Het is ruim een jaar na de voorspelling wanneer er eindelijk iets gebeurd.
Ik loop samen met Argus naar de boog schiet lessen ‘Denk je dat ik ooit geclaimd wordt?’ Vraagt hij dan. ‘Natuurlijk’. Zeg ik vol vertrouwen. ‘Ik vraag me alleen af door wie’.
Argus knikt. ‘Ik ook, heb jij al een vermoeden?’ Vraagt hij dan grijnzend.
‘Ehmm, Aphrodite?’ Zeg ik grijnzend. Argus geeft me een duwtje waardoor ik in het zand val.
Ik grinnik. ‘Misschien Ares’. Zeg ik terwijl ik overeind krabbel.
‘Heel grappig’, Zegt Argus die het sarcasme nu duidelijk in zijn stem door laat klinken.
‘Maar ik bedoel het serieus’. Zegt hij. Ik neem hem op, hij is niet zo sterk, niet lang, niet bijzonder knap, niet lelijk, ik kan er niets van maken. ‘Misschien Apollo’. Zeg ik.
Argus werpt me een spottende blik toe. ‘Sorry, dan niet’. Zeg ik grinnikend.
‘Ik houd het maar op Aphrodite’. Zeg ik nog steeds grijnzend.
‘Dan ben jij vast en zeker mijn zusje’. Kaatst Argus terug.
Ik grinnik, ik kan het me absoluut niet voorstellen, Argus mag dan wel blauwe ogen hebben maar daar houd de gelijkenis dan ook op.
‘Je bent in ieder geval niet de enige’. Zeg ik wijzend naar mezelf.
‘Inderdaad, en als je het wil weten, ik gok dat je een kind van Hades bent’. Zegt Argus.
Ik verwacht een spottende of sarcastische blik maar hij meent het.
‘Waarom?’ Vraag ik lichtelijk beledigd. ‘Omdat Nico ook rare dingen kan...Hij heeft een keer een scheur in de grond gemaakt’. Zegt Argus. Dan zie ik de logica in van wat hij zegt.
‘Mnnnmm’. Mompel ik
‘En zeg nou zelf, je woont bij hem’. Dit keer zie ik wel degelijk de spottende blik in zijn ogen.
Ik geef Argus een duwtje maar hij grijpt mijn pols vast waardoor we allebei op de grond vallen.
Met een doffe dreun kom ik op de grond terecht. 'Toch Ares!', Roep ik geamuseerd uit 'Ik zei het toch!'
Argus krabbelt overeind en hij steekt zijn hand naar me uit. Ik pak zijn hand aan en hij trekt me overeind, maar als hij per ongeluk te hard trekt speelt mijn oude schouder blessure weer op. Als Argus ziet dat mijn gezicht vertrekt van de pijn staat de bezorgdheid te lezen in zijn ogen.
'Je ziet er schattig uit wanneer je bezorgd bent weet je'. Zeg ik en ik forceer een lach.
Argus grijnst. 'Dat weet ik toch'. Zegt hij. 'Maar als je nog steeds last hebt van je schouder moeten we dan wel gaan boogschieten?'
Ik laat me op mijn knieën vallen 'Ja! Alsjeblieft, het is mijn lieveling's les!' Roep ik uit.
Argus trekt zijn wenkbrauw op. 'Als je al op je knieën gaat voor mij is er wel degelijk iets mis, dus we gaan gewoon even naar Jazz'.
Ik grom. 'Je bent een vervelend ventje'. Zeg ik.
We lopen samen weer terug.
Bijna al het zand komt in mijn schoenen terecht en ik weet niet hoe ik het voor elkaar krijg.
In mijn dagdroom verzonken loop ik verder maar dan opeens grijpt argus mijn hand. 'Lyra!' Roept hij uit.
Ik stoot een zeer intelligent 'Whuut'. uit. Dan kijk ik op en veranderd mijn "whuut" in 'What the f*ck'
Een hamer omringd door vlammen verschijnt boven het hoofd van Argus. 'Mijn haar staat in de fik!'
Roept Argus uit. 'Nee! Je bent geclaimd!' Zeg ik, ik heb eigenlijk geen idee hoe ik dat weet aangezien dit de eerste keer is dat ik het zie. Misschien staat zijn haar wel in de fik.
Weet ik veel?
Ironisch dat ik net heb gezegd dat hij niet de enige is en ik nu de enige ben.
'Hephaistos!' Roep ik uit.
Dan schiet de voorspelling me weer te binnen....Een kind van vuur: Argus

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen