De Zuidelijke Waterstam - 58
“Ik denk dat de ervaren watermeesters onder jullie je beter eerst bezig houden met de opbouw van de stam”, zei ik. “Uiteraard zal Thomatio de lessen na verloop van tijd aan iemand van jullie overdragen.” Er klonk instemmend gemompel.
“En hoe zit het nu met het geld?”
“Ik verwacht morgen geld dat moet dienen voor de opbouw van jullie stam, het bedrag dat jullie al eerder op regelmatige basis hadden moeten krijgen. Als er nog dingen zijn die jullie nodig hebben, kan je dat laten weten, dan bespreek ik met jullie dorpsoudste wat het dringendste is. Vanaf volgende maand zal dat bedrag verhoogd worden, maar ik weet nog niet precies hoe hoog, net zomin als ik precies weet hoe hoog de belastingen zullen zijn. Zodra ik daar meer over weet, laat ik jullie dat weten.”
“En die idiote commandant?”
“Die stuur ik vandaag nog terug naar de Vuurnatie, met al zijn soldaten.”
“Dus geen Vuurnatiesoldaten meer hier?”, vroeg iemand opgetogen.
“Generaal Ylein en een deel van de soldaten die met mij meegekomen zijn blijven nog in de buurt”, zei ik. “Maar ik kan niet beloven hoe het zal zijn wanneer ik weg ben, al zullen we er uiteraard voor zorgen dat niemand jullie nog zo erg uitbuit als de commandant.”
“Dus er komt hier gewoon iemand anders van de Vuurnatie met de scepter zwaaien?” Meteen kwam er een golf van protest.
“Dat is nog niet zeker. Ik beslis daar niet alleen over. Het zou kunnen, maar dat kan ik absoluut niet beloven, dat iemand van deze stam wordt aangeduid om in naam van mijn zuster een oogje in het zeil te houden en ons op de hoogte te houden.”
“En als wij weigeren Vuurnatiesoldaten te aanvaarden?”
“Als jullie redelijke argumenten hebben, zal ik die graag horen en ook aan mijn zuster laten weten. Ik zal zowel de argumenten en mening van de stam, van prinses Yue als van mezelf aan mijn zuster doorgeven, maar ik kan niets garanderen.”
“Waarom zo specifiek prinses Yue?”, vroeg iemand.
“Omdat mijn zuster en ik erg veel vertrouwen hebben in haar kennis en we veel van haar geleerd hebben.”
“En wat…”, begon Sicho. “Als ik vragen mag, prinses, wat is op dit moment uw mening?”
“Ik ben hier nog niet lang genoeg om daar over te oordelen”, zei ik kalm. “Maar zodra ik mijn oordeel gevormd heb, zal ik dat ook aan jullie meedelen.” Ik keek naar de groep mensen die voor me stond. “Ik zal mijn oordeel baseren op wat volgens mij het beste is voor de stam. Ik ben hier om jullie te helpen.” Er viel een stilte. Iemand stapte naar voren.
Reageer (2)
Jeeeh!!! Ik ben bij!! En nou, hup hup!
1 decennium geledenSnel verder!
Wie??? En wat wil die???
1 decennium geleden