Foto bij 7. Black Rose

Ik voel me zwak en ga door mijn knieën. Ik word opgevangen door iemand maar heb geen idee wie. De persoon tilt me op en legt me ergens anders zacht neer. Ik weet niet waar. Ik voel dat ik word meegetrokken in een diep zwart gat.

‘Vito?’ Mijn stem klonk zwak. ‘Ik ben bij je.’ Vito’s stem klinkt niet ver. Ik open mijn ogen. Vito zit naast me op een stoel. ‘Hey.’ Hij glimlacht. ‘Wat is er gebeurt?’ Vito’s glimlach word breder. ‘Je hebt vleugels.’ Ik ga met mijn hand naar mijn rug maar ik voel niks. ‘Weet je het zeker?’ Vito lacht. ‘Je hebt ze weer meteen ingetrokken. Vandaar voel je niks.’ Ik knik. ‘Waardoor ben ik bewusteloos neer gevallen?’ Vito glimlacht alsof het naïef was. ‘Omdat je vleugels laten groeien en weer intrekken veel energie kost.’ Ik maak een o geluid.
‘Hoe zagen ze eruit?’ Ik verbaas mezelf over hoe enthousiast het klonk. Vito grinnikt. ‘Ze waren prachtig. Je weet hoe die van mij eruitzien?’ Ik knik. ‘Ongeveer zo alleen zijn jouw veren zachter en donziger en hebben ze een groene gloed in plaats van een blauwe.’ Ik ga zitten. Ik sluit mijn ogen en stel het me voor. ‘Waarom hebben ze een groene gloed?’ Ik open mijn ogen weer. ‘Omdat ze de kleur van je ziel weerspiegelen. Je ogen weerspiegelen ook de kleur van je ziel. Het is gedeeltelijk ook erfelijk.’ Ik kijk Vito aan. ‘Misschien een domme vraag maar, wat is je ziel? Ik bedoel, ik weet wel wat het is maar betekent de kleur iets en wat en..’ Ik houd mijn mond zodra ik merk dat ik aan het ratelen ben. Ik zucht. Vito moet lachen. ‘Het is geen domme vraag. Je ziel is.. Tja, hoe leg je dat uit?’ Vito denkt na.
‘Je ziel is een deel van jou. Het bepaalt mee met alles wat je doet.’ Hij denkt weer even na. ‘De kleur zegt iets over jou. Je persoonlijkheid dus eigenlijk.’ Vito denkt weer na. ‘Wat zegt de kleur groen?’ Ik kijk hem aan. ‘Oh, en blauw natuurlijk.’ Ik voel dat ik lichte blosjes krijg. Vito grinnikt. ‘Groen staat voor zachtaardigheid en oprechtheid. Groene zielen zijn meestal eerlijk en hebben geduld. Ze zijn ook netjes en betrouwbaar en willen graag dingen ontdekken.’ Vito glimlacht met zijn scheve lachje naar me. ‘Herken je dat?’ Ik krijg het ineens een beetje benauwd en voel alle bloed massaal naar mijn gezicht stromen. ‘En.. en blauw?’ Vito staat op en komt naast me zitten. ‘Ze zeggen dat ze het best met groene zielen kunnen omgaan.’ Zijn hand gaat naar mijn wang en streelt die. Zijn gezicht komt steeds dichterbij. Ik zie dat Vito zijn ogen sluit en ik doe de mijne ook dicht. Er wordt op de deur geklopt. Een hoge en vooral irritante stem roept: ‘Cybele! Vito! Zijn jullie hier?’ De stem klinkt bekent. Ik open mijn ogen. Nee. Vito vloekt zacht en springt op. Ik probeer mijn hartslag weer normaal te krijgen. ‘Wie is dat?’ Vito loopt naar de deur. ‘Vivian, de vrouw van de kinderbescherming.’ Ik sta op. ‘Ah, jullie zijn er wél.’ Het klinkt enthousiast. Ik kijk de gang in. ‘Ah, daar is ons Cybeletje.’
‘Ze heet Cybele.’ Vito kijkt Vivian strak aan. ‘Ja ja, natuurlijk.’ De vrouw glimlacht maar het ziet er nep uit. ‘Wat doet u hier?’ Ik vraag het vriendelijk. Ik weet niet wat er tussen Vito en Vivian is dus bemoei ik me er ook niet mee. ‘Oh meisje, je hoeft geen u te zeggen hoor, dan voel ik me zo oud.’ Ik knik. ‘En wat ik hier doe? Ik kom kijken of het wel goed met je gaat, hier, bij Vito.’ Bij Vito’s naam gingen haar mondhoeken bijna een kilometer naar beneden maar bijna meteen ook weer omhoog in haar nep-glimlach. ‘Ja, het gaat goed met haar. Toch Cybele?’ Ik knik. ‘Oh, nou, dat is mooi. Mag ik binnenkomen en een paar vragen aan je stellen, Cybeletje?’
‘Cybele.’ Zegt Vito meteen. ‘Ja ja, natuurlijk, ja.’ Vivian wuift het weg. ‘Dus mijn kind, zullen we gaan zitten met een kopje thee en gezellig babbelen?’ Ik kijk naar Vito. Die schud zijn hoofd. ‘Ach kind, we hebben geen toestemming nodig van hem.’ Ze duwt Vito ruwer opzij dan nodig is en loopt naar binnen. ‘Uhm, sorry mevrouw,’
‘Noem me toch Vivian.’
‘Vivian. Maar ik, we hebben geen tijd om te kletsen.’ Vivian kijkt me lachend aan. ‘En welk excuus heb je dan, mijn kind?’ Je mag haar niet, Vito mag haar niet. ‘We, Vito en ik zouden naar het bos gaan.’ Vivian lacht nog steeds alleen minder. ‘Maar het is juist de bedoeling dat je hier veilig binnen blijft, kindje.’ Vito legt een hand op mijn schouder. ‘Ze bedoelt het replica bos. Het bos in de kamer.’ Ik knik ook al heb ik geen idee waar hij het over heeft. ‘Ah, zo. Maar dat kan toch wel even wachten? Jullie hebben straks álle tijd van de wereld.’ Vivian maakt een groots gebaar. ‘Nou, eigenlijk niet dus.’ Vito kijkt Vivian aan en zij kijkt terug. Ik kijk naar Vito en dan naar Vivian en dan weer terug. Het lijkt wel een staarwedstrijd. Vito trekt zijn wenkbrauw op. Vivian doet hetzelfde alleen trekt ze er meteen twee op. Ik vermoed dat ze niet een tegelijk kan optrekken. Ik schiet in de lach. ‘Prima, oké. Ik ga al.’ Haar glimlach is helemaal verdwenen en haar irritante hoge stem is nog hoger en irritanter. Als ze lang me komt legt ze haar hand op mijn schouder en glimlacht weer nep. ‘Als er iets is kun je me altijd bellen.’ Ze geeft me een kaartje met haar telefoonnummer en maakt een telefoon van haar hand. Ze houdt die bij haar oor. Vivian draait zich om en loopt weg en stoot ondertussen tegen Vito’s schouder aan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen