34. The ride.
We waren al een half uur onderweg. Nog een kwartiertje rijden en we zouden er zijn. Er was de reis nog niks gezegd en ik durfde ook niet te beginnen. Daarbij kon ik ook niks bedenken om over te praten dus ik hield mijn mond en ik luisterde naar de radio die zachtjes aanstond en die vertelde over de sneeuw en de beperkingen die deze met zich meebracht.
“We zijn er bijna.” Onderbrak Maikel de radio.
“Dat is mooi.” Antwoordde ik. Het werd weer stil. Ik merkte dat Maikel af en toe even opzij keek maar ik deed alsof ik het niet doorhad.
“Heb ik iets verkeerd gedaan?” vroeg Maikel me.
Verbaasd keek ik hem aan. Dat was dan ook de eerste keer deze rit. Ik zag zijn mooie bruine haar en zijn ogen ernstig keken en op de weg gericht waren. “Nee..” antwoordde ik. “hoezo?”
“Je bent zo stil.. Je zegt niks tegen me, je kijkt me niet aan.”
Hij bracht me een beetje van mijn stuk. “Wil je dat graag dan?” ik werd een beetje benauwd. Ik wist niet wat ik moest zeggen en dit was wel het ergste wat ik kon bedenken. Alsof ik hem niet aan wilde kijken. Natuurlijk wilde ik dat! Maar dat kon gewoon niet!
Maikel zuchtte. Hij wist vast ook niet wat hij met me aan moest. Ik was ook moeilijk. Ik snapte mezelf niet eens. Laat staan dat ij mij snapte.
“Sorry.” Zei ik.
“Het geeft niet.” Antwoordde hij gelijk. “Maar je geeft mij het idee alsof je me wel zat bent. Alsof je liever niet hebt dat ik in de buurt ben.” Hij keek me weer even aan om mijn reactie te bepalen. Die had ik niet. Ik wist weer eens niet wat ik moest zeggen.
“Sorry.” Zei ik weer. “Dat is niet zo.”
“Oh dat is jammer, want ik mag jou namelijk niet echt.” Antwoordde hij daarop.
Mijn ogen werden groter en ik keek hem verbaasd aan. Zijn gezicht stond strak. Hij maakte geen grapje.
“Maar.. waarom mag ik dan meerijden? Ik wil ook wel uitstappen, ik regel wel vervoer. Je hoeft dit echt niet voor me te doen hoor! Ik begrijp ook wel dat ik moeilijk ben, je hoeft niet aardig voor me te zijn omdat ik nieuw ben hoor!” Ik keek weer even opzij. Ik zag een lag op zijn gezicht. Dat kon óf betekenen dat hij me in de maling zat te nemen, óf dat hij me zo meteen aan de kant kon zetten en dat hij daar blij om was. Onzeker keek ik hem aan.
“Grapje Veroon.” Lachte hij.
Ik lachte met hem mee. “Die krijg je nog terug Maik, die krijg je nog.”
“Is goed, ik kijk er naar uit!” Hij pakte de cola fles uit de deur en nam een slok.
“Karma is een bitch.” Glimlachte ik, en ik prikte hem in zijn zij.
Maikel maakte een rare beweging, spuugde zijn cola uit over het stuur en begon te hoesten. Ik keek hem zijdelings aan, maar ik kon toch mijn lachen niet houden. Tot mijn verbazing begon ook hij hard te lachen.
“Ja, oké, dit had ik inderdaad wel verdiend.” Hij keek me aan en schoot weer in de lach. Ik grijnsde. Dat ik dit ooit durfde te doen. Ik voelde me bij Maikel nu al een stuk meer op mijn gemak. Ik haalde zakdoekjes uit mijn tas en overhandigde ze hem. Hij begon zijn mond, kin, broek en stuur schoon te maken. Weer moest ik lachen. Het was lang geleden dat ik zo met iemand had kunnen lachen. En dat terwijl ik verwachtte dat hij boos zou worden.
“Sorry.” Grinnikte ik.
“Het was een goeie.” Glimlachte Maikel. “Als je het maar nooit meer doet!”
“Ik zal het proberen!”
Maikel nam de afslag en binnen en minuut stonden we op de parkeerplaats van het vliegveld.
I’m glad you can laugh again. ~ Maikel.
Er zijn nog geen reacties.