Damion werdt met een zeurende rug wakker en keek glazig voor zich uit. Hij bewoog zich langzaam waardoor de dekens verschoven. Het was al licht en hij wilde overeind komen, maar de pijn in zijn rug was een kwelling.
De jongen zag dat hij schone nachtjapon had en tot zijn verbazing was de kamer gemaakt van dikke takken die om zich heen slingerde. Het was een vrij kleine kamer, waar een bureau en stoel in stond, een kleding kast sierde de hoek. Meer stond er eigenlijk niet in.
Een doek werd opzij geschoven en Tobias kwam geheel gekleed in witte en rode kleren de kamer binnen. Hij liep naar het bed en zakte neer tot zijn hoogte.
'Hoe stom kon je zijn, om die wolf aan te vallen,' zei hij bitter.
'H..Het..Spijt me, meester,' Stuterde Damion en Tobias greep zijn hand vast en kneep er kort in. 'Maar ik ben blij dat je nog leeft, ik was zo voorzichtig mogelijk naar Paran gevlogen om hulp te halen,' zei hij en Damion keek zijn meester geschrokken aan.
'Paran?' zei hij zacht, waarbij Tobias al grijnzend hem bleef aankijken.
'Als je uitegrust bent, zullen we je klaarmaken voor de ceremonie,' zei Tobias met een glimlach en liet Damion in bed achter, maar voordat hij helemaal verdween, stak hij zijn hoofd nog om de hoek.
'Asmaltys wilt je spreken,' zei hij en een lange slanke man, kwam de kamer in gelopen en bleef staan voor het voeteneind. Damion wilde overeind komen, maar de dreunende pijn, hielp hem terug op zijn oude plek.
'Ik ben blij dat je wakker bent,' begon hij te spreken. Hij had een donkere stem. Damion kon niks uitbrengen en bleef de man alleen maar aanstaren. Zijn ogen hadden een ongewone groene kleur en keken sterk de wereld in.
Zijn oren hadden een kleine punt.
'Ondanks de pijn, zullen we je moeten klaarmaken voor de ceremonie vanavond,' zei Asmaltys de zin van Tobias na, waarbij Damion nu overeind kwam. Asmaltys hielp hem overeind en zette de kussen rechtop zodat hij tegen de muur kon leunen.
Damion kreunde van de pijn.
Twee schitterende meiden kwamen de kamer in gelopen en bleven naast hun leider staan.
'Help Damion met omkleden, maar doe voorzichtig met zijn rug, die is nog niet genezen,' zei hij en liet de meisjes hun werk doen, terwijl hij tussen de doeken verdween.
'Ik ben Yala en dit is Tina, wij zijn aangewezen om jou te helpen aankleden,' zei ze en hielp Damion uit bed. Damion had moeite met lopen naar de douche cabine en ze trokken schaamteloos zijn nachtjapon uit en schrokken door de steen op zijn borst en de rode striemen op zijn rug.
Zachtjes bogen ze door hun knieen en haalde rustig een natte lap over zijn lichaam.
Vuil van de afgelopen weken kwam als laagjes van zijn lichaam en gaven hem schone kleding.
'Mag ik vragen of u de erfgenaam bent van de Lapis Lazuli?' vroeg Tina zacht, niet wetend of ze dit mocht vragen. Yala gaf haar een tik op haar hoofd. 'Doe eens beleefd,' siste ze en Damion gebaarde dat er niks aan de hand was.
'Yala, Tina, er is niks aan de hand. Ik ben inderdaad de erfgenaam van Lapis Lazuli,' zei hij en de twee meiden zakte verder op hun knieeen. 'Mijn heer,' zeiden ze tegelijk en Damion wist niet wat hij moest zeggen.
'Sta op, jullie hoeven niet te buigen, ik ben maar een simpele leerling van de smid,' zei hij en de meiden knikte, kwamen overeind en namen hem mee de tentdoeken uit over het stenenpad naar de eetzaal.
Damion keek met mond open naar een enorm vallei waar een gigantisch kasteel op de achtergrond was gezet. De torens waren van wit marmer gemaakt en eromheen waren kleine huisjes neergezet. Een smal pad liep naar een rivier dat dwars door de vallei heen liep. Bomen die overal groeide leken wel van goud. Voor hem lag een enorm plein met verschillende huizen.
Het leek veel op Araggia, maar toch was het hier een stuk vrediger dan zijn eigen stad. Toen pas besefde Damion hoe hoog de rotsen waren om eroverheen te kunnen klimmen.
Ze hadden gelijk, Paran was enkel te bereiken met vleugels.
Tobias kwam de stenenpad op gelopen.
'Je ziet er geweldig uit, Damion,' zei hij en Damion keek verlegen weg. Tobias wuifde de twee meiden weg en liet hem voorop naar het enorme plein wandelen. 'Je wide weten hoe Paran eruit ziet, nou hier heb je, je antwoord,' sprak hij met een glimlach en Damion keek om zich heen naar de mensen die langs hem liepen. Ze waren van alle soorten. Saters, Centaurs, ninfen, elven en natuurlijk draken.
Een donkere gedaante scheerde over het plein en schoot vervolgens weer de lucht in. De diep blauwe kleur schitterde tegen het licht van de zon.
'Is dat de erfgenaam van Saffire?' vroeg Damion en Tobias knikte. 'Maar waarom zeggen jullie erfgenaam, en waarom is er geen Lapis Lazuli bij de ceremonie?' vroeg hij achter elkaar.
'Damon, wij draken spreken over de stenen die wij erfen van de draak die omgekomen is. Iedere steen bevat een beperkt aantal draken. Als die sterven zullen de stenen geerfd worden door de nieuwe leerling en zo verder. Het is een cirkel, net zoals bij mensen levens. De steen lapis is nog maar een van gevonden, toen de vader van Lazulis, jou opa stierf. hadden we jaren geen lapis draak meer, totdat jou vader de steen orf. Nu hij stierf, veranderde het in een ketting. Jij draagt de Lapis Lazuli,' beantwoorde Tobias zijn vragen, maar Damion was niet geheel tevreden over het laatste.
Het voelde alsof hij iets verborg.
Tobias en Damion kwamen aan op het plein en de Paranianen begroetten de jongen en zijn meester. Tobias kende ze al, maar Damion waren ze extra benieuwd naar.
Een sater kwam op hun afgelopen. 'Mijn broeder Tobias, das een tijd geleden,' sprak hij met een diepe stem.
'Gegroed Arlos,' sprak Tobias en gebaarde iets door met zijn handen te zwaaien. Damion keek de sater aan en hij had gezien dat de jongen naar hem staarde.
'Wie is deze knul, vast een nieuweling?' vroeg hij en Tobias beantwoorde al zijn vraag.
'Dit is Damion, hij is inderdaad een nieuweling. Ik breng hem naar de eetzaal.' Tobias wenkte naar de sater en fluisterde wat in zijn oor. De ogen sprongen open en keken naar Damion.
'Wel heilige saters bij elkaar, maar dat is onmogelijk,' fluisterde hij en liep wat naar achteren. 'Als je niets verteld hierover,' zei Tobias en Arlos schudde zijn hoofd en liep vervolgens een andere kant op.
Tobias en Damion liepen zelf verder naar de eetzaal en zochten een tafel uit waar ze goed konden zitten. De ceremonie zou zo van start gaan en Damion had niet gezien hoeveel kinderen er in de zaal zaten.
Ze waren van verschillende leeftijden en Damion was niet de oudste en ook niet de jongste.
Hier in deze zaal zouden er maar vijf getraint worden, waaronder hijzelf als zesde leerling. De rest zou als bediende worden gezet. Damion keek nog eens naar de vele gezichten en wachtte af tot de ceremonie zou beginnen en dat hij aan zijn opleiding als drakenleerling kon beginnen.

Reageer (1)

  • TheMockingjay

    Yay! Snel verder! Want ik ben nu super nieuwschierig!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen