125.
Tom heb ik weggestuurd naar de logeer kamer. Daar stond ik dan naar buiten te staren, volle maan. Ik voelde een hand op mijn schouder. ‘Volle maan.’ Ik knikte en ik wist dat het Tom was. ‘Bij volle maan ga je nadenken over belangrijke dingen. Dat zeggen ze ten minste. Daarom de slapeloosheid.’ Ik wist het, dat heb ik hem jaren geleden verteld, toen we nog kinderen waren. Stil keek ik voor mij uit, ik wist geen woord te zeggen.
‘Ik heb kussens gepakt, kan je zitten.’ Ik knikte en ging zitten. Ik voelde hoe hij weg liep. ‘Sorry, kom er bij. Het is volle maan.’ Volle maan is altijd iets speciaals geweest, er zijn maar weinig mensen die niet kunnen slapen met volle maan. Wij zijn daar een van.
Tom point of view
Verbaasd was ik toen ze mij er bij liet zitten. Ze legde haar hoofd op mijn schouder, zoals vanouds. ‘Waarom Audrey?’ Ze keek even weg. Recht in haar ogen keek ik haar aan. ‘Je hebt me pijn gedaan, snap je dat dan niet?’ Ik knikte. ‘Het spijt mij en meer kan ik echt niet doen, maar waarom moet je nu weg?’ Ze stond op en ging op het bed zitten. ‘Spijt is zo’n mooi woord.’ Ze sloot haar ogen en langzaam liep er een traan uit haar rechter ooghoek. Ik ging voor haar zitten. ‘Waarom?’ Ik vroeg het nog een keer.
Audrey point of view
Als hij iets wilde dan zorgde hij er voor dat hij het zou krijgen. Dit keer was ik het slachtoffer. Snapt hij dan niet dat ik echt pijn heb, dat ik weg moet van alles en iedereen.
Er zijn nog geen reacties.