Hoofdstuk 9
Na nog enkele uren door het bosrijke gebied gewandeld te hebben bereikten ze een open vlakte die reikte zover het oog kon zien. Het was bezaaid met dor gras en een huilende wind teisterde hen toen ze het dorre landschap betraden. Bryn schraapte zijn keel. “Deze tocht is absurd, we weten niet waar de Zilan zijn en we weten niet hoeveel tijd er ons nog rest voor het kwade ons de finale oorlog zal verklaren. Te voet zullen we de twee anderen nooit op tijd vinden, het wordt tijd dat we onze zorgen opzij zetten en met de portaalsleutel verder reizen.” Elyah keek de man even zwijgend aan voor hij knikte.
“Je hebt gelijk,” zei hij “We gaan hier even rusten en eten en dan trekken we verder met behulp van de sleutel.” Toen wendde hij zijn ogen af en verwijderde zich een paar meter van de anderen. Sarit zag hoe Alaïs haar vader volgde. Elyah was al een hele tijd zichzelf niet meer en of het door het verlies van de dorpelingen kwam of nog iets anders, daar had ze het raden naar.
Ze vulden hun magen met het vlees van een eekhoorn en enkele frambozen voor ze hun spullen weer bijeenraapten en Elyah voor de groep plaatsnam. In zijn hand hield hij de portaalsleutel, zijn vingers draaiden het object steeds weer rond, Sarit zag de twijfel in zijn ogen glinsteren maar ze moesten het proberen. Voor Elyah echter ook maar één beweging kon maken gebeurde er iets bizar. Een dichte mist rolde over de vlakte als een woeste storm die razendsnel dichterbij kwam. Hij leek uit het niets ontstaan te zijn, een dichte massa witte rook die naar hen toe zweefde. Het omhulde hen, kroop tussen hen in tot ze niets anders meer zagen dan een witte massa. Sarit reikte naast haar, maar ze voelde niets anders dan de waterige mist die rond haar heen kronkelde. Het leek alsof ze helemaal alleen was. En toen klonk er een diepe stem die van overal en nergens vandaan leek te komen.
“Vrees niet,” sprak de stem. “Ik ben gekomen om jullie mijn hulp aan te bieden.”
Langzaam dreef de dichte mist weer uiteen, het wit vervaagde en werd vervangen door een doorzichtig grijs. Het trok zich terug en bleef als een schaduw rond de gedaante voor hen cirkelen. Zijn paarse ogen namen iedereen een voor een nauwkeurig op. Ze bleven opvallend langer hangen bij Dante en Sarit. Een glimlach krulde zich om zijn lippen. “Het is mij een genoegen eindelijk twee van de vier te ontmoeten.”
Achterdocht nestelde zich in Sarits lichaam, ze vertrouwde degene die voor hen stond voor geen haar, hij mocht dan wel beweren dat hij hen wou helpen, ze geloofde er niets van. Hij straalde geen vrede uit.
“Ik weet wat je denkt,” zei hij terwijl hij zijn ogen op Sarit richtte. “En ik moet toegeven, ik heb een duister verleden maar mijn loyaliteit ligt nu bij de andere kant.”
“En wij moeten dat zomaar geloven?”
“Als ik het had gewild, waren jullie beiden nu al dood geweest. De mist waarmee ik reis is niet altijd … gezond.” Een scheve glimlach gleed om zijn lippen. “Laat me meereizen en ik zal je bewijzen dat mijn loyaliteit bij jullie ligt.”
“Wat is uw naam?” vroeg Dante.
“Men noemt mij Meriad, al is het niet de naam die mijn ouders me hebben gegeven. Ooit was ik een mens, nu ben ik iemand met magie. Ik kan u niet vertellen waar mijn krachten vandaan komen of hoe ik ze heb gekregen. Maar ik kan wel beloven dat ik en mijn krachten vanaf nu ter jullie beschikking staan.” Zijn blik gleed weer naar Sarit die hem nog steeds sceptisch aankeek. “Ik ben een machtige bondgenoot, vergooi deze kans niet.”
“Ik vertrouw je niet,” zei Evan, wiens hand op het gevest van zijn zwaard rustte.
De man grijnsde. “En daar hebt u alle recht toe maar geef me een kans om te bewijzen dat ik wel te vertrouwen ben. Jullie hebben twee van de vier in jullie midden, ik weet zeker dat jullie mij wel zullen aankunnen moest blijken dat ik jullie vertrouwen toch zou schaden. Maar dat ben ik voorlopig niet van plan, dus wat zeggen jullie?”
“Tot nu toe hebben we ons prima kunnen redden, waarom zouden we uw krachten nodig kunnen hebben?” vroeg Bryn, ook hij had zijn zwaard in een stevige greep.
“Jullie dorp is verwoest, jullie hebben vele vrienden en familie verloren, zonder Dante en Sarit zou niemand van jullie nog levend en wel voor me staan. Maar ook al hadden jullie beide in jullie team, de verwoesting van jullie dorp is niet vermeden kunnen worden. De zoektocht naar de twee anderen kan nog lang duren en tot dan zijn jullie nog niet sterk genoeg om het kwade te weerstaan. Met mijn krachten hebben jullie een veel grotere kans een eventuele volgende aanval te overwinnen.”
“Eén kans,” zei Sarit nadat het een hele tijd stil was geweest.
De man boog lichtjes terwijl er weer een grijns om zijn lippen kroop. “Bedankt.” Met een vaag handgebaar verdreef hij de overgebleven mistflarden voor hij een stap dichter naar de groep toe zette. “Meneer Bryn had gelijk overigens, te voet gaat jullie tocht veel te lang duren, het is tijd om die sleutel te gebruiken.”
“Hoe weet u eigenlijk onze namen?” vroeg Bryn.
“Ik weet alles,” antwoordde de man simpel.
Elyah liep naar Sarit toe zonder zijn ogen van de man af te wenden. “Weet je zeker dat je hem een kans wilt geven?” vroeg hij zacht. Sarit keek hem even zwijgend aan, de vaderlijke bezorgdheid school weer in zijn ogen en ze slikte even.
“Hij heeft gelijk, we zijn te zwak op dit moment, als hij effectief te vertrouwen is kan hij een grote aanwinst zijn en als het niet het geval is… Dante en ik kunnen hem wel aan, dat voel ik gewoon. Mist is uiteindelijk water en water is mijn kracht.”
“Ik hoop van harte dat deze beslissing een juiste zal blijven.”
Sarit glimlachte lichtjes. “Klaar om naar de dwergen te gaan?”
“Ja,” antwoordde hij. Hij keek Sarit nog een paar tellen aan voor hij de portaalsleutel tevoorschijn haalde en een poort tekende die uitkeek op een berglandschap. Meriad keek gefascineerd toe naar de ovalen poort die voor hen verscheen en leek te trillen in de lucht. Bryn hield de man nauwkeurig in de gaten, zijn hand rustte nog steeds op het gevest van zijn zwaard. Een voor een stapten de elfen de ovaal door, Bryn wachtte tot ook Meriad de oversteek had gemaakt vooraleer hijzelf door de poort klom. De ovaal verdween.
Er zijn nog geen reacties.