Hoofdstuk 7
'Ik heb zo'n pijn,' kreunde ze, zodra ze het kommetje helemaal leeg had.
'Wat moet ik doen dan?' vroeg ik wanhopig.
'Breng me naar het paleis,' zei ze zacht, net voordat ze haar bewustzijn opnieuw verloor.
'Paleis.' Ik draaide m'n kop toen ik dat word uitsprak. Wilde ze weer terug naar de plek waar ik vandaan kwam.
Ik denk het niet. Zijn er dan meer paleizen. Als ze allemaal zo zijn dan... Dan heb ik een probleem... Maar Rho had echt hulp nodig.
Ik legde Rho weer op m'n rug en liep voorzichtig naar buiten. Ik wilde echter geen last hebben van die menigte.
Ik maakte met vuur een vaag teken op de stenen wand van de grot. zodat ik de grot makkelijker kon vinden wanneer het nodig was.
Ik keek er eerst rustig naar en liep verder.
Ik liep langs het water kant naar een groot geval het zag er bijna kristallig uit. En glazig. Wat is dat? Dacht ik bij mijzelf. Tot ik ervoor stond was ik nog steeds mij aan het afvragen waarom de kleuren me vaag bekend voor kwamen...
Ik slikte moeizaam en haastte me naar de glazen deur. Het ding was enorm en ik werd er een beetje door geïntimideerd.
Voorzichtig klopte ik op de deur en vrijwel meteen ging hij met een luid gekraak open... Het was zo luid dat ik mijn oren beschermde met mijn klauwen.
Er stond een man die me aandachtig aan keek. En wees me naar binnen. Kort daarna liep ik naar binnen en hij zei dat ik even moest gaan liggen. De reden ervan wist ik ook niet. Maar het lag voor nu comfortabel genoeg. Hij tilde Rho van me af en legde haar op een ander comfortabele ding.
Ik volgde de man met mijn blik, hoewel ik zeker wist dat hij het beste voorhad met Rho - aangezien hij haar wonden schoon begon te maken -, koesterde ik nog steeds argwaan voor hem. Waarschijnlijk omdat hij een onbekende was.
'Je hoeft niet zo obsessief naar me te kijken. Je kan me vertrouwen. Voor nu.'
Hij zei dat tegen mij terwijl hij me amper heeft aangekeken... Hoe kon hij dat dan weer weten?
En dat laatste klonk ook niet echt vertrouwd...
'Wie ben jij?' Vroeg ik erachteraan.
'Dat zijn vragen voor later,' antwoordde hij vaag. 'Rust jij nu maar even lekker uit.'
Ik sloot mijn ogen, maar enkel om hem tevreden te stellen. Slapen deed ik niet; ik was me nog steeds bewust van de wereld rondom me. Maar goed ook, ik vertrouwde het hier niet...
Ik ademde zo rustig mogelijk zodat het leek alsof ik sliep. Ik hoorde een iets schuiven. Het was een lichtelijk geluid. Blijkbaar wilde niemand mij wakker maken. Ik opende voorzichtig een oog. Ik zag uiteindelijk een muur voor mijn kop schuiven. Beter gezegd muren. Wat is dit nou? Waarom zijn die muren aan het verschuiven. Ik opende een ander oog. en zag dat de hele kamer was veranderd. Ik zat toch niet weer gevangen zitten hè...
'Ja testjes, we willen het zeker weten.'
'Z-ze-zeker weten? Wat zeker weten. Waarom is iedereen zo geheimzinnig.' Mijn zin begon stotterend. Moest meer zelfvertrouwen hebben om beter inzicht te krijgen waar ik nu eigenlijk ben.
'Niemand is geheimzinnig. Alleen. Er is iets fout gegaan aantal jaren geleden. Als jij het bent... Misschien ben je niet meer te vertrouwen.'
'Jullie zijn niet te vertrouwen.' Zei ik zacht zodat ze het niet konden horen.
'Geen paniek. Gewoon rustig blijven liggen. We zullen je niks aan doen. Dat is tegen onze eed.'
'Welke eed?' vroeg ik onzeker.
'Alle Ouderen hebben een eed af moeten leggen onder de leiding van River. Een eed om jou te beschermen.'
Ik slikte. 'Ik geloof er niks van!'
'Dat is dan jouw probleem,' zei een andere man die erbij kwam staan. 'Kunnen we hem op zijn zij rollen? Ik wil graag weten of zijn gezondheid wel in orde is.' Ik heb 18 jaar in een minikamer gezeten, dacht ik, denken jullie serieus dat m'n gezondheid in orde is?
En überhaupt. Kunnen ze me wel omdraaien.
Opeens voelde ik een vage onbekende kracht die mij om liet rollen tot ik op m'n zij lag.
Waarom moet ik eigenlijk op mijn zij liggen om te kijken of het wel goed met me ging.
Ach ja. Ik liet het me over mij heen komen. Niet dat ik het erg prettig vond. Want het blijft onbekenden!
Ik zuchtte redelijk diep. Had ik maar thuis gebleven. Misschien was het beter dat ik niet wist wat de buiten wereld was.
Ik voelde iets prikken in mijn zij en liet een kreun ontsnappen aangezien het helemaal geen prettig gevoel was. 'Stel je niet aan,' hoorde ik een van de mannen zeggen.
Dus hield ik me stil en liet ik de pijn over me heen komen. Het was geen hevige pijn, maar wel een heel irritant soort pijn. Alsof er een naald in me ging, telkens opnieuw.
Reageer (1)
OEWH, SNLE EVDRER!
1 decennium geledenJammmiee, popcorn hehe. WAT ZIT ER IN HEM?