Hoofdstuk 1; Prologe
Ik opende mijn ogen. Langzaam. Het licht dat in de kamer binnenviel verblinde me. Ik hief men arm op om mijn ogen te beschermen maar botste tegen een houten oppervlak. Iets klopte niet. Ik betaste het oppervlak met mijn handen en liet ze daarna langzaam langst mijn lichaam glijden.
Een kist. Ik lag in een vervloekte kist! Zonder te aarzelen duwde ik met al mijn macht tegen het deksel.
NIEMAND ging mij gevangen houden in een ouderwetse doodkist!
Alsof ik dronken was krabbelde ik overeind. Mijn hoofd draaide en niet alleen van het oorverdovende gekrijs dat de kamer vulde.
Ik keerde men hoofd naar de oorsprong van het geluid en zag een vrouw zitten.
Toen ze me in de ogen keek, draaide haar oogbollen naar achteren en viel ze flauw. Ik klakte afkeurend met mijn tong en mijn ogen vielen op een stapeltje papieren dat de vrouw vast had.
“Oh! Je had een cadeautje voor me? Hoe aardig.” Ik huppelde naar haar toe en nam het bruusk uit haar handen. Het was een rapport over een overleden meisje. Haar naam was Emily, ze was zeventien en blijkbaar was ze een soort proefkonijn want onderaan het document stond ‘Experiment mislukt’.
“Arme Emily, mogen haar ziel in vrede rusten.” Ik proestte het uit van het lachen en veegde de tranen uit men ogen.
Het arme wicht was waarschijnlijk vreselijk gemarteld in dat experiment! De gedachte alleen al liet me giechelen. Ik stond daar maar te grinniken tot het eindelijk tot me doordrong.
De vrouw die gilde toen ze me zag, het document, het dode meisje en mijn ontwaken in een doodskist… zeg me niet dat… ik slikte en zocht naar een spiegel. Het kon niet… het mocht niet…
Even later vond ik een spiegel in een lade en even dacht ik dat ik ook ging gillen. Het gezicht… mijn gezicht… het stemde overeen met de foto op het document… het gezicht van Emily.
Er zijn nog geen reacties.