Links?
'Dat was een interessante film,' zei de jongen die naast me liep. Hij keek me niet aan, maar staarde voor zich uit, alsof hij daar ergens in de verte iets zou vinden. 'Zette me echt aan het denken. Wat vind jij?'
'Ik weet niet,' gaf ik eerlijk toe. 'Het was nogal bubbel, naar mijn gevoel. En beangstigend.'
'Het is maar fictie, hoor,' lachte hij. 'En leg eens uit dan, ik zag maar een verhaallijn.'
'Er waren er twee, denk ik,' zei ik aarzelend. Iedere keer wanneer we samen iets deden, kreeg ik het gevoel dat ik dom was. Waarschijnlijk omdat hij een heel stuk slimmer was, en me maar al te graag op mijn fouten wees. 'Die hand, het leek alsof hij hem opving en naar de hemel droeg, maar...'
'Wat als dat allemaal een illusie was?' Hij maakte een vragend geluidje. 'Goede vraag.' Hij wierp zijn flesje cola, dat hij ondertussen helemaal leeg had in de vuilnisbak. 'Zullen we hem anders nog eens bekijken?' We kwamen aan op een kruispunt. 'Later,' zei hij, zonder mijn antwoord af te wachten. 'Ik zie je later!' Hij draaide de straat in en verdween langzaam uit mijn zicht.
De straten waren erg leeg, wat absurd was, aangezien ik me in een van de drukste steden bevond. Alles begon te vervagen, en terwijl ik aan een hoog tempo doorstapte, fluisterde ik in gedachten dat ik dringend eens genoeg rust moest nemen. Het kon toch niet, dat alles opeens een grijze tint kreeg en opging in het niets?
Duisternis.
Waar was ik?
Ik draaide een rondje, maar bleef enkel de duisternis zien. De haartjes op mijn armen gingen recht overeind staan en ik huiverde.
Plots werd het iets lichter, ik stond in de leegte, recht op een rode lijn die nergens op sloeg. Aan mijn rechterkant scheen er een beetje licht, het licht aan de linkerkant van de lijn was echter feller. En, zag ik nu ook, lag er een voorwerp. Het was ingepakt in een beige kleurig doekje.
Mijn nieuwsgierigheid werd getrokken en langzaam boog ik voorover om het voorwerp te pakken. Daarna stond ik weer op de lijn, met het pakje in mijn handen. De linkerkant werd opeens een stuk donkerder en ik voelde de neiging om naar de rechterkant te vluchten. Zodra ik me ook maar verroerde, hoorde ik een lichte, dromerige stem zeggen: 'Hij staat links van je.'
Ik keerde mijn hoofd in de richting van de stem. Opeens zat ik weer in de filmzaal, helemaal alleen, enkel omringd door lege stoelen. Het gevoel van amper een paar seconden geleden bleef. Het reusachtige witte scherm kreeg stilaan kleur. De jongen uit de film die ik net gezien had, verscheen weer, in compleet dezelfde toestand als ik even geleden.
Hij hield het pakje in zijn hand. Ik voelde het gewicht. Hij wilde naar rechts rennen, ik voelde datzelfde verlangen, ook al zat ik veilig in de bioscoop. Ik was verbonden met hem.
Zijn lot was mijn lot.
Een sterkte kracht voorkwam dat hij naar de veilige rechterkant kon vluchten. Ik voelde hoe de linkerkant van zijn lichaam zwaarder begon te worden. Zoals metaal aangetrokken wordt door een magneet, werd de linkerkant van zijn lichaam aangetrokken tot de linkerkant van de lijn. Langzaam verloor hij de kracht om recht te blijven staan. Samen vielen we op de grond. Ik keek naar het scherm, terwijl ik hevig vocht om los te komen van de grond, van de linkerkant.
Het had echter helemaal geen zin.
Ik bleef staren. Zag hoe zijn ogen een felrode - bijna oranje kleur kregen - en hoe hij begon te stuiptrekken, terwijl een onbekende kracht zich meester maakte van zijn lichaam. En dus ook van het mijne.
Reageer (1)
Wauw! Goed gedaan! Je hebt me helemaal meegekregen! Ik werd er goed in meegezogen ^^ Hopelijk komt er ooit een vervolg.
1 decennium geleden