Op dat moment minderde de trein vaart en op gegeven moment stond de trein stil.
'Kom, we zijn er.' Zei Draco en hij stond op. Hij stond al bij de coupedeur, en gebaarde met zijn hand dat ik moest komen.
'Ik ben zo benieuwd hoe Zweinstein eruit ziet!' Zei ik. En je kon de spanning duidelijk in mijn stem horen.
Toen we buiten waren, hoorden we een zware mannenstem roepen; 'eerstejaars! Eerstejaars met mij mee!' Ik keek Draco aan, haalde mijn schouders op en we liepen op de stem af. Er stond een enorme man, met een dikke baard, maar aardige donkere ogen. 'Hallo, ik ben Hagrid, Rubeus Hagrid. Niet meer dan vier in een bootje.'
'Bootjes?' Vroeg ik verbaasd. Draco wees met zijn wijsvinger richting een meer met enorm veel kleine bootjes.
'Zullen wij in een bootje?' Vroeg ik.
'Best.' Zei Draco. Hij liep richting een bootje, en we gingen er in zitten. De bootjes waren een klein beetje nat van het water in het meer. Even later kwamen er nog twee jongens in het bootje zitten.
'Dat zijn Korzel en Kwast.' Zei Draco emotieloos.
'Zijn het vrienden van je?' Vroeg ik en Draco haalde zijn schouders op.
'Soort van.'
Ik zag Harry en Ron in een bootje zitten, en ik zwaaide vrolijk. Zij zwaaiden terug en ik zag dat er nog een meisje bij ze in hun bootje zat. Een meisje met bruin krullend haar. Ze leek me wel aardig.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen