10. Black Rose
Ik moet in hetzelfde huis blijven om op haar te letten dus ga ik maar naar mijn kamer waar ik de deur op slot draai. Cybele weet misschien niet dat dit mijn kamer is maar voor de zekerheid draai ik hem toch maar op slot. Ik lig op mijn bed met mijn handen onder mijn hoofd. Waarom was Cybele zo uitgevallen tegen me? Ik snap er niks van. Ik was gewoon bezorgd. Ik voelde me al lichtelijk gekwetst omdat ze me niet terug kuste –want ze had het duidelijk wel gewild- maar toen ze later bijna schreeuwde kon ik er even niet meer tegen. Wat zou ze nu van mij denken? Dat ik een lafaard ben? Het zou me niet zoveel moeten schelen maar dat doet het wel. Ik weet dat het tegen de Code is om iets met een mens te hebben maar ik kan er niks aan doen. Als ik haar zie gaat mijn hart sneller kloppen en wil ik alleen maar bij haar zijn. Hoe kan het dat ze zoveel met me doet? Ik zucht en kijk naar buiten. Het is al donker. Ik probeer haar ziel te voelen. Cybele ligt op haar bed in haar kamer. Haar ziel schijnt minder fel. Dat betekend dat ze slaapt of gewond is. Ik hoop het eerste. Misschien kan ik voor de zekerheid toch maar beter gaan kijken. Een vervelend stemmetje in mij zegt dat ik haar gewoon wil zien. Het heeft gelijk. Ik hoef geen excuses voor mezelf te maken, ik weet de waarheid toch wel.
Ik klop zacht op de deur van Cybele’s kamer. Geen antwoord. Ik doe de deur open en stap de kamer binnen. Hij is donker en ik laat mijn ogen er even aan wennen. Wanneer ik alles weer van elkaar kan onderscheiden loop ik naar het bed toe. Cybele ligt op haar rug met haar gezicht mijn kant op gevallen. Ik veeg een lok uit haar gezicht weg waardoor de frons die ze op haar gezicht heeft zichtbaar wordt. Ik frons ook. Waarom heeft ze een frons in haar slaap? Cybele kreunt en draait haar hoofd de andere kant op. Zou ze weten dat ik hier sta? Ik ga op de rand van haar bed zitten. Ze kreunt weer. Opeens weet ik het: Ze heeft een nachtmerrie. Cybele kreunt en gaat anders liggen. Ze ligt nu dichterbij me met haar hand op mijn been. Ik weet niet waarom maar ik til de dekens op waardoor ze moet rillen en ga bij haar liggen. Ik sla mijn armen liefdevol om haar heen en trek haar dichterbij me. Mijn kin rust op haar hoofd en ik voel dat ze haar armen ook om mijn middel krult. Ze nestelt zich tegen me aan. Ik wrijf zacht over haar rug en weet zeker dat de frons en de nachtmerrie verdwenen zijn.
En ik hoop ook gelijk de ruzie.
Er zijn nog geen reacties.