Hoofdstuk 80
De eetzaal zat stampvol. Overal zaten Dwalingen en vastgebonden soldaten. De Dwalingen op de banken, de soldaten op de grond. De Commandant zat op het podium, tussen Trice en Jace in. Ik stond met Avery en Cade in een hoekje.
‘Nee! Nee, nee, nee en nog eens nee. Ik ga niet als één of andere idioot op dat podium staan zwaaien en wat nationalistische onzin uitkramen.’ Ik sloeg pissig mijn armen over elkaar. ‘Laat Jordan dat maar doen. Die kan dat.’
‘Jordan moet zich afzijdig houden. Hij gaat terug naar de grote boze wereld. Hij mag geen enkel risico nemen.’
‘Jullie sturen mij na die zes maanden ook terug!’ riep ik.
‘Dat is anders. Jij bent hier nog beïnvloedbaar. Je weet wat er gaat gebeuren wanneer jij teruggekomen bent. Niemand zal zich jou herinneren. De Commandant gaat pas terug als we allemaal op een veilige plek zijn aangekomen. Hij is de enige die zou kunnen weten wat jij allemaal op je kerfstok zou kunnen hebben staan.’ Avery hield voet bij stuk. ‘Doe het nou maar gewoon.’
Ik slaakte een diepe zucht. ‘Goed, wat jullie willen.’ Ik liep naar het midden van het podium en wilde beginnen met het stil krijgen van de menigte toen er twee figuren het podium op sprintten. Ik werd bijna omver geworpen toen Lorain op me sprong.
‘O, Maeve, ik was zo ongerust. Toen je ineens stopte met voorbereiden dacht ik dat ze je hadden bedreigd. Weet je, er zijn zulke knappe jongens in de andere groep Dwalingen.’ Ze knipoogde, sprong zoals gewoonlijk van de hak op de tak. ‘Ken je Ilex? Dit is Ilex.’ Ze trok de zwartharige jongen bij Jace weg, naar ons toe. ‘Ilex, dit is Maeve.’
Ik keek hem vriendelijk aan, benieuwd of hij me nog zou herkennen. Hij was aanzienlijk vermagerd sinds de laatste keer dat ik hem had gezien, maar hij kon het op de één of andere manier wel hebben. Lorain had gelijk. Hij was niet mijn type, maar wel ontzettend aantrekkelijk. Een vonk lichtte op in zijn ogen. ‘Jij… Wauw, dat had ik niet verwacht. Aangenaam kennis te maken, opnieuw, denk ik.’
Ik lachte. ‘Ja, zeker. Je ziet er nog goed uit, man.’
‘Altijd.’
‘Ik moet nu alleen even een toespraak houden, dus het zou handig zijn als jullie even zouden gaan zitten.’
Ilex grijnsde. ‘Prima, joh. Succes ermee, hè.’
‘Zal ik nodig hebben, dank je.’ Ik liep weer naar het midden van het platform en stampte een paar keer hard op de grond. Na een paar seconden was het doodstil. Heel even haalde ik bibberend adem. Toen begon ik. ‘Lieve Dwalingen, geachte collega’s.’ De laatste woorden spottend. ‘Ik sta hier niet om jullie te gaan vertellen hoe fantastisch, strategisch en wonderbaarlijk mijn team is omdat we met zijn vijven het centrum overgenomen hebben. Ik sta hier omdat we ontzettend veel moeite hadden dat te dpen. Een stelletje soldaten platleggen en vastbinden aan tafelpoten is niet zo ingewikkeld, maar ervoor zorgen dat alles hier een beetje doorloopt en jullie medicatie langzaam wordt afgebouwd is nog een behoorlijke opgave. Zeker wanneer dat allemaal niet op mag vallen, zodat de Regering niet over een week op de stoep staat.
