11. Nachtmerrie
Het was nacht. De sterren zaten verstopt achter grauwe wolken die slecht weer voorspeldde. Mauw liep door een onbekend terrein. Ergens achter een boom bewoog een schaduw. ''Jamai?! Ben jij dat?'' riep de poes. Geen antwoord. De zwart witte poes keek goed om zich heen. Een grasveld met een paar bomen, niks ergs... toch? Het begon te regenen. Had haar beste vriend haar in de steek gelaten?! Mauw voelde een steek van verdriet. Nu regende het nog harder. De wind waaide de poesiepoes bijna omver. ''Oeff'' bracht ze uit. Er klonk een knal. Mauw wist wat dit betekende: onweer! ''Jamai!!'' riep ze op haar aller hardst. ''Mauw!'' Gelukkig, Jamai had haar gelukkig niet in de steek gelaten. ''Waar ben je?!'' ''Hier!'' Naast het grasveld strekte een bos zich tot in de verte uit. De poesiepoes sliktte even. Oke, vooruit Jamai... dacht ze. Mauw racete het bos in. Ze leek geen moeite te hebben om geen enkele boom te raken. Uiteindelijk zag ze Jamai' s bruine pels. Hij draaide zich om. ''Mauw, kijk u....'' Half in zijn zin verdween hij. Geschrokken stak Mauw een poot uit waar de kater net stond. ''Hee! Please ga niet weg!'' De poes rook een sterke, stinkende geur. Ze draaide zich om. Brand! Het begin van het bos stond in de fik. Snel ging Mauw er vandoor. Tijdens het rennen klonk er een vreemd geluid. De poes vertraagde haar tempo, maar rende nog wel door. Een brandende boom kwam net voor haar neer. Ze zat ingesloten! Aaaahh nee! Met grote angstige ogen staarde mauw naar het vuur voor haar.
Mauw schrok wakker. Gelukkig, ze lag naast Jamai en de sterren schenen helder. Het was maar een nachtmerrie. Opgelucht haalde ze adem. Elk teken van gevaar was verdwenen.
Reageer (2)
Maak snel verder!!
9 jaar geledenMaak snel verder!!
9 jaar geleden