Perron 9 3/4 deel 2
Harry droeg Hedwigs kooi, terwijl Sirius het karretje met zijn hutkoffer voortduwde.
“Hop naar perron 9 3/4”, zei Sirius opgewekt. Ze zigzagden tussen dreuzels door tot ze achter een roodharige familie kwamen, waarvan de vier jongens net zo’n hutkoffer hadden als Harry. De oudste had ook een uil. Een klein meisje, ook met rood haar, hield haar moeders hand vast.
“Ma, waarom mag ik niet mee…”
“Je bent nog te jong, Ginny. Niet zeuren. Oké, Percy, ga jij maar eerst.”
Zo te zien de oudste jongen liep met kordate passen naar perron 9 en 10. Harry keek gefascineerd toe. Hij had alleen verhalen gehoord over hoe je naar perron 9 ¾ ging, maar had het nog nooit gedaan. Maar net toen de jongen bij het hek tussen de twee perrons was, zwermde er een groep toeristen langs en tegen de tijd dat de laatste rugzak was verdwenen, was de jongen nergens meer te bekennen.
“Nu jij, Fred,” zie de mollige vrouw.
“Ik ben Fred niet, ik ben George,” zei de jongen. “Noem jij jezelf onze moeder? Zie je dan niet dat ik George ben?”
“Sorry George, schat.”
“Ik maakte maar een grapje, ma. Ik ben Fred”, zei de jongen. Even later waren ook hij en zijn broer verdwenen. Ondertussen waren hij en Sirius op dezelfde hoogte gekomen.
“Goedemorgen”, zei Sirius.
“Goedemorgen”, piepte een roodharig meisje dat haar moeders hand vasthield.
“Zijn jullie hier ook voor de trein van elf uur?” vroeg de vrouw hartelijk aan Harry. Op een perron vol Dreuzels kon men beter niet te luid spreken over Zweinstein en tovenarij. Harry knikte een beetje verlegen. Sirius keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.
“En normaal hou je nog geen twee tellen je mond.” De vrouw glimlachte warm.
“Nerveus nietwaar, liefje? Ga je voor het eerst naar Zweinstein? Ron is ook nieuw.” Ze wees op haar vierde en jongste zoon. Hij was mager en slungelig, met sproeten, grote handen en voeten en een lange neus. “Willen jullie eerst?” Ze gebaarde in de richting van de magische doorgang.
“Nee, nee, gaat u maar eerst,” zei Sirius, “U moet de anderen niet laten wachten.”
“Dat is erg vriendelijk van u.” De vrouw glimlachte naar hen en even later waren zij en haar twee jongste kinderen ook verdwenen.
“Nu is het onze beurt”, zei Sirius. “Kom op.” Sirius legde een hand op zijn rug en gaf hem een zacht duwtje. Aarzelend liep Harry op het hek af. Dit was idioot. Sirius had hem wel verteld dat er nog nooit iemand tegenop gebotst, maar iemand moest de eerste zijn. Sirius nam grote stappen Harry moest hollen om hem bij te houden. Het hek kwam steeds dichterbij. Harry sloot zijn ogen, zich schrap zettend tegen de klap. Die bleef uit… Ze liepen gewoon verder… Hij deed zijn ogen open. Aan een overvol perron stond een vuurrode stoomlocomotief. Op een bord boven zijn hoofd las hij Zweinsteinexpres, 11 uur.
Reageer (9)
haha, het lolligste stukje van deel 1, met Fred en George
9 jaar geledenhahaha! en moeten bedenken dat hij ook de eerste gaat zijn!
1 decennium geledenIn het oorspronkelijke verhaal zijn Harry en Ron er ooit is tegengebotst, ik denk in het tweede jaar.
1 decennium geledenLeuk, snel verder!
1 decennium geledenaaw, ron!
1 decennium geleden