Foxes: Alleen
Sinds ik gevlucht ben heb ik nauwelijks gegeten, ik ben te druk met terretoriums en ik wordt steeds weggejaagd. Het bos is hier dichter begroeid en er komen geen mensen, maar wel vossen.
Snel plet ik een kever en ik eet hem op; mischien zit de vos van dit terretorium wel naar mij te gluren. Ik kijk om me heen. De bomen ruisen en dan hoor ik weer dat vreselijke geluid. Het janken van tientallen dieren alsof vossen mij bedrijgen. Ik ren weg op zoek naar beschutting. Ik heb die gevonden een struik. Dan horen ik stappen; ik durf niet te kijken. Het zweet breekt me uit en ik begin te hijgen. En dan zie ik het het lijken op vossen, maar veel groter en met een groep. Ze ruiken aan een steen. Ze zijn duidelijk naar iets op zoek. Naar mij. Langzaam loop ik naar achter. Opeens staan de vossen stil en spitsen hun oren, ze draaien hun kop naar mij. Een van de wezens loopt richting mij. Snel loop ik nog een paar passen naar achter tot ik uit de struik ben. De wezens lopen snel om de struik heen en zien mij weg rennen. De wezens rennen mij achterna. Ik ren voor mijn leven. De wezens komen steeds dichterbij. Ik hoor het gehijg in mijn nek. En opeens hoor ik geschreeuw van een mens. Ik maak een scherpe bocht, maar het wezen dat het dichtsbij mij zit bespringt me. Maar ik voel niks. Er raast een steent rakelings achter me. De wolf die me besprong wordt geraakt en valt verwondt neer. Ik ren snel weg in de hoop dat ik zover mogelijk van de wezens vandaan ben. Ik kijk nog eens naar achter. Het wezen is gewond en de andere helpen hem, maar en paar besluiten me toch achterna te gaan. Ik ren nog sneller weg tot ik weer iemand hoor schreeuwen. Vlak voor me. Verstijfd blijf ik staan. Dit is mijn einde, het einde van mijn leven.Het laatste wat ik zie zijn de wezens die weg rennen.
Ik hou mijn ogen stijf dicht tot dat ik iets hoor. ´Wow´ Het klinkt niet echt angstaanjagend en ik doe mijn ogen open. Ik zie een mens, maar kleiner. Ze doet niks en staart alleen naar me. Ik loop voorzichtig naar achter. ´Je hoeft niet bang te zijn.´ Ik zie aan haar gezicht dat ze me eerder wil helpen dan dood schieten. Maar ik hou me toch schuil. ´Ik heb iets voor je´ zeg ze en ze laat een stukje kip in haar handen zien. Ze geeft het aan mij. Ik staar er naar, mischien is het vergiftigd, maa mijn buik rammelt en ik eet het op.
Reageer (1)
Cute
1 decennium geleden