Hoofdstuk 1
Het was het zestiende jaar van mijn leven wanneer mijn moeder besloot dat het tijd werd dat ik terug naar school zou gaan. Sinds mijn twaalf jaar werd ik thuis onderwezen, omdat het toe gewoon weg niet anders kon. Waarom? Wel, dat zal ik eens vertellen. Toen ik twaalf jaar was, mocht ik altijd van mijn ouders met een vriendinnetje naar school fietsen, omdat ze vertrouwen in mij hadden en ik stilletjes aan toch wel oud genoeg werd om zelfstandiger te kunnen zijn. Ik had de hulp van mijn ouders niet echt meer nodig, maar ik moest altijd met mijn vriendinnetje mee fietsen. Als één van ons beide ziek werd, mochten we dan ook niet alleen naar school fietsen. Op een dag fietsten mijn beste vriendin en ik samen naar huis, zoals elke dag. Maar het lot zorgde ervoor dat die dag niet zoals andere dagen zou zijn. Er was enorm veel verkeer die dag, wat wel normaal was een vrijdag avond in Tampa, maar ik had het nog nooit zo druk geweten. Mijn vriendinnetje en ik waren aan het babbelen over van alles, we konden altijd alles aan elkaar kwijt. Het was groen voor ons wanneer we één van de drukste kruispunten overstaken. Toen gebeurde iets wat wij beiden nooit konden voorspellen. Een vrachtwagen reed door het rode licht en probeerde nog te remmen, maar had mijn vriendin en mijzelf al overreden. Wat er daarna gebeurd is kan ik mij niet meer zo goed herinneren, bijna niet meer zelfs. Ik herinner me enkel nog een ondragelijke pijn en dan was alles zwart. Mijn vriendin was omgekomen, ik was verzeild geraakt in een diepe coma, en de chauffeur… Die had geen schrammetje…
De dokters gaven mij weinig kansen om nog wakker te worden, ik was gedoemd om voor de rest van mijn leven (wat je een leven kunt noemen) rond te zweven tussen wat men leven en dood noemt. Mijn ouders waren er kapot van. Maanden lang leefden ze in onzekerheid, maar wat voor mij het einde zou moeten geweest zijn, werd juist een mirakel. Na zes maanden coma, hadden de doktters geen hoop meer. Ik zou niet meer wakker worden… en net wanneer je dacht dat het niet erger kon, besloten ze de stekkers eruit te trekken en mij te laten gaan. Dat gebeurde niet. Ik ontwaakte uit mijn diepe slaap. De verpleegster die kwam checken of het gedaan was met mij, ontdekte dat ik wakker was. Iedereen riep ze bij elkaar, de dokters en mijn ouders. Een mirakel was geschied. Maar dat was nog niet het einde. Na heel wat onderzoeken, dachten de dokters dat ik voor de rest van mijn leven verlamd zou zijn, helaas voor de rest van mijn leven. Mijn moeder en vader huiden, ik daarentegen kon echter niets uitbrengen. Ik wou en kon dit niet geloven. Ik wou niet afhankelijk zijn voor de rest van mijn leven. IK BESLOOT NIET OP TE GEVEN. De moed gaf ik niet op en besloot samen met mijn ouders dat het een goed idee was om mij in een revalidatiecentrum te laten op nemen. Ik moest en zou weer kunnen wandelen, maakte niet uit hoeveel pijn het ging doen, het moest gewoon lukken.
En dat deed het ook. Na veel bloed zweet en tranen lukte het mij eindelijk om te kunnen wandelen, hierdoor gaven mijn ouders en de dokters mij de bijnaam: ‘Het mirakel’.
Na vele en lange gesprekken met mijn dokters, dacht mijn moeder dat het, het perfecte moment was dat ik zoals een normale tiener naar school zou gaan in plaats van thuis les te krijgen. Klink makkelijk, niet dan? Ja, natuurlijk niet, wat had ik gedacht. Het is echt niet gemakkelijk om deel te nemen aan het normale leven, als je niet als “normaal” beschouwd wordt. Door het ongeluk kon ik natuurlijk niet meer wandelen zoals vroeger, ik mankte een beetje. Maar, wat is normaal tegenwoordig? De manier waarop ik wandel is normaal voor mij. Tegenwoordig zijn kinderen enorm gemeen, en zeker als het gaat om anders zijn. Maar ik denk dat het de manier is hoe je ermee omgaat. Ik probeer gewoon weg alles te negeren, al kan ik mij best wel voorstellen dat je die lastige ettertjes liever zo een kopje kleiner maken (ik probeer hier niemand aan te zetten tot moord, maar hé, ik snap waar die drang vandaan komt). Zoals mijn moeder altijd zegt: “Je moet zoveel mogelijk van je schooltijd genieten, het gaat voorbij vooraleer je het beseft.”
Er zijn nog geen reacties.