Foto bij Hoofdstuk 1.1

“Liefje, denk je niet dat het eens tijd wordt dat je vrienden gaat maken?” “Mmm, wat?” ik keek op naar mijn moeder, die mij met een vertederende blik aankeek. “Wat bedoel je daarmee?” “Wel, je gaat nu al een maand naar school en je hebt nog steeds geen vrienden, wordt het dan eens geen tijd dat je vrienden begint te maken?” ik bekeek mijn moeder met mijn kan-je-hier-over-ophouden-blik. Begrijp mij niet verkeerd, ik hou van mijn moeder, maar soms kan ze zo irritant zijn. “Lieve mama, ik heb geen behoefte om vrienden te maken omdat jij dit wilt. Als ik al vrienden zal maken, is het omdat ik het zelf wil.” En ik kuste haar wang. “Avia, je hebt vier jaar thuis les gevolgd. Het is tijd om het leven met beide handen te grijpen en ervan te genieten, zeker van je schooltijd. En dat kan niet zonder vrienden.” “Dag mama!” riep ik snel toen ik de auto uitstapte en zo snel mogelijk ervan weg liep (of op mijn manier, mankte). Ik weet wel dat mijn moeder het beste met mij voor had, maar het kon soms echt lastig zijn. Zoals elke dag, wandelde ik naar het dichtstbijzijnde bankje die vrij was en ging zitten. Lang recht staan bleef nog steeds één van de grootste problemen na mijn ongeluk, oh en sporten, maar dat vond ik totaal niet erg. Dat betekende dat ik geen sport op school moest doen! Ik grabbelde in mijn rugzak en zocht het boek dat ik op dat moment aan het lezen was. Ik hield enorm van lezen, het bracht mij in mijn eigen fantasiewereld en zorgde ervoor dat ik de tijd vergat.
Ik was opgeslorpt in mijn boek toen een jongen naast mij op het bankje kwam zitten. Ik kon niet echt zien wie het was, want ik had geen zin om op te kijken van mijn boek. “Hallo.” Hoorde ik hem zeggen. Ik keek op van mijn boek want ik was niet zeker dat hij het tegen mij had. “Hallo.” Zei de jongen nog maar eens, zodat ik zeker was dat hij tegen mij bezig was. “Mag ik iets vragen?” “Uhm, oké…” “Zou het mogelijk zijn dat ik jou ergens van ken?” ik keek de jongen aan, was dat nu een grap? Waarschijnlijk één of andere flauwe plezante die van zijn vrienden een uitdaging moest aangaan. “Misschien herken je me van hier, op school…” “Nee, dat is onmogelijk. Ik ben nieuw hier.” Ik keek de jongen aan. Ik herkende hem zelf niet. Hij had lichtbruin haar en prachtige donkerbruine ogen. Hij was ook redelijk atletisch gebouwd, dus ik kon me wel voorstellen dat hij veel sportte. Ik zou het me wel herinneren als ik hem al eerder had gezien, ik bedoel, hij is echt aantrekkelijk. “Dus je bent nieuw hier?” vroeg ik verlegen en keek diep in zijn ogen. Wauw, je kunt er echt in wegsmelten. Oké Avia FOCUS! “Ja, ik woon hier al sinds ik klein was hoor, maar ik ging altijd al naar een andere school tot voor kort.” Zei hij lief en glimlachte. Opnieuw keek ik in zijn ogen en smolt echt weg. “Dus je bent nieuw op school?” vroeg ik hem. Geen idee waarom ik dit opnieuw vroeg aan hem, best wel belachelijk eigenlijk aangezien hij net zelf zei dat hij nieuw was. “Ja, mijn naam is Evan, mijn vader is onlangs overleden, en voor mama was het wat gemakkelijker als we hier naar school zouden gaan, het is dichter thuis, dus als er iets kunnen we gemakkelijker weg.” Ik knikte begrijpend en vond het zo sneu voor hem. Ik kon me echt niet voorstellen dat ik mijn vader of mijn moeder zou verliezen. “Maar vertel me, waar zou ik je van kunnen kennen?” ik dacht na en trok me schouders op. “Ik zou het echt niet weten.” Hij bekeek me nog eens goed en zei dan: “maar natuurlijk! Jij bent dat meisje van die lezingen in het ziekenhuis, is het niet? Het meisje met het auto-ongeluk!” ik keek hem verbaasd aan en knikte. “Hoe weet je dat? Vroeg ik hem en hij lachte lief, maar er zat verdriet in zijn glimlach. “Mijn vader heeft lang in het ziekenhuis gelegen, waardoor ik zelf ook heel wat tijd doorgebracht heb in het ziekenhuis. Ik denk dat ik je daar eens aan het woord heb gehoord. Hoe je vertelde dat er wel hoop is voor iedereen en dat alles kan goed gaan.” “Ja, dat was een idee van mijn ouders. Ze dachten dat kinderen hierdoor hoop zouden krijgen.” Het was even stil tussen ons en Evan zei dan: “Dus je hebt een auto-ongeluk overleeft?” ik knikte. “Dat is stoer.” Ik keek Evan verbaasd aan en hij staarde gewoon voor zich uit. Ik wist niet of ik iets daarop moest zeggen, dus zweeg ik gewoon maar. “Je was twaalf toen het accident gebeurde hé?” “Ja klopt.” Hoe wist hij al die dingen, dit was echt niet normaal. Misschien was hij wel een stalker. “Je hebt echt van alles meegemaakt hé?” ik knikte, en staarde naar mijn handen. Het voelde een beetje ongemakkelijk. Hij wist zoveel over mij, ik wist niets over hem. Dan ging de bel eindelijk en Evan lachte lief naar mij. “Wat is je naam?” “Avia Sophie Miller.” Zei ik want ik had het gevoel dat hij niet enkel mijn voornaam wou weten (en je weet maar nooit dat hij mij op Facebook wou opzoeken). “Maar je mag gewoon Avia zeggen hoor.” Een lieve glimlach verscheen op zijn gezicht. “Wel Avia Sophie Miller, ik hoop je snel weer te zien.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen