Proloog 2: DeWegIsWeg
Eén week voordat Marten naar Zweinstein ging, zei zijn moeder tegen hem dat hij zijn spullen maar eens moest gaan kopen.
'Dat vind ik best,' zei hij, 'maar hoe komen we aan geld?' Merope keek op tafel: 'Ik geloof dat er in een van die enveloppen een beetje geld zit, in ieder geval genoeg voor al je spullen. Als je tenminste niks geks koopt.'
Opgelucht keek hij naar de envelop, toen betrok zijn gezicht weer. 'En hoe moet ik daar komen?'
'Ik heb op straat een heel klein beetje brandstof gevonden, als je niks verliest is het genoeg voor heen en terug.'
En zo kwam het dat Marten, alleen, op de Wegisweg stond. Wat zal ik als eerst gaan halen, vroeg hij zich af. Gewoon de volgorde van het briefje.
ZWEINSTEINS HOGESCHOOL VOOR HEKSERIJ EN HOCUS-POCUS
UNIFORM
Eerstejaarsstudenten hebben nodig:
1. Drie effen werkgewaden (zwart)
2. Een effen puntmuts (zwart) voor schooltijd
3. Een paar beschermende handschoenen (drakenhuid of soortgelijk)
4. Een wintermantel (zwart, met zilveren speld)
N.B.: Alle kleidingstukken moeten van naamlabels zijn voorzien
VERPLICHTE LECTUUR
Alle leerlingen moeten in het bezit zijn van de volgende werken:
Het Standaard Spreukenboek (Niveau 1) door Miranda Wiggelaar
De geschiedenis der Toverkunsten door Nymfe Whiteman
Theoretische Grondslagen der Magie door Adalbert Zwatel
En zo ging het nog even door. Marten keek verder. Hij had ook nog een toverstok nodig.
Een uurtje later had hij bijna al zijn spullen, behalve zijn toverstok. Hij liep naar Olivander: maker van exclusieve Toverstokken sedert 382 voor Christus. 'Zo Marten, ik had je al verwacht.' Marten keek op en zag een man staan. 'H-hoe w-weet u mijn naam?' Lachend keek de man, waarschijnlijk Olivander, hem aan. 'Ik weet alles jongen, echt alles. Je moeders stok: eenhoornhaar, meidoorn, 32 komma 8 centimeter, onbuigbaar. Je vader heeft hier nooit een toverstok gekocht, nietwaar?'
Ongelovig keek Marten hem aan. 'Mijn vader is een Dreuzel.
'Aha, zo. Nou Marten, ik neem aan dat je voor een stok komt, dus wat is je stokarm?' begon Olivander weer te praten. 'Rechts,' antwoordde hij.
Langs hem begonnen allerlei dingen te rammelen en een kluwen meetlat vloog langs zijn arm en begon die te meten. 'Genoeg. Hier, probeer deze maar eens uit,' zei Olivander. Hij gaf een toverstok aan Marten, maar pakte hem vrijwel meteen weer af. 'En deze? En deze?' Zo ging het een tijdje door, totdat Marten een toverstok van feniksveer, hulst, zevenentwintig komma acht centimeter, lekker soepel kreeg. Hij voelde een schok door hem heen gaan en hij zwiepte met de toverstok. Alle schade die hij voorheen had aangericht door het proberen, leek zich nu weer te herstellen. Een glazen beker werd weer heel, een weegschaal kon weer wegen en de bank wilde niet iedereen meer opeten. 'Bravo, bravo. Maar ik snap het niet,' zei meneer Olivander. 'Is er iets, meneer Olivander?' vroeg Marten. 'Die stok,' begon Olivander, 'die stok was voorbestemd voor iemand anders, maar dat betekent dat je geluk hebt gehad, jongen. Die stok was bedoeld voor degene die jou zal verslaan.'
Verward keek Marten naar zijn stok. 'Waarom zou iemand mij willen verslaan?'
'Omdat jij voorbestemd bent om de duisterste tovenaar te worden.'
Er knetterde een vuurwerk aan vragen in Martens hoofd. Hij, de duisterste tovenaar van de wereld? Uiteindelijk zei hij: 'Ik snap het niet.'
Olivander legde hem uit dat er lang geleden een voorspelling over hem was gedaan. Hij zou de duisterste tovenaar ter wereld worden. Er was slechts één manier om dat te voorkomen, en dat was dat hij moest worden opgevoed met ware moederliefde. Olivander legde hem ook uit dat er niks aan zijn krachten en magische vermogens zou veranderen, waardoor hij nu dus een zeer getalenteerd tovenaar zou kunnen worden. Als hij zijn krachten niet verspilde. Pas na vijfenveertig minuten stond hij weer buiten. Hij rende naar een publieke haard die midden in de Wegisweg stond en reisde gauw naar huis. Hij vertelde zijn moeder niks over het voorval.
Dit zou zijn geheim blijven.
Reageer (1)
snel door
7 jaar geleden