Hoofdstuk 3: De Sortering
De deur ging open.
Er kwam een man tevoorschijn. Hij had lang haar en een nog langere baard. Zijn ogen twinkelden. 'Welkom op Zweinstein. Ik ben Professor Perkamentus. Als jullie even in de hal willen wachten kunnen jullie zo dadelijk naar de Grote Zaal.'
Ze liepen naar binnen en wachten in de hal.
'Meneer Vilijn, wilt u even meekomen?' hoorde Marten iemand zeggen. Hij keek op en zag een vrouw van middelbare leeftijd staan.
Verbaasd liep hij met haar mee.
'Hierin,' liet ze hem voorgaan.
Ze kwamen uit in een zaal met veel bedden.
'Ga hier maar zitten,' zei de vrouw, 'ik ben madame Jodium. Ik hoorde dat je was flauwgevallen in de trein.' Vervolgens voelde ze in zijn nek, zijn borstkas en zijn rug. 'Juist ja,' zei ze, heel merkwaardig...
Tien minuten later stond Marten in de Grote Zaal. Hij voegde zich gauw bij de andere eerstejaars. Nadat Madame Jodium hem had onderzocht had ze een paar vragen gesteld. Verbaasd was ze uiteindelijk weggegaan en had hem teruggestuurd.
Marten keek naar de rij voor zich. Die werd steeds kleiner en uiteindelijk was alleen hij nog over.
'Vilijn, Marten Asmodom.' riep Professor Perkamentus. Vervolgens rolde hij het perkament op waar de namen opstonden en ging zitten.
De hele zaal keek naar Marten terwijl die de hoed opzette. 'Juist ja,' klonk er een stem in zijn hoofd, 'twee persoonlijkheden, hoe kan dat nou. Afijn, jou eigen persoonlijkheid lijkt toch echt het meest op GRIFFOENDOR!'
Dat laatste woord klink niet alleen in zijn eigen hoofd.
Reageer (3)
hè? Ik dacht dat Marten in zwadderich zat!
7 jaar geledenDankje!
1 decennium geledennice
1 decennium geleden