7. Gevangen

Ik liep rustig door het bos, op weg naar het kamp om ze in de gaten te houden. Ik stopte, ik hoorde geritsel. Ik leek om me heen en alles werd zwart. (Tijdsprong)
Ik werd wakker in een kooi, ik zag niet waar ik was want er zat een doek om me heen. Even later werd dat doek er af gehaald, ik keek recht in de gemene ogen van Miraz. Hij zei. Jij gaat aan een lijntje hondje. En alweer lachte hij smerig. Serieus wat heeft die man met smerig lachen? Wacht lijntje? Ik ben geen hond! Dacht ik bij mezelf. En je gaat mee naar het duel tussen mij en Peter. HAHAHA! Lachte hij weer. Als ik nou meega kan ik ontsnappen, ha slim bezig Maya. ( tijdsprong) ik werd wakker van ijzer rond mijn nek, Een paar soldaten trokken mij eruit, en namen me mee naar Miraz. Zo, jij gaat mee naar het duel. (Tijdsprong)
Ik zag de Narniërs, Peter draaide zich om en keek me vreemd aan. Even later hoorde ik de doing, het duel begon, ik keek om hoog en er stond een jonge soldaat mij vast. plan A, ontsnappen. Ik blaas vuur op het ijzer en het smelt. De jongen gilt, en iedereen kijkt. Maar kijken al gouw naar het duel. Peter is alweer gewond, en neemt pauze. Miraz lacht, en zegt: wie durft het nog meer tegen mij op te nemen!? Het is nu of nooit. Ik zeg ik, iedereen kijkt me vreemd aan, vooral Peter. Ha, laat me niet lachen jij bent een wolf! Ik transformeer, en alweer kijkt iedereen me vreemd aan. Serieus wat is het met deze mensen? Doe je cape af, en wees een man. Ik doe langzaam mijn cape af, maar voordat mijn gezicht zichtbaar is komt Rippertjiep aangerend. Ik pak hem op en hij zegt, maar Maya je kan toch niet met hem vechten, dan ziet iedereen je? Het gaat wel goed komen Rippertjiep. Ik zette hem neer, en deed mijn cape af.