Ik wil aan iedereen in deze zaal vragen, Dwaling én soldaat, of jullie je achter ons willen scharen. We zullen niet ten strijde trekken – nu nog niet, tenminste – of andere vreemde dingen. Het enige wat we van je vragen is een beetje hulp, zodat de camera’s denken dat alles nog in orde is. Verzin wat moois, maar het komt erop neer dat we jullie nu harder nodig hebben dan ooit en dat jullie door onze organisatie beschermd worden wanneer jullie je bij ons aansluiten. Doe je dat niet, wordt je per direct teruggestuurd naar de Regering zodra we ervoor hebben gezorgd dat je ons geen schade meer kunt berokkenen. Ook als Dwaling.’
‘Wat is jullie uiteindelijke doel?’ vroeg iemand.
Ik grijnsde breed. ‘Eerst richten we ons erop iedereen hier weg te krijgen. Beide partijen worden op menselijke wijze terug naar hun volk getransporteerd. Wanneer iedereen veilig is, blazen we het centrum op.’ Stilte. ‘Wie van de Dwalingen sluit zich niet bij ons aan?’
Misschien naïef, maar ik had stiekem toch aangenomen dat niemand zou reageren op deze uitspraak, maar toen ik na een paar tellen weer door wilde gaan, schoot er een aarzelende vinger de lucht in. Snel volgden er meer.
‘Juist ja… Dan kunnen jullie in de hoek wachten. We zullen jullie gewoon… de routine laten volgen, denk ik.’ Ik wachtte tot de mensen die al in de hoek stonden met vreemde en hier en daar beschuldigende blikken wegvluchtten van de verraders. ‘Dan nu de soldaten… Wie ervoor kiest om aan onze kant te komen staan mag spreken. De Dwalingen om je heen zullen je losmaken van het meubilair.’ In de paar seconden daarna kregen we wat we hadden verwacht: stilte. Je kon een speld horen vallen. Er was één iemand nodig met de ballen om de vuurdoop te ondergaan. Wij konden dat niet voor ze doen. Dat was hun taak.
Seconden werden minuten. Soms fluisterde er iemand, maar die werd direct het zwijgen opgelegd door verhit sissen.
‘Ik geef me over,’ klonk er toen. Er vloog een hand de lucht in van een Dwaling naast de stem en toen ik op mijn tenen ging staan om te kijken wie het was moest ik lachen. Jacy.
‘Welkom bij het verzet, buddy.’
Mijn theorieën bleken juist. Vijf seconden na Jacy kwam de volgende overstapper, direct gevolgd door de anderen, zo bleek later. Pas na twintig minuten waren we klaar. Het was vijf minuten stil geweest. Elke overige soldaat die ik aankeek, staarde woedend terug. De mensen op het podium konden alleen nog naar de grond kijken. Alles in de blik van de loyale soldaten straalde haat uit.
‘Goed dan,’ sprak ik. ‘We hebben lokaal 16 gereserveerd voor de soldaten die de Regering blijven steunen. Ik wil de… nieuwe leden vragen hun voormalige collega’s daarheen te brengen en te noteren wat de indeling is. Jace, Ilex en Victor zullen jullie daarbij hel…’
‘Geweer!’ schreeuwde ineens iemand.
Een ander persoon, in donkere kleren en staande in de deuropening, volgde: ‘Allemaal jullie handen omhoog in de naam van de Regering. Waag het niet een wapen te trekken – ik schiet iedereen hier overhoop.’ Hij loog. Hij had slechts een handwapen. Semiautomatisch en met niet meer ruimte dan voor tien kogels, het standaard dienstwapen voor soldaten in het centrum. Mijn hand tastte naar het pistool op mijn rug. Een wijsvinger krulde om de trekker, ik had mijn doel in beeld.
‘Ik heb gewaarschuwd,’ zei hij.
‘Maeve!’ riep iemand anders.
Twee schoten, bijna tegelijkertijd. Tegenovergestelde richting. Die van mij raakte doel. Die van hem miste mij, maar trof Jace – de persoon die had geroepen – vol in zijn borst. Ik heb geen afscheid van hem kunnen nemen. Zijn hart was op staande voet ontslagen.
Reageer (3)
Nou, Jace, je had ook gewoon bukken ofzo. Misschien een tip voor de volgende keer. ):
9 jaar geledenOh nee
9 jaar geledenNEEE ):
9 jaar geleden