Hoofdstuk 4
'Aantal jaren geleden kwam ik je voor het eerst tegen. Nog voor dat je zo bent zoals je nu bent.'
'Reïncarnatie?' Onderbrak ik haar.
'Stil! Ik was aan het praten...' Ik hield mijn bek al en ging aandachtig luisteren.
'Aantal jaren geleden kwam ik je voor het eerst tegen. Vlakbij een meer op een grote groen veld van gras. Jij leerde heel snel wie je was. En met wat hulp ging dat sneller. Je had amper moeite met boeken lezen want na 1 keer wist je het allemaal. Je hebt ons bevrijd, bevrijd van het kwade. Totdat je verdween. Ik kon nooit sorry zeggen voor het gene wat ik toen tegen je had gezegd...'
'Ik kan het me niet herinneren.' Zei ik droog.
'Maar ik voel me gewoon niet goed bij de dingen die ik heb gezegd,' ging ze verder. 'Maar goed, alles was dus terug oké, we leefden een hele tijd in vrede met onze vijand. Nu denk je misschien dat ze zich terug tegen ons hebben gekeerd, maar dat is niet wat er gebeurde.'
'Wat dan?' vroeg ik, aangezien ze niet vanzelf verder ging.
'Een nieuwe vijand kwam. De Nemoris, ze kunnen van gedaante veranderen en gingen al snel op in onze omgeving. We hadden niet eens door dat ze er waren...
'Wat heeft dat met mij te maken?'
'Jij bent en blijft mijn verlosser. Misschien ben je nu een waardeloos wezen vergeleken met toen. Maar je blijft voor mij een verlosser.'
'Is dat een compliment?'
'Je hebt serieus een IQ van een waardeloos reptiel!' Zei ze op een gemene manier.
'Dank je...' Zei ik terug omdat ik niks terug wist te zeggen.
Ze zuchtte zwaar en ik hoorde hoe ze op de grond neerplofte.
'Hoe kom je eigenlijk hier?' Het was een vraag die zich heel erg plots aan me opdrong. Als zij bij de 'goeie' hoorde, wat deed ze dan hier? Bij de mensen die me al jaren vasthielden?
'Ze wilden me vermoorden, dus ik zei dat ik een draak in vermomming was. Nemorissen hebben niet zo'n hoog IQ...'
Ik kon m'n lach niet inhouden en rolde letterlijk over de grond van het lachen.
'Blijkbaar hebben Draken ook geen hoog IQ' Merkte ze weer droog op.
Ik stopte met lachen. En ik bromde wat.
'Dat was volgens mij niet zo lief bedoeld.' Ze maakte een zuchtend geluid nadat ik dat zei.
'Ik weet nu alleen niet waarom jij hier nu bent. Blijkbaar was je de hele tijd hier...'
'Waarom ik hier ben? Ik wilde niet naar mijn cel en werd toen hier gedumpt. Geen idee waarom hier...'
'Wow,' zei ze vol bewondering, al klonk er iets van spot door in haar stem. 'Is dat nog niet duidelijk dan?'
'Nee,' zei ik een beetje beschaamd.
'Ik ben een draak - dat heb ik hen toch wijsgemaakt - en jij bent een draak. Ik ben een vrouwtje, jij een mannetje. Valt het kwartje al?'
'Niet echt... Sorry...'
'Als er nu genoeg licht was had je aan mijn blik gezien hoe dom jij eigenlijk wel niet bent nu. Ooit iets slims gedaan?'
'Slims gedaan... Ik snap het even niet waarom zou je dat vragen. Ik doe meestal wat klusjes en word daarna in m'n cel gekwakt. Soms krijg ik ook eten van ze. Smaakt wel lekker. Het liefst slaap ik zodat de tijd sneller gaat.'
'Op dit moment weet ik niks te zeggen. Je zou zelfs falen voor de IQ grens idioot....'
Ik maakte weer een vragend geluidje...
'Laat maar,' zuchtte ze. 'Aan jou hoef ik het niet te vragen, want je snapt er toch niks van.'
'Zeg het dan,' mekkerde ik, als een klein kind. Eigenlijk had ze me best nieuwsgierig gemaakt naar heel dit gedoe.
'Ze willen een babydraak, snap je? Zodat ze dat beest vanaf de geboorte kunnen trainen en er een echte strijder van kunnen maken.'
'Waarom ik niet?'
Het leek alsof ze daar even over na moest denken, al klonk haar antwoord vrij logisch. 'Jij bent De Verlosser. Uiteindelijk zul je altijd goed blijven.' Ik voelde een vinger tikken op de plaats van m'n hart. 'Hier zul je altijd oprecht zijn.'
'Dat is een compliment, hè' Ik keek blij. Ook al had ze dat niet kunnen zien.
Ze zuchtte eerst en zei daarna. 'Ja dat was een compliment. Ik weet niet wat ze je hebben aan gedaan maar je moet heel veel leren zo te horen.'
'Dat zal vast wel mee vallen.' Zei ik terug.
'Dat zullen we dan nog wel zien. We moeten ieder geval hier uit komen. Je bent al veel te lang hier. Dat is overal aan te merken...'
Ik maakte een geïrriteerd gesnuif geluid. Maar ik stemde niet met haar in.
'Waarom zou ik hier weg gaan? Ik kan me niks anders herinneren dan hier zijn. Niet in deze kamer... Want ik weet niet welke kamer dit is...'
'Je bent veel meer waard dan dit,' zei ze meteen. 'Bij ons zullen we je beter behandelen. Ten slotte ben je nog steeds onze Verlosser!'
'En hoe wil je me hier uitkrijgen dan?' snauwde ik.
Mijn ogen waren al een beetje aan het donker gewend, waardoor ik haar ogen zag glinsteren in het duister.
'Vertrouw me maar,' zei ze mysterieus.
Hoe kan ik haar vertrouwen als ik haar niet kende... Ze kende mij blijkbaar wel. En dat maakt het moeilijker voor mij, dan voor haar die Rho hete.
Ik kon haar nog niet volledig vertrouwen. Eerst wachten tot wat ze doet. Als het foute boel is. Dan grijp ik in. Dat was een goeie vond ik zelf. En als ze me toch buiten krijgt zonder problemen om mijn vertrouwen te winnen en daarna de mist in gaat... Kon ze ook een bijpassende straf krijgen. Haar verhaal was wel mooi en aardig. Maar wie zegt dat ze gelijk had...
Opeens hoorde ik een zacht geknal.
Reageer (1)
EN TOEN, NU VERDER!
1 decennium geleden