Foto bij 4. Black Rose

We lopen in stilte. Het is geen fijne stilte. Je voelt de geheimen tussen ons zweven. ‘Heb je aan zijn bloed gezeten? Het bloed van die engel?’ Ik sla mijn ogen neer. ‘Misschien.’ Vito zucht. ‘Engelenbloed is gevaarlijk voor je. Doe zoiets nooit meer oké.’ Ik knik. Dit krijg je ervan als je hem laat leven. Hij zegt allemaal dingen die niet waar zijn. Engelenbloed is juist goed voor je. Ik schud met mijn hoofd. Wat voor gedachtes zijn dit? ‘Gaat het?’ Ik kijk op. Vito kijkt me bezorgt aan. ‘Ja. Het is alleen allemaal heel vreemd.’ Vito knikt. ‘Ik weet het.’ Het verschil is alleen dat hij denkt dat ik het over het hele engelen gebeuren heb terwijl ik het eigenlijk over mijn gedachtes heb. We lopen weer in stilte. Dit keer is de stilte aangenamer. Ik hoop dat hij niet doorbroken wordt. Zorg dat hij niet doorbroken wordt. Dood hem. Waarom heb ik zulke gedachtes? Ze slaan nergens op. Mijn ogen vallen op een bloem. Het is een tijgerlelie. Hetgene wat me eraan opviel is dat hij feloranje is. ‘wat is er?’ Ik kijk naar Vito. Ik had niet eens gemerkt dat ik gestopt was met lopen. ‘Niks. Ik zag alleen die lelie.’ Ik geef een knikje naar de tijgerlelie. Vito loopt ernaartoe. ‘Vind je hem mooi?’ Het is niet zo dat ik hem echt mooi vind, ‘Hij is gewoon te opvallend.’ Vito knikt. ‘Vind je dat hij een minder opvallende kleur moet hebben?’
‘Waarom vraag je dat?’ Vito haalt zijn schouders op. ‘Gewoon, pure interesse.’ Hij is vreemd. Ik laat die gedachte niet binnenkomen. ‘Oké. Dus… Waar gaan we nu heen?’
Tien minuten later zitten we op de bank in het appartement van Vito. ‘Dus.’ Ik kijk hem aan. ‘Dus?’ Vito kijkt niet naar me. ‘Dit is je nieuwe thuis. Ik hoop dat je het niet erg vindt?’ Ik sta op en kijk het appartement rond. ‘Waarom zou ik het erg vinden?’ Ik ga een deur door naar een andere ruimte. ‘Wow.. Dat is een groot bad.’
‘Het is ook een jacuzzi.’ Ik had niet gemerkt dat Vito vlak achter me was komen staan en schrok daardoor zo erg dat ik in de lege jacuzzi viel. Ik moet lachen. ‘Gaat het?’ Je kon de lachende ondertoon in zijn stem niet missen. ‘Ja ja, ik ben oké.’ Ik klim uit de jacuzzi. ‘Wat doe je?’ Ik kijk op. ‘Ik controleer mezelf op blauwe plekken en schaafwonden. Als ik die heb wil ik dat graag weten.’ Vito legt zijn hand op mijn schouder. ‘Cybele, als je plekjes had zou ik dat weten.’ Ik kijk hem aan en zie dat hij geen grapje maakt. ‘Oké. Scheelt mij ook weer werk.’ Hij lacht hoofdschuddend. ‘Kom, heb je honger?’ Mijn maag knort als antwoord. ‘Oké, kom dan maar mee naar de supergrote keuken.’
‘Nu ik de jacuzzi heb gezien heb ik een hoge verwachting van die “Supergrote keuken.”’ Ik lach. Ik stik bijna in mijn eigen lach wanneer ik de keuken zie. ‘Dit is geen supergrote keuken, dit is een super-mega-reuze keuken!’ Vito lacht en trekt de koelkast open. ‘Wat wil je hebben?’ Ik kom bij hem staan en kijk de overvolle koelkast in. ‘Mag een gewoon broodje ook?’ Vito lacht. ‘Natuurlijk.’ Hij doet de koelkast dicht en opent een kast. Hij haalt er een bordje uit. Dan loopt hij naar de andere kant van de keuken en haalt daar uit een andere kast een broodje. ‘Wat wil je op je broodje?’ Ik kijk de keuken rond. ‘Heb je mayonaise?’ Vito barst in lachen uit. ‘Oh, geen grapje? Uhm, natuurlijk heb ik dat.’ Hij doet een kloddertje mayonaise op het broodje en geeft het aan mij. ‘Dank je. Wil jij niks eten?’ Vito lacht. ‘Ik ga zo’n lekker broodje mayonaise proberen denk ik.’ Ik lach. ‘Het is echt heerlijk.’
‘Je had gelijk. Broodje mayonaise ís heerlijk.’
‘Weet ik toch.’ Ik lach. ‘Hoe ben je er ooit opgekomen?’ Ik haal mijn schouders op. ‘Ik zag een broodje en ik zag mayonaise en ik dacht waarom ook niet.’ Vito lacht. ‘Dat moment kan ik me niet herinneren.’ Ik kijk hem aan. ‘Hoezo zou jij je het moeten herinneren?’
‘Ik ben je beschermengel, ik ben bijna altijd bij je.’ Stalker. ‘Oh, ohja.’ Het is een tijdje stil. ‘Mag ik vragen hoe oud je bent?’ Hoelang is dit engelenbloed gerijpt? ‘Tuurlijk, ik ben eenentwintig.’
‘Dus op je vijfde ben je begonnen met mij te stalken. Ik bedoel, met mij te.. beschermen?’ Vito lacht. ‘Nee, je had eerst iemand anders. Vanaf mijn zestiende moest ik jou pas beschermen.’
‘Wat is er gebeurd met die andere die mij eerst moest beschermen?’
‘Dat vertel ik je later wel. Het is een lang verhaal.’ Ik kijk via een raam naar buiten. ‘Oké.’ Het begint buiten al donker te worden. ‘Hoe laat is het?’ Vito kijkt op zijn horloge. ‘elf uur.’ Ik gaap ter bevestiging. Vito lacht. ‘Kleine meisjes moeten vroeg naar bed.’ Ik lach sarcastisch mee. ‘Zo klein ben ik niet.’ Vito komt recht voor me staan zodat ik omhoog moet kijken. ‘Oh nee?’ Ik zucht. ‘Dat jij nou zo abnormaal groot bent wil niet zeggen dat ik klein ben.’ Vito glimlacht. ‘Je hebt in ieder geval heel wat weerwoorden.’
‘Ja natuurlijk heb ik dat.’
‘dat is mooi. Ga je nu slapen Belly?’ Ik bast in lachen uit. ‘Belly? Waarom Belly?’ Vito kijkt me verbijsterd aan. Dan verzacht zijn blik. ‘Waarom ook niet. Cybele, Belly.’ Ik glimlach. ‘Oké, als je me maar niet zo noemt in de buurt van Lea, anders dan gaat zij me ook nog zo noemen.’ Vito’s glimlach betrekt. ‘Oh ja, je gaat Lea en alle anderen waarschijnlijk voor een tijdje niet zien.’ Voor een lange tijd staan mijn hersenen op nul. Mijn gedachtes zijn uitgeschakeld en ik sta als verstijft. ‘WAT?’
‘Hey, Het is geen afscheid.’ Ik breek. Alle tranen komen eruit. Lea was altijd al mijn steunpaal. Ik kan niks zonder haar. Ik bén niks zonder haar. Zonder haar weet ik niet wat ik moet doen. Vito laat me op de bank zitten. ‘Sssh.. stil maar. Het komt goed.’ Ik huil op zijn schouder.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen