Bliksem
De zon was allang achter de horizon gezakt toen ik met een collega van mijn moeder terugliep naar de auto om aan het hevige onweer te kunnen ontsnappen. Ik was allang vergeten waarom we naar hier waren gekomen en waarom mijn ouders me niet gewoon hadden gebracht. Op dat moment dacht ik alleen maar aan wegkomen van deze plek, ver weg van deze vreselijke regenbui en oorverdovende donderslagen.
Een felle bliksemschicht verlichte de hemel en zo ook het gelaat van de voor mij haast onbekende vrouw. Ik zag een diepe frons op haar gezicht, die haar nog net iets ouder deed lijken. 'Raar, ik dacht toch echt dat...' Het laatste deel van haar zin werd afgekapt door de donder en ik kon het niet opbrengen om te vragen wat ze nu net had willen zeggen.
'Zijn we de auto nu kwijt?' vroeg ik met een trillende stem. Ik had het ijskoud en een rilling bekroop me.
'Ja,' gaf ze toe. Ze begon weer verder te wandelen en ik volgde haar snel, net iets te snel waardoor ik bijna uitgleed over het natte wegdek. 'Iets verderop staat de politie,' legde ze uit. 'Misschien kunnen zij ons helpen? En we moeten sowieso een schuilplek vinden, dus...'
We liepen in stilte verder tot we aankwamen bij een open veld waar het gras zo hoog stond dat het zelfs mijn knieën kon raken. Ik lachte even bij het kriebelende gras, maar herinnerde me toen de regen weer en de lach verdween van mijn gezicht.
De politie stond een einde verderop en regelde het vertrek van de auto's. Iedereen wilde hier zo snel mogelijk weg nu het onweer uitgebarsten was en met een overvolle parking zorgde dat natuurlijk voor opstoppingen.
Ik spurtte naar de politie, maar in het middel van mijn vlucht hoorde ik de collega van mijn moeder opeens gillen dat ik naar moest liggen. Snel volgde ik haar bevel op - omdat haar stem zo extreem paniekerig had geklonken - en liet ik mezelf op de grond vallen. Het gras kietelde mijn wangen, waardoor ik me even helemaal bevrijd voelde. Heel lang duurde de vreugde echter niet, want vlak boven me - ik lag op mijn rug - zag ik hoe een duistere wolk zich dreigend verlengde, tot hij bijna leek op de staart van een of ander reptiel. Met grote ogen keek ik toe hoe een felle bliksemschicht zich aan het smalle uiteinde van de wolk vormde en met een immense snelheid op me afschoot. Ik sloot mijn ogen, hoopte dat het gewoon een nare illusie was, maar voelde even later hoe de elektriciteit door mijn lijf gierde.
En zelfs toen ik een paar seconden later wakker werd, zou ik zweren dat ik mijn lichaam voelde tintelen alsof er nog steeds stroom door mijn aderen stroomde in plaats van bloed.
Reageer (1)
Goed geschreven! Lekker beeldend ^^
1 decennium geleden