vorige keer in het kort:
Maanpoot is het kamp uitgeglipt, want ze wilde niet de hele dag niks doen. ze is alleen op jacht gegaan. ze heeft met Wolvenhart afgesproken de volgende morgen te gaan trainen. Bloemstaart, de moeder van Maanpoot, heeft gemerkt dat Maanpoot het kamp uit is gegaan. Bloemstaart maakt duidelijk dat ze niet tevreden is met Wolvenhart, die Maanpoot niet mee trainen had genomen. Maanpoot ziet een vreemde gebeurtenis, waarin Wolvenhart, Drakenvacht en zijzelf worden aangevallen door vijandige krijgers. Wolvenhart raakt hier ernstig gewond, en het is onduidelijk of hij nog wel leeft.

Met haren die rechtovereind staan wordt Maanpoot wakker in het leerlingenhol. Wolpoot en Pluispoot zijn beide al weg.
Maanpoot schudt haar kop en knippert met haar ogen. Ze kneed ongerust in haar bed van mos. Na een tijdje durft ze naar buiten te lopen. Gespannen gaat Maanpoot op zoek naar Wolvenhart. Ze sprint naar Golfstaart. 'Wat is er?' bromt hij tussen twee likken door. 'Weet jij waar Wolvenhart is?' Golfstaart gaat rechtop zitten en kijkt neer op het kleine poesje voor hem. Maar Maanpoot laat zich niet intimideren en staart recht in de ogen van de grote, sterke kat. 'Volgens mij hangt hij rond bij Zwartvlek.' Golfstaart gaat door met zich wassen. Maanpoot loopt opgelucht weg van Golfstaart.
'Zwartvlek!' roept Maanpoot en ze huppelt naar haar hol. Maanpoot steekt haar neus in het hol, maar ze ruikt Zwartvlek nergens. 'Maanpoot!' dat was de stem van Wolvenhart. Wolvenhart snort bij het zien van de kleine leerling. 'Daar ben je! Zullen we gaan trainen?' miauwt Maanpoot opgewonden. Wolvenharts gesnor stopt per direct. Zijn ogen worden donker, alsof er een grote regenwolk voor de maan schuift. 'Nee.' Gromt hij. Zijn ogen staren recht vooruit, en niet naar Maanpoot. 'Maar... je had het beloofd...' zegt Maanpoot verdrietig. 'Dat heb je zeker gedroomd! Ik hoorde van Pluispoot dat je hard miauwde in je slaap. Waarom heb je mij niks verteld over dromen!?' Maanpoot krimpt ineen van deze harde woorden. 'Toen ik wakker werd was iedereen al weg. Ik denk dat ze het heeft verteld terwijl ik nog sliep.' Wolvenhart lijkt niet eens te luisteren naar Maanpoot. 'Neem dan een voorbeeld aan deze twee leerlingen, je bent immers geen kitten meer!' Maanpoots oren wiebelen ongemakkelijk. Wolvenhart stapt woedend weg van Maanpoot. 'Hoe durft ze...' hoort Maanpoot hem nog mompelen. Diep geschokt loopt Maanpoot over het veld. Ze knikt naar haar moeder. Ze loopt naar de oudsten, merkt ze. Zouden haar poten haar hier expres heen brengen? Ongerust laat Maanpoot haar poten voor wat ze zijn. Maanpoot kan haar gedachten beter bij Wolvenhart houden.
Waarom deed hij zo raar? Hij houdt zich normaal gesproken altijd aan zijn beloftes.
'Hallo, Maanpoot. Wat kom je hier doen?' zegt Fonkelstaart vrolijk als het kleine poesje naar binnen trippelt. Mistsnor draait zich demonstratief om. 'Let niet op hem, hij heeft voorlopig een hekel aan leerlingen.' mompelt Fonkelstaart. Ze knijpt haar ogen dicht. 'Maar dat is ook best wel te begrijpen.' Maanpoot houdt haar hoofd vragend scheef. 'Hoezo? Heb ik iets gedaan?' Mistsnor draait zich met een ruk om. 'Wolpoot.' snauwt hij. Maanpoot staart naar de oude, wit met grijze kater. 'Wolpoot heeft vanochtend ons mos verschoond,' legt Fonkelstaart uit. 'maar zoals je ziet heeft hij dat niet zo goed gedaan.' Mistsnor kneed in het sponzige, natte mos. 'Het is ijskoud.' zeurt hij. 'Zal ik het anders even opnieuw doen?' oppert Maanpoot. 'Ik ga toch niet trainen vandaag.' mompelt ze erachteraan. Mistsnor wiebelt met zijn neus. 'Alleen als je het goed doet.' gromt hij. Fonkelstaart kijkt vragend naar het poesje. Maanpoot weet wel wat ze denkt. ''Waarom ga je niet trainen?''
'Heel erg bedankt, dat zou heel fijn zijn.' zegt ze.
Maanpoot trippelt de open plek over. Ze ziet Wolvenhart in een hoekje naar haar kijken. Hij stapt op haar af. Maanpoot blijft wachten tot dat hij bij haar is. 'Zullen we dan maar gaan trainen? Ik kon je nergens vinden! Ik dacht dat je juist zoveel zin had om te trainen. We gaan eerst de grenzen langs en daarna...' Maanpoot onderbreekt hem. 'Maar, ik ging net het hol van de oudsten verversen! En... jij zei net dat we niet gingen trainen vandaag. Dat ik het had gedroomd dat je dat had beloofd.' Wolvenhart wiebelt even met zijn oren en zijn blik verstrakt. 'Dat heb ik niet gezegd.' gromt hij. 'Maar ik weet het zeker! Ik wilde wel iets doen, dus ik dacht, dan ga ik voor de oudsten zorgen...' Wolvenhart draait ongeduldig met zijn ogen. 'Zeg maar dat je gaat trainen. Daarna kunnen ze wel verschoond worden.' Maanpoot opent haar mond om tegen te stribbelen, maar Wolvenhart loopt al weg. Maanpoot schudt haar hoofd, maar gehoorzaamd toch.
Fonkelstaart en Mistsnor kijken verbaasd als Maanpoot zo snel al weer terug is. 'Hallo Maanpoot, nu al klaar?' Mistsnor kijkt haar wantrouwend aan. 'Ik... uhm... Wolvenhart heeft me toch gevraagd te gaan trainen.' Mistsnor sist zachtjes. 'Maar daarna zal ik jullie helpen!' zegt Maanpoot snel. Fonkelstaart kijkt vragend, maar zegt niks. 'Het spijt me...' mompelt Maanpoot. 'Het geeft niks, veel plezier.' Mompelt Fonkelstaart en ze kruipt naar Mistsnor toe om elkaar warm te houden. Ze kruipen tegen Druppelvel, een andere oudste, aan. Maanpoot schuifelt het hol uit.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen