Foto bij 12. Black Rose

Ik maak me los van het levenloze lichaam en laat het los. Het valt met een bonk op de grond. Vito zucht opgelucht. ‘Ik ben trots op je.’ Hij meent het, dat hoor ik maar er mist iets. Iets wat er normaal wel is maar ik kan er nu niet opkomen wat het is. Vito veegt met zijn vingers de resten van het bloed op mijn mond en nek weg. Ik glimlach dankbaar. ‘Zijn mijn ogen nu rood?’ Ik denk even na. ‘Of mijn ziel?’ Vito schud zijn hoofd maar dan weet ik ineens wat er mist. Zijn glimlach. De glimlach die ik altijd zo vond stralen.
‘Nee, ze zijn een beetje glasachtig geel.’ Ik knik. ‘Dat zit inderdaad tussen groen en rood.’ Vito kijkt verbaast op dat ik dat weet. Hij denkt dat je dom bent, neem zijn bloed, dan piept hij wel anders. Dat heeft geen logica. ‘Over vannacht..’ Vito schraapt zijn keel. ‘Ja, waarom kwam je bij me liggen?’
‘Ik, uh.. ’ Ik wacht geduldig. Vito slikt.
‘Nou, het was gewoon..’ Hij hakkelt.
‘Ik had een gevoel dat het moest. Weet je?’ Ik knik.
‘Ja,’ Vito zucht opgelucht.
‘En we gaan zo zeker ook op regenboogpony’s rijden.’
‘Cybele,’ Vito legt zijn hand op mijn wang maar ik sla hem weg.
‘Een gele ziel is rationeel, je gevoel laat je niet spreken. Cybele, alsjeblieft.’ Ik schud mijn hoofd.
‘Nee, je moet je hoofd erbij houden. Anders gebeuren er dingen zoals dit.’ Ik laat mijn vinger tussen ons draaien. Vito zucht. ‘Kom, we gaan wat drinken.’
‘Ik heb net gedronken.’ Dan pas besef ik me hoe fout dat was. ‘Precies daarom.’
‘En dat?’ Ik wijs naar Vivian, dat waarschijnlijk nu een lijk is. ‘Dat komt zo, je moet eerst haar bloed wegspoelen.’ Ik kijk hem aan. ‘Dan krijg je minder drang naar bloed.’ Voegt hij eraan toe. Ik knik en loop met hem mee.

Ik spoel de bloedsmaak met wat water weg. ‘Beter?’ Ik knik. De drang is zoveel beter, gewoon bijna weg. ‘Cybele?’ Ik kijk op. Vito legt langzaam zijn hand tegen mijn gezicht ik leun er genietend van de warmte een beetje tegenaan. ‘Ja?’ Hij glimlacht. ‘Je ogen zijn weer groen.’ Ik zucht opgelucht. Vito probeert zijn grijns in te houden maar ik zie hem toch. ‘Wat?’ De grijns komt nu helemaal naar buiten. ‘Doe je ogen eens dicht.’ Wantrouwend kijk ik hem aan. Vito legt zijn hand om mijn middel waardoor ik bijna automatisch mijn ogen genietend sluit. Ik geef toe en doe mijn ogen dicht. Ik voel Vito’s adem in mijn gezicht en niet veel later zijn zachte lippen op de mijne. Hij kust me zacht en lief, wachtend op mijn toestemming. Ik blijf een tijdje verschrikt stil staan maar dan leg ik mijn handen tegen zijn gespierde borst en kus hem terug. Deze kus lijkt niks op de kus in de droom maar hij is toch fijner, echter. Ik was bang voor een kus, mijn eerste kus, die Vito me nu geeft. Maar die angst was nergens voor nodig besef ik nu. Vito begint me ruwer te kussen, hongeriger. Hij duwt zijn tong tegen mijn lippen die ik meteen binnenlaat. Ik geef me in onze kus helemaal aan hem over.
‘Vito,’ Ik fluister met mijn hese stem tegen zijn lippen aan. Vito gaat met zijn hand door mijn haar, zijn andere hand ligt op mijn onderrug. ‘Hmm?’ Hij laat zijn voorhoofd op het mijne rusten en kijkt diep in mijn ogen, ik voel het tot in mijn ziel. ‘Ik... Nee niks, laat maar.’ Vito geeft me een klein kusje en glimlacht. ‘Ik hou ook van jou.’ Verbaast staar ik hem aan. Hoe kon hij dat weten? Vito glimlacht. Ik voel dat ik lichte blosjes krijg en glimlach terug.

‘Cybele, kom eens hier.’ Na de kus stonden we beide half uit te hijgen van de ademsnood. Vito zei dat het de langste en beste kus was die hij ooit had gehad. Daarop zei ik dat het mijn eerste kus was. Hij had tevreden geglimlacht en gezegd dat hij zich vereerd voelde. Ik loop naar Vito toe. Hij staat bij Vivian. Mijn adem stokt in mijn keel. Een straaltje bloed loopt van haar nek via haar sleutelbeen in haar shirt. Ik bijt op mijn lip. Ik weet nog goed hoe het bloed smaakte. ‘Cybele?’ Ik knik. ‘Ja, we moeten haar opruimen.’ Vito knikt bedachtzaam. Je wilt eigenlijk niets liever dan het heerlijke bloed wat er nog in zit opdrinken. Ik slik moeizaam. ‘Vito?’ Hij kijkt op. ‘Waar moeten we uh.. “het” naartoe brengen?’ Ik sein met mijn ogen naar Vivian. ‘Niet “we.” Ík ga haar naar iemand toe brengen die dit soort dingen verzamelt.’ Ik knik. ‘Oké, waarvoor moest ik dan komen?’ Vito glimlacht. ‘Omdat ik van je hou.’ Ik voel hoe er een glimlach op mijn gezicht vormt. ‘Ik ook van jou.’ Antwoord ik. ‘Ik ook van jou.’

‘Je zei toch dat jíj het zou doen?’ We zitten in de zwarte SUV van Vito. Het lijk van Vivian hebben we in een vuilniszak gestopt en ligt nu in de kofferbak. De geur van haar ontbindende lichaam ruik je door de hele auto. Vito knikt. ‘Waarom zit ik dan hier?’ Vito start de motor. ‘Ik kan je daar niet alleen achterlaten.’ Hij zet de airco aan waardoor de stank iets minder wordt. ‘Oké. Hoelang is het rijden naar… waar we heen moeten?’ Vito zet de wagen in zijn vrij. ‘Niet heel lang, ongeveer twee uurtjes.’ Ik knik en Vito rijd ons weg door het bos. Er zijn veel hobbels en gaten in de weg maar toch weet hij er omheen te rijden. Ik pulk onhandig aan mijn nagels in mijn schoot. ‘Niet doen.’ Ik kijk op. ‘Wat?’ Vito kijkt even opzij waardoor de SUV gevaarlijk heen en weer gaat door de hobbels en kuilen. Hij kijkt snel weer terug. ‘Dat met je nagels, dat vind ik vreselijk.’ Ik leg mijn handen stil over elkaar in mijn schoot en kijk ernaar.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen