De Zuidelijke Waterstam - 59
Ik keek naar de groep mensen die voor me stond. “Ik zal mijn oordeel baseren op wat volgens mij het beste is voor de stam. Ik ben hier om jullie te helpen.” Er viel een stilte. Iemand stapte naar voren.
“U zegt dat u hier bent om ons te helpen. U beweert dat u de vorige Vuurheer verslagen hebt en dat zijn dochter uw zuster is, maar hij had voor zover wij weten maar één kind. De Vuurnatie terroriseert ons al jarenlang, alleen de oudsten weten nog hoe het was toen er vrede was. Het heeft al te lang geduurd. En toch verwacht u van ons dat we u vertrouwen. Ik weet dat u ons dingen heeft toegestaan die ons jarenlang verboden zijn, maar ik kan niet begrijpen waarom iemand van de Vuurnatie ons ooit zou willen helpen, als je alle macht van de wereld kan krijgen anders.” Ik haalde diep adem en keek even naar Yue, voor ik me weer tot de rest van de stam wendde.
“Dat allemaal is een erg lang verhaal. Ik ben bereid het jullie te vertellen als jullie dat werkelijk zo belangrijk vinden, maar ik denk dat jullie je tijd beter eerst aan de opbouw van de stam besteden.” Er klonk onmiddellijk een hoop protest. Ik stak mijn hand op om hen te bedaren. “Ik zal vanavond alles vertellen aan wie het wilt weten.” Ik keek steunzoekend naar Yue. Dit kon ik niet zonder haar hulp. Ze knikte me bemoedigend toe. “Zijn er verder nog vragen?” Niemand zei iets. “Goed, dan stel ik voor dat jullie verder werken aan de heropbouw van jullie stam, terwijl ik even een hartig woordje ga spreken met die bedrieglijke commandant.” Ik knikte hen toe en draaide me om.
“Zal ik meegaan?”, bood Thomatio aan. Ik keek hem aan.
“Graag.” Het ging er niet om dat ik iemand nodig had om me te verdedigen, dat kon ik zelf best en generaal Ylein was er ook, maar wat morele steun kon nooit kwaad en Yue kon op dit moment beter in de stam blijven.
Reageer (2)
Dag commandantje
1 decennium geledenDaag daag tot nooit meer ziens!
Snel verder!!!
Snel verder!!!
1 decennium geleden