Waar is iedereen als je ze nodig hebt?
POV: Jake
En ja ook deze is weer kort maar ik probeer uit ieders gezichtspunt een stuk in het woud te schrijven
Hoelang loop ik al? 1 Uur? 2 Uur? Het zo ook al 7 uur kunnen zijn. Ik heb echt geen idee. Vanaf het moment dat Tessa viel en ik haar probeerde te pakken gebeuren er rare dingen. Echt ik probeerde haar op te vangen maar mijn handen grepen gewoon in het niets. Toen al had me een angstig voorgevoel bekropen en terwijl ik me omdraaide probeerde ik wanhopig niet te denken aan wat ik aan zou treffen. Maar ik wist het, iedereen was weg en mijn voorgevoel werd bevestigd. Dit bos was zijn spel begonnen.
Ook ben ik erachter gekomen dat er letterlijk niets meer van onze spullen is. Mijn zwaard, mijn rugzak en mijn schild dus het eerste wat ik ga doen is een speer slijpen met een scherpe steen. Ik moet in dit bos toch kunnen verdedigen? Goed, nu moet ik opzoek naar water, noten, vruchten of iets anders voedzaams. Dan hoor ik een beekje kabbelen. Water! Is het eerste wat er in me opkomt. Opeens ben ik me er hyperbewust van dat mijn keel als uitgedroogd schuur papier aanvoelt. Ik begin te rennen en daar is het. Vers, helder stromend water. Ik kan wel huilen van opluchting maar net als ik wil drinken trekt iets op de grond mijn aandacht wat mij mijn greep om mijn speer doet verstrakken. Daar in de modder, staan enorme pootafdrukken, en ik zou gek zijn als ze niet van een roofdier zijn. Dan zie ik nog iets angstaanjagenders. Aan de takken, naast de beek, hangen een paar lange blonde haren. Tessa's haren. Nee dit kan niet waar zijn! Ze zou toch niet zijn meegenomen door dat beest? Nee, daar is te slim voor. Toch is er een stemmetje in mijn hoofd dat akelig blijft zeuren. Ze had niets om zichzelf te beschermen. De woorden drongen tot me door. Al onze spullen waren weg, dus ook haar staf. NEE! ik weiger het te geloven. Ze is gewoon nog in leven. Ik word boos op mezelf. Hoe kon ik nou zo denken. Ze zou het verdomme gewoon overleven en ik zal daar voor zorgen. Ik stond vast beraden op. Ja, ik zal haar gaan zoeken. En ik zal haar vinden.
Al die tijd was dat het enige wat me op de been hield. De vastberadenheid van het vinden van mijn vrienden maar bovenal, het vinden van Tessa. De tijd verstreek maar ik had er geen erg meer in. De lucht werd donkerder en donkerder maar ik bleef stug doorlopen. Zelfs de pijn in mijn voeten en de pijn van de honger verdwenen na een tijdje. Ook de slaap verdween, het leek wal alsof ik over ging op de automatische piloot. Mijn hersenen lijden een eigen leven, het bleef in een ritme. Linker voet naar voren, rechter voet naar voren. En ik bleef telkens een voet voor de ander zetten met maar 1 gedachte. De gedachte aan de warmte van Tessa haar huid toen ze in mijn armen lag.
Het werd nu echt pikkedonker maar ik weigerde te stoppen. Ik zocht een lange tak en scheurde een stuk van mijn blouse af. Dat wikkelde ik om de stok en toen zocht ik een goede boom met veel hars. Daar doopte ik de punt met het stuk blouse in. Nadat ik dat had gedaan zocht ik 2 goede stenen die ik tegen elkaar aanketste. De vonken vlogen ervan af en als snel had ik een fakkel. Nu kon ik tenminste zien waar ik liep. Ik vervolgde mijn weg door het bos. In de nacht kwam dit bos tot leven. Overal hoorde ik dierlijke geluiden maar ook geluiden die me aan thuis deden denken zoals het gerinkel van elven vleugeltjes, en het vrolijke gezang van de dwergen. Ik wist dat ik dit het werk van het stuk bedrog is van het woud maar toch was het fijn om te horen.
Een luid gekraak trekt me uit mijn automatische toestand. Het is alsof ik op schrik maar daarmee komt ook gelijk al het gevoel terug. Ik kan amper meer op mijn benen staan van de slaap en mijn voeten houden het ook niet langer. Het besef van tijd dringt ook weer tot me door. Het is weer licht maar het begint alweer te schemeren. Ik ben gewoon 1,5 dag non-stop door gelopen! Het gekraak komt dichterbij en ik grijp mijn speer stevig beet, maar diep van binnen weet ik dat ik het niet ga redden. Ik ben uitgehongerd, uitgedroogd en oververmoeid. Ik kan nauwelijks op mijn benen staan, laat staan me te verdedigen tegen het ding wat op me af komt. Dan zie ik de schaduw door de struiken en als het uit de struiken springt en ik aan wil vallen bevries ik door een ijzingwekkende gil die me tegenhoud.
Reageer (2)
Ik ben het weer eens helemaal met Aletheia eens, waarom toch telkens die Cliffhangers. Het is niet eerlijk om iemand zo in spanning te laten zitten. Ik zweer het, ik kom naar je huis en ik dwing je gewoon het volgende hoofdstuk te schrijven. Grapje hoor maar dit is echt niet goed voor mijn gezondheid.
9 jaar geledenAh nee. Geen cliffhangers. Alsjeblieft, zeg. Dat kun je me niet aandoen. Dit is zo oneerlijk. WAIT UNTIL MY MOTHER HEARS ABOUT THIS! SHE'LL BURN THE HEART OUT OF YOU!
9 jaar geledenJup. Ik gebruikte net zinnen uit twee van mijn fandoms. Mwuahaha. Ik ben zo evillish.
Kom ooooooop. *Zeurderig toontje*
Cliffhangers zijn zo... Je weet wel. Urghig. Ik hou niet van cliffhangers. Ik ga je stalken totdat je het volgende stukje activeert. Ha ha, hoor het sarcasme. Not gonna happen. Daar ben ik dus echt veel te lui voor. Maar... Je bent gewaarschuwd. Ik ga doen alsof ik je stalk totdat je een nieuw hoofdstuk schrijft.
Gosh, Ik moet echt betere dreigementen bedenken.
Pretty Please?