaag langs bij Koning Uther." "Ja, ja, ik ben al weg." en hij sloot de deur achter zich. " Is hij altijd zo lastig?" Gaius gebaarde dat ik op de tafel moest zitten. " Alleen als zijn interesse is gewekt." Ik lachte " Zo'n verschijning ben ik toch ook weer niet?" Ik maakte mijn jurk open zodat Gaius me kon controleren. " Nou, je haarkleur komt heel weinig voor dus je blijft zeker niet onopgemerkt. Ik denk dat je volledige zult genezen of nog beter zelfs, je houdt niet eens een litteken over." Er klonk verbazing in zijn stem en ik keek naar de plek waar mijn had gezeten. O, nee. Je moet een grapje maken. Die spreuk was te sterk. Nog geen week in Camelot en twee mensen hebben mij al ontdekt. Dekmantel, Lucia, dekmantel. " Ja, ik ben altijd al een sneller heler geweest. Alleen hij doet wel inwendig pijn nog." Gaius leek het te geloven. " Als het na drie dagen nog steeds pijn doet, moet je even terugkomen." " Zal ik doen!"
Aangekomen in de troonzaal, voelde ik me ongemakkelijk. Ik boog voor koning Uther. " Sta op, kind. Er is geen aanleiding voor officiële manieren." Uther stond op vanuit zijn troon en keek naar de deur. Daar stond een hijgende Arthur. " Je was niet op je kamer, dus ik ben hier maar naartoe gerend." " Aah, precies op tijd Arthur." Uther gebaarde dat hij naar voren moest komen. Ik vond Arthur's gedrag maar vreemd. Mijn ogen ontmoette die van Gaius. Hij gaf me ik-zei-het-je-toch blik. Waarschijnlijk viel ik dus meer op dan ik had gehoopt. Arthur zette een serieus gezicht op. " We zijn naar jouw dorp geweest en het was een ravage. Alles wat je zei was waar. Het is een wonder dat je het hebt overleefd en helaas konden geen aanwijzingen vinden. We hebben de mensen van jouw dorp begraven en een waardig moment van stilte gegeven." Een traan liep over mijn wang. " Dat is heel nobel van u en ik dank u namens mijn volk. Ik zal altijd bij u in het krijt staan." Ik gaf Arthur een buiging als blijk van dank. "Gezien de omstandigheden lijkt het mij het verstandigste dat je hier op het kasteel verblijft. Ik kan je niet zomaar terugsturen naar iets wat niet meer je huis is. Al zal Camelot misschien nooit je thuis worden maar ik hoop dat je hier wel op je gemak zult voelen. Uiteraard zul je hier voor je verblijft moeten werken dus vanaf dit moment sta je onder beleid van Guinevere." Hij wees naar Guinevere die in de deur opening stond. " Sire, ik weet niet hoe ik hoe ik u kan bedanken voor dit genereus gebaar. Het is werkelijk waar fantastisch. U bent echt een oprechte en nobele man." Ik knielde voor de koning. Diep in mijn hart was ik geroerd. Ik kon niet begrijpen hoe deze man zo meedogenloos was tegenover mijn soort mensen. Het was oprecht en gemeend wat ik zei. " Sta op Lucia. Ik verwacht dat je je werk goed zult doen." Ik stond op en keek Uther aan in zijn ogen. " Ik zal mijn uiterste best doen, Sire!" Guinevere keek me lachend aan. "Dat is geweldig nieuws!" Ik lachte " Je bent wel erg enthousiast Gwen." " Achja, we kunnen toch op zijn minst proberen om vriendinnen te worden?" Een warm gevoel verspreidde zich door mijn lichaam. " Dat kunnen we zeker proberen." Een jonge vrouw met zwart haar kwam aangestormd, Waarschijnlijk op weg naar de troonzaal. Ze keek me vernietigend aan. Morgana. En ik kreeg een heel naar voorgevoel over haar.
Reageer (2)
OMG! I deze story
9 jaar geledenKan niet wachten tot volgende week
Ik vind verhaal te leuk (:
9 jaar geleden