8. Een meisje?

Ik deed mijn cape af, en gelijk begint Miraz te lachen. Wat wou je doen, mijn haar knippen? Lachte hij spottend. Ik vecht niet tegen meisjes van zestien. Lachte hij weer. Ten eerste ik ben geen 16, en ten tweede ben je bang of zo? Ik, bang!? Van mijn leven zal ze lang niet. Vecht dan, als een man. Oke, als jij dat wil. Hij ging klaar staan en ik pakte mijn zwaard, hij haalde uit en ik ging behendig aan de kant, dit keer haalde ik uit. Hij ontweek ook. Na een tijdje had ik een idee, ik wreef met mijn voet over de grond, en Miraz keek ernaar. Ik drukte hem snel achterover, en richtte mijn zwaard op hem. Hij smeekte om genade, en ik draaide me om. Ik liep weg, tot Rippertjiep riep: pas op!!! Ik draaide me om en zag Miraz met zwaard op me af komen. Ik bevroor hem met mijn krachten. De Narniërs keken me bang aan, tot er een riep: de witte heks! Iedereen raakte in paniek. ik werd door een pijl in mijn been geraakt, Rippertjiep kwam op me af, en alles werd zwart.



Ik werd wakker in een cel, niet weer hè.ik draaide me om en slaakte een gil, daar stond een bevroren Miraz. Ik keek om me heen en bedacht dat ik met aarde sturing de tralies kon open trekken. Ik deed het en liep weg, ik was in een soort gevangenis. Ik hoorde stemmen, en verstopte me snel. Ik keek voor zuchtig en zag Peter en Susan praten. Peter zei, ik ken die wolf. waarvan dan? Vroeg Susan. Nou toen ik in heg bos lag had ik een droom dat ik gred werd van Miraz door die wolf. Misschien vergis je je. Zei ze. Ha dat zal het zijn. Zullen we nog even bij de heks kijken? Vroeg Peter. Oke, zei Susan. Ze is weg, roep Rippertjiep. Rippertjiep kwam aangehold, wat is er? vroeg hij. De heks is ontsnapt, sla alarm! Nee uwe hoogheid, ik ben er van overtuigt dat zei de heks niet is. Hoe weet je dat zeker Rippertjiep!? Ze is een vriendin van mij. Waar komt ze vandaan dan? Dat kan ik helaas niet zeggen. Ik vertrouw je Rippertjiep, zei Peter nog steeds achterdochtig. Ik rende naar de uitgang die ik zag, en rende snel weg.