W70

“Voor zover wij weten is het een jongen”, zei Codatorta met een glimlach. “Al heeft hij nog geen naam.” Hij zuchtte even. “Hij zal jou strikt gehoorzamen, Bloom, en daarom ook niet meer te trainen zijn door ons. Je kan hem niet meenemen naar Alfea denk ik, dus moeten we misschien een plaats zoeken waar hij veilig is en dan kan jij er heen wanneer het je uitkomt.” Bloom glimlachte en knikte.
“Graag. Kan hij voorlopig hier blijven dan?”
“We hebben nog wel een vrije kooi, apart van de anderen”, zei Codatorta. “Als je wilt kunnen we hem voorlopig daar opsluiten.”
“Goed.” Bloom glimlachte.
“Dan stel ik voor dat iedereen naar binnen gaat.” Codatorta keek naar de groep. “De les voor vandaag is afgelopen. Sky, ga jij maar mee met Bloom naar die afzonderlijke kooi.”
“Goed, meneer”, zei Sky. Hij klom, met Blooms hulp, weer op de rug van het draakje. Bloom steeg op en Sky wees haar de weg.

Het was een redelijk grote kooi voor zo’n klein draakje en Bloom vloog erin. Sky sprong van het draakje af en sloot de deuren.
“Zo eenzaam hier”, verzuchtte Bloom.
“Ja, helaas”, zei Sky. “Misschien kunnen we Codatorta vragen of we hier niet wat planten kunnen zetten. En jij kan hier natuurlijk een groot deel van de week zitten.”
“Ja.” Bloom glimlachte. “Sky, na dit jaar… Zou ik hem mee kunnen nemen naar Domino, denk je?”
“Daar moet vast een veilige plaats voor hem te vinden zijn”, zei Sky zonder aarzelen. “Maar op Eraklyon wordt het vast moeilijker.” Bloom knikte.
“Misschien moet ik Oritel en Marion maar even bellen dan, vragen of zij al kunnen uitkijken naar een plaats waar hij kan blijven. En dan kan hij er dit jaar misschien al heen.”
“Ja, dat lijkt me een goed idee”, zei Sky. “Hoe ga je hem noemen?”
“Usko”, zei Bloom. Het was de eerste naam die in haar op kwam en op de ene of andere manier vond ze dat wel bij hem passen.
“Usko”, glimlachte Sky. “Nou, Bloom, wil je dan wel aan Usko vragen of hij ook wat lief voor mij wil zijn?”
“Natuurlijk.” Bloom glimlachte. Het draakje stond naast haar met zijn hoofd gebogen zodat het ter hoogte van haar schouders kwam. Bloom omhelsde hem. “Vanaf nu heet je Usko, kleintje.”