Tobias reed Paran binnen en stuurde zijn paard door de straten naar zijn huis. Damion keek met halve ogen naar de weg voor hem. Hij was misselijk van de pijn in zijn arm.
Tobias zag hoe zijn huis in zicht kwam, trok aan de teugels om zijn paard tot stilstand te laten komen en hielp Damion uit het zadel. Ashlyn kwam via de deur naar de twee manen gerend en bleef met grote ogen aankijken.
'Tobias wat is er gebeurd?' vroeg ze nerveus. Tobias ondersteunde Damion en hielp hem zijn huis in en liet hem op de bank zitten.
'Blijf nog bij Damion ik ga je tuniek uittrekken, Ashlyn maak het vuur aan en probeer het water op te warmen, ' riep Tobias en de ninf snelde naar de haard en stuurde water in de ketel en probeerde de hete kolen warm te maken.
Damion zakte weg, maar kwam geschrokken bij door de harde stem van Tobias.
Tobias knoopte zijn shirt los. 'Damion probeer zo ver mogelijk je armen te strekken en houd het zo, het gaat wel pijn doen,' zei hij en Damion die met moeite zijn arm probeerde op te tillen schreeuwde het uit van de pijn.
Hij boog voorover om de pijn te verlichten en gromde door de aanraking van Tobias.
'Falece houd hem vast,' riep zijn meester naar de elf die net binnen kwam. Ze snelde naar de jongen toe en greep hem bij de middel en raakte voorichtig zijn gewonde arm aan en hielp de mouw over zijn arm te krijgen.
'Het brand,' kreunde Damion. Ashlyn kwam met natte lappen naar de twee oudere toe en Tobias nam die aan, hij sprak in zijn taal een paar woorden en de natte lap
begon meer te roken.
'Dit gaat verschrikkelijk pijn doen, maar het verlicht de pijn en de kou gaat hierdoor uit je lichaam,' zei hij en legde de lap op de voorhoofd van zijn leerling. Damion scheeuwde en trok zich uit de greep van Falence, hij wilde staan en weglopen, maar Tobias duwde hem terug op de bank.
Tobias scheurde zijn hemd die hij onder zijn tuniek had zitten open en duwde zijn hand tegen de steen.
'Vergeef me Damion,' fluisterde hij en hij sprak weer een aantal woorden uit: 'Praan ahraan Yachua.' De ogen van Damion vielen dicht en Falence legde hem voorzichtig op de hoofdeinde van de bank.
Tobias liet zich met een grote zucht op een van de stoelen zakken. Falence raakte zijn schouder aan en kneep vriendschappelijk.
'Hij zal herstellen, goed dat je hem hebt kunnen kalmeren, hij zou in ernstige toestand zijn als hij zo was gebleven met pijn,' sprak de elf. Ashlyn knielde naast Damion en liet een hand door zijn donkere haren glijden, richting zijn bezwete gezicht.
Ze draaide naar de twee volwassenen.
'We moeten zijn arm spalken en hem af en toe koel houden,' sprak ze en Tobias kwam overeind. 'Ik ga in het dorp medicijnen halen.' Tobias liep het huis uit en nu bleven Falence en Ashlyn bleven achter en gingen aan de slag om Damion's arm te spalken.

Falence zat met Ashlyn buiten en keken hoe de zon tussen de bomen glipte. Het was al middag en Damion was tussendoor nog eens wakker geworden, waarbij hij begon te ijlen en met hoop geschreeuw weer in slaap viel.
'Damion, heeft over twee weken al zijn ceremonie en zoon arm geneest in zes weken of meer,' sprak de elf. Ashlyn keek haar aan en vervolgens naar het huis.
Tobias die met wat potjes in zijn armen aan kwam lopen bleef bij de meiden staan.
'Ik heb een aantal kruiden, dat hem zal genezen,' sprak hij en Falence kwam nu zelf overeind en liep met Tobias de deur door naar de jongen onder de dekens. Zijn arm was ingepakt met linnen stroken en werd stevig tegen zijn borst gedrukt.
Zweet parelde van zijn gezicht.
'Vader,' murmelde hij. Tobias zakte neer bij zijn gezicht en hield de palm van zijn hand tegen Damion's voorhoofd.
'Lichte verhoging, maar minder dan aantal minuten geleden,' sprak hij en liep naar de haard om alvast wat eten voor te bereiden.

Damion's ogen trilde en opende zich langzaam en keek naar het plafond. Zijn arm bonkte nog wat na, maar het was een stuk minder dan toen hij geraakt werd door het zwijn. Hij kroop overeind en veegde het zweet van zijn hoofd. Tobias kwam met een mok naar hem toe gelopen.
'Tobias kan je me vertellen hoe vader gestorven is?' vroeg hij terwijl hij de mok aannam.
Tobias zichte en ging op de stoel zitten en keek in de vermoeide ogen van zijn leerling.
'Oke, ik vertel het.'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen