Chapter Eight.
Vermoeid loop ik door de gangen naar mijn slaapkamer. De hele middag ben ik bij Devina geweest, we hebben de voorbereiding getroffen voor de toverdrank. Blijkbaar zit daar ook een spreuk bij, dus het is allemaal ingewikkelder dan ik dacht. Devina vertelde dat het wel een week kan duren voor alles klaar is. De gedachte dat ik zolang moet wachten, maakt me ongeduldig. ‘Danisha? Ben jij dat?,’hoor ik de stem van Niklaus zeggen. Een deur aan het einde van de gang gaat open en Niklaus komt tevoorschijn. ‘Hoe ging het?,’vraagt hij, hij geeft een teken of ik binnen wil komen om te praten. ‘Wel goed,’zeg ik, als ik zijn slaapkamer binnen loop. ‘Het duurt alleen lang, een week waarschijnlijk. Ik weet niet waar ik het geduld vandaan moet halen,’zijn mijn volgende woorden, de laatste met een zucht. Lachend neemt volgt Niklaus elke beweging die ik maak. ‘Als het eenmaal zo ver is, dan zal het het wachten waard zijn,’zegt hij,’Daar zit ik dus nog over te twijfelen. Ik heb geen idee wie ik ben? Wat nou als ik een vreselijk persoon ben, een moordenaar of iets dergelijks,’zeg ik, meteen komt hij naast me zitten. ‘Dat is niet mogelijk, het meisje wat ik de laatste maanden heb leren kennen is geen vreselijk persoon,’zegt hij. ‘Dat is het hem nou net,’zeg ik zuchtend,’misschien als ik mijn herinneringen terug krijg, dat ik dan verander,’. ‘Daar geloof ik helemaal niets van. Je hebt misschien je herinneringen niet, maar je bent nog steeds jezelf,’zegt hij,’Een karakter kun je niet veranderen,’. Daar heeft hij wel een goed punt. ‘Ok, maar wat als ik familie heb of misschien zelfs een liefde?,’de blik op Niklaus zijn gezicht staat bezorgd. ‘Dan zou je daar weer naar toe willen natuurlijk,’zegt hij, harop nadenkend. ‘Ja, dat denk ik wel,’zeg ik zacht, Niklaus staat op en begint door de kamer te ijsberen. Het lijkt of hij iets wil zeggen, maar het niet kan of niet weet hoe. ‘Wat is er?,’vraag ik dan uit eindelijk. ‘Niks,’zegt hij, maar ik weet beter. Misschien kan ik niet zien wat hij denkt, maar ik heb hem wel een beetje leren kennen. ‘Nu eerlijk,’zeg ik, zijn ogen ontmoeten de mijne en ze staan vol verdriet en spijt. ‘Het spijt me, maar ik kan het niet zeggen,’zegt hij, starend naar het tapijt denk ik na. Durft hij me niet te vertellen dat hij me gaat missen? ‘Als dat het geval zou zijn, dan moet je weten dat ik je ga missen,’zeg ik en sta op. ‘Ik ben in deze maanden veel om je gaan geven en ik zal je nooit vergeten,’met die woorden loop ik zijn slaapkamer uit.
Het diner heb ik gemist, de hele tijd lig ik na te denken. Mijn gevoelens zijn gemixed, ik zal blij zijn wanneer ik eindelijk weet wie ik echt ben. Het is aan de andere kant ook doodeng, ik heb geen idee wat me te wachten staat. Er word zacht op de deur geklopt, maar ik reageer niet. ‘Danisha, moet je ook iets eten?,’het is de bezorgde stem van Niklaus. Eerst kan hij niet eerlijk tegen me zijn over zijn gevoel en daarna verrast hij me weer met zijn bezorgdheid over mij. ‘Ik zet het dienblad voor je deur neer. Als je toch honger krijgt, staat het er,’de gevoelens in zijn stem, stromen door mijn lichaam. Ik voel me het zelfde. Ik hoorde de voetstappen van Niklaus steeds verder weg gaan. Als hij nou gewoon toe zou geven, dat hij om me geeft, dan was alles misschien anders. Dan zou het me niet kunnen schelen en zou ik voor hem gaan. Het mag alleen niet zo zijn blijkbaar. Knuffelen en samen slapen is prima, maar een relatie is not done. Voor hem dan tenminste en waarom? Omdat hij bang is om me pijn te doen, alles wat hij aanraakt gaat dood. Dat is hoe hij denkt en dat krijgt niemand er uit. Het doet me pijn om te weten dat hij zo door het leven gaat, hij kan niemand te dicht bij laten komen. Dat is voor hem, bij mij al te laat. Alles wat hij heeft gedaan of gevoeld, weet ik. We praten er nooit over en ik begin ook nergens over. Dat komt wel als de tijd rijp is, maar het kan ook te laat zijn.
Het diner heb ik gemist, de hele tijd lig ik na te denken. Mijn gevoelens zijn gemixed, ik zal blij zijn wanneer ik eindelijk weet wie ik echt ben. Het is aan de andere kant ook doodeng, ik heb geen idee wat me te wachten staat. Er word zacht op de deur geklopt, maar ik reageer niet. ‘Danisha, moet je ook iets eten?,’het is de bezorgde stem van Niklaus. Eerst kan hij niet eerlijk tegen me zijn over zijn gevoel en daarna verrast hij me weer met zijn bezorgdheid over mij. ‘Ik zet het dienblad voor je deur neer. Als je toch honger krijgt, staat het er,’de gevoelens in zijn stem, stromen door mijn lichaam. Ik voel me het zelfde. Ik hoorde de voetstappen van Niklaus steeds verder weg gaan. Als hij nou gewoon toe zou geven, dat hij om me geeft, dan was alles misschien anders. Dan zou het me niet kunnen schelen en zou ik voor hem gaan. Het mag alleen niet zo zijn blijkbaar. Knuffelen en samen slapen is prima, maar een relatie is not done. Voor hem dan tenminste en waarom? Omdat hij bang is om me pijn te doen, alles wat hij aanraakt gaat dood. Dat is hoe hij denkt en dat krijgt niemand er uit. Het doet me pijn om te weten dat hij zo door het leven gaat, hij kan niemand te dicht bij laten komen. Dat is voor hem, bij mij al te laat. Alles wat hij heeft gedaan of gevoeld, weet ik. We praten er nooit over en ik begin ook nergens over. Dat komt wel als de tijd rijp is, maar het kan ook te laat zijn.
Er zijn nog geen reacties.