Opdracht 2: Herschrijf een scene

Terwijl Frodo uitgeput op Sam's schouders lag, zette Sam voet voor voet zijn weg naar de berg verder. Hij wist dat hij de ring niet kon dragen, maar hij kon zijn vriend tot boven dragen en die zou de ring dan vernietigen.
'Kijk meneer Frodo, een ingang,' meldde Sam, helemaal buiten adem. 'We zijn er bijna.' Na nog enkele stappen, verscheen er iemand waarvan Sam het niet verwachtte.
'Heel slim hobbits, om zo hoog te klimmen.' siste Gollum, waarna hij op Sam's rug sprong en zo de ring probeerde te stelen van Frodo. Zowel Gollum als Frodo vielen van Sam's rug af, waarna Gollum naar Frodo zijn keel greep. Sam zocht een grote steen, die hij vervolgens op Gollum's hoofd gooide. Gollum jammerde van de pijn, maar stapte opnieuw naar Frodo.
'Nee!' riep Sam, om zich vervolgens op een gevecht met Gollum te storten. Frodo vluchtte ondertussen weg, naar de ingang die Sam had gevonden. Sam kreeg Gollum van hem afgeschud, waarna hij Frodo op de voet volgde.
'Meester Frodo?' riep Sam, toen hij nauwelijks nog iets zag. Hij herhaalde de naam enkele keren, voordat hij antwoord kreeg.
'Ik ben hier Sam.' zei Frodo. Hoe dichter Sam de richting van het geluid volgde, hoe duidelijker de gedaante van Frodo werd. Hij had zijn ogen op zijn hand gericht, waar de ring in lag. Zelfs toen Sam bijna naast hem stond, keek hij niet weg van zijn hand.
'Je moet het nu doen, Meneer Frodo. Gooi de ring er nu in, maak een einde aan alles.' vertelde Sam, maar zelfs toen luisterde Frodo niet. Hij kon zich enkel op de ring concentreren, het trok hem zo enorm aan dat hij er maar moeilijk afscheid van kon nemen.
'Mijn lieveling!' klonk de gillende stem van Gollum, waarna hij in Sam's nek vloog en hem zo de grond optrok. Met een steen sloeg hij op zijn hoofd, waardoor hij enkele tellen buiten westen was.
'Geef mijn lieveling, hobbit. Of anders sterft vriend.' Gollum glimlachte gemeen naar de hobbit voor hem, terwijl hij Sam naar de rand sleurde. Frodo leek het moeilijk te hebben, hij wou nog de steen noch zijn vriend verliezen en toch moest hij een keuze maken. In zijn hart wist hij natuurlijk al dat hij voor zijn vriend koos, maar zijn verstand bracht toch enige verwarring. Het kreunend geluid van Sam maakte dat Frodo opkeek, Sam kwam weer langzaam bij.
'Geef mijn lieveling!' riep Gollum opnieuw. Sam nam de situatie in zich op, bekeek Frodo en begon vervolgens wild naar Gollum te slaan.
'Gooi de ring weg, meneer Frodo. Vernietig het!' Sam gilde het laatste uit, waardoor er een kleine ego ontstond in de bergholte. Gollum keek nijdig toen Sam dat zei en gaf de hobbit enkele rake klappen. Sam probeerde ze allen te ontwijken door zijn armen beschermend voor zijn gezicht te leggen, tijd rekkend voor Frodo. Die kon enkel maar aan zijn ring denken, de ring die hij heel de tijd had gedragen en die bij hem was. De ring die alles kon redden, maar ook alles kon vernielen.
'Maak er een eind aan, meneer Frodo!' Frodo hoorde dof gegil van een stem die hij niet meteen kon plaatsen. Zijn hart en zijn verstand vochten erg hard tegen elkaar, dat hij niet wist wat hij moest volgen. Wat was het juiste?
'Wil je dit?' vroeg Frodo, net voordat Gollum Sam een nieuwe klap kon verkopen. Gollum volgde met zijn ogen zijn lieveling en knikte hevig.
'Ga het maar halen dan.' vertelde Frodo, waarna hij de ring over de rand gooide. Gollum sprong bijna automatisch erachter aan, niet wetend welke gevolgen het zou hebben. Frodo gaf Sam een hand, waarna ze samen naar buiten vluchtte. Enkele seconden later begon het gebouw in elkaar te storten, maar het was het allemaal waard. Ze leefden nog, ze hadden de ring vernield en Sauron zou nooit meer terug keren